Op 23 maart 2013 vond er een verkeersongeval plaats op de Pelikaanstraat in Leiden, waarbij de verdachte, een beroepschauffeur van een autobus, betrokken was. De verdachte reed met zijn bus en passeerde een bushalte waar een persoon, [slachtoffer], zich bevond. Tijdens het passeren botste de bus tegen [slachtoffer], die daardoor klem kwam te zitten tussen de bus en een geparkeerde auto. Dit resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer], waaronder een botbreuk van het bekken. De rechtbank moest beoordelen of de verdachte een strafrechtelijk verwijt kon worden gemaakt voor zijn handelen tijdens het ongeval.
De officier van justitie stelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet had kunnen voorzien dat [slachtoffer] zich in een gevaarlijke positie bevond. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, als professionele chauffeur, onvoldoende zorgvuldigheid had betracht. Hij had moeten controleren of er verkeersdeelnemers aan de rechterzijde van de bus waren, wat hij naliet. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld, wat resulteerde in het ongeval.
De rechtbank verklaarde het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en legde een taakstraf van 80 uren op, evenals een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van zes maanden. De rechtbank benadrukte het belang van verkeersveiligheid en de verantwoordelijkheid van professionele bestuurders om zorgvuldigheid te betrachten in het verkeer.