In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen. De zaak werd behandeld naar aanleiding van verzoekschriften van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, die betrokken was bij de zorg voor de minderjarigen. De minderjarigen, kinderen uit een ontbonden huwelijk, verblijven momenteel bij pleegouders en een tante. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de problematiek van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen. De kinderrechter heeft de verzoeken van Bureau Jeugdzorg om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen, met als doel de ontwikkeling van de minderjarigen te waarborgen. De kinderrechter heeft ook aanbevolen om de opvoedingsvaardigheden van de vader nader te onderzoeken en de bezoekregeling te herzien, zodat de vader mogelijk meer contact met de kinderen kan hebben. De beschikking is gegeven door mr. J.G.J. Brink en is uitvoerbaar bij voorraad. De ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verlengd tot 23 augustus 2015.