ECLI:NL:RBDHA:2014:11572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervanging van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden in het kader van ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 september 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervanging van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden. Het verzoekschrift was ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden met betrekking tot een minderjarige die feitelijk bij haar tante in Curaçao verblijft. De kinderrechter had eerder op 29 juli 2014 de ondertoezichtstelling van de minderjarige uitgesproken, met behoud van de betrokken stichting. Het verzoek tot vervanging was gebaseerd op de veronderstelling dat Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling niet langer kon uitvoeren nu de minderjarige naar Curaçao was verhuisd.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de Stichting Gezinsvoogdij Instelling Curaçao, die als vervangende stichting was voorgesteld, niet voldoet aan de eisen van de Wet op de jeugdzorg, aangezien Curaçao geen provincie van Nederland is. Hierdoor kon de kinderrechter de uitvoering van de ondertoezichtstelling niet aan deze stichting toevertrouwen. Ook het verzoek om de ondertoezichtstelling op te dragen aan een andere Bureau Jeugdzorg werd afgewezen, omdat dit onvoldoende onderbouwd was.
De kinderrechter heeft ten overvloede opgemerkt dat de beschikking van 29 juli 2014 krachtens het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in Curaçao direct ten uitvoer kan worden gelegd en dat er mogelijkheden zijn om bij de rechter in Curaçao een verzoek tot vervanging van Bureau Jeugdzorg in te dienen. De beslissing werd genomen door mr. H.M. Boone en uitgesproken ter openbare terechtzitting, met griffier A.M.C. Guit-van den Berg aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet.