ECLI:NL:RBDHA:2014:1057

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 januari 2014
Publicatiedatum
30 januari 2014
Zaaknummer
09/997160-12
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van postbezorger voor valsheid in geschrifte en witwassen

Op 30 januari 2014 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een postbezorger die werd beschuldigd van valsheid in geschrifte en witwassen. De verdachte, geboren in 1984 in Sierra Leone, had als postbezorger brieven van de Belastingdienst achtergehouden en zijn eigen bankrekeningnummer ingevuld op formulieren waarmee instellingen geld konden terugkrijgen van de Belastingdienst. Hierdoor heeft de Belastingdienst ten onrechte meer dan € 200.000 aan hem overgemaakt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen het briefgeheim had geschonden, maar ook de reputatie van de Belastingdienst en zijn werkgever, Sandd, had beschadigd. Tijdens de terechtzitting toonde de verdachte geen inzicht in de ernst van zijn daden, wat leidde tot de beslissing om de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf op te leggen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op meerdere tijdstippen tussen 27 april 2012 en 5 december 2012 als postbezorger bij Sandd heeft gefunctioneerd en daarbij opzettelijk de inhoud van de aan hem toevertrouwde brieven heeft gewijzigd. De verdachte heeft valse formulieren 'Opgaaf Rekeningnummer' opgemaakt en deze naar de Belastingdienst gestuurd, waarbij hij rekeningnummers en handtekeningen van anderen heeft vervalst. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk gebruik maken van valse geschriften en het witwassen van de ontvangen bedragen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is een geldbedrag van € 3.210 verbeurd verklaard, dat door de verdachte was verkregen uit de strafbare feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar oordeelde dat een gevangenisstraf van 18 maanden passend was gezien de omvang van de fraude en de schade die was veroorzaakt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/997160-12
Datum uitspraak: 30 januari 2014
Tegenspraak
(
Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op[geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] (Sierra Leone),
thans gedetineerd in de [penitentiaire inrichting].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 2 augustus 2013, 24 oktober 2013 en 16 januari 2014.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C. Backer en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. S.V. Jansen, advocaat te Den Haag, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
16 maart2012
tot en met 23 april 2013te Rijswijk en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, als persoon werkzaam bij enig openbare instelling van vervoer, te weten als postbesteller bij Sandd, één of meer aan deze instelling toevertrouwde brief/brieven van de Belastingdienst geadresseerd aan onder meer:
- [geadresseerde A.] (D-021) en/of
- [geadresseerde B.] (D-010 en/of D-011) en/of
- [geadresseerde B.] (D-010 en/of D-011) en/of
- [geadresseerde C.] (D-012) en/of
-[geadresseerde D.] (D-029 en/of D-036) en/of
-[geadresseerde E.] Holding (D-031) en/of
- Cordiaal Advies BV (D-006) en/of
- [geadresseerde F.](D-013) en/of
- [geadresseerde G.] (D-052) en/of
- NKOC Holding BV (D-003 en/of D-005) en/of
- [geadresseerde H.] (D-055),
opzettelijk aan een ander dan de rechthebbende heeft afgegeven, weggemaakt, zich heeft toegeëigend, de inhoud heeft gewijzigd en/of enige daarin gesloten voorwerpen zich heeft toegeëigend,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die brief/brieven inhoudende (een) formulier(en) 'Opgaaf Rekeningnummer' achtergehouden en/of op één of meer van die formulier(en) een handtekening en/of rekeningnummer geplaatst/ingevuld van iemand anders dan de geadresseerde(n)/rechthebbende(n) en/of die formulier(en) aan de Belastingdienst toegezonden,
terwijl deze brief/brieven niet aan hem, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) was/waren geadresseerd;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van
16 maart 2012 tot en met 23 april 2013te Rijswijk en/of Den Haag en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk één of meer brief/brieven (afkomstig van de Belastingdienst), in elk geval enig(e) goed(eren), die geheel of ten dele toebehoorde(n), althans geadresseerd aan onder meer
- [geadresseerde A.] (D-021) en/of
- [geadresseerde B.] (D-010 en/of D-011) en/of
- [geadresseerde C.] (D-012) en/of
-[geadresseerde D.] (D-029 en/of D-036) en/of
-[geadresseerde E.] Holding (D-031) en/of
- Cordiaal Advies BV (D-006) en/of
- [geadresseerde F.](D-013) en/of
- [geadresseerde G.] (D-052) en/of
- NKOC Holding BV (D-003 en/of D-005) en/of
- [geadresseerde H.] (D-055),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s), en welk(e) brief/brieven/goed(eren) hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s) uit hoofde van zijn, verdachtes, en/of zijn, verdachtes, mededader(s) persoonlijke dienstbetrekking en/of beroep van/als postbesteller bij Sandd, in elk geval (telkens) anders dan door misdrijf onder zich had(den), (telkens) wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks
16 maart2012 tot en met
31 december2012 te Den Haag, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer formulier(en) 'Opgaaf Rekeningnummer' ten name van
- [geadresseerde A.] (D-021) en/of
- [geadresseerde B.] (D-010 en/of 011) en/of
-[geadresseerde D.] (D-029 en/of 036) en/of
- [geadresseerde C.] (D-012) en/of
-[geadresseerde E.] Holding B.V. (D-031) en/of
- Cordiaal Advies B.V. (D-006) en/of
- [geadresseerde F.](D-013) en/of
- [geadresseerde G.] (D-052( en/of
- NKOC Holding BV (D-003 en/of 005) en/of
- [geadresseerde H.] (D-055),
- ( elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk - in strijd met de waarheid - in/op die/dat formulier(en) op de plek bestemd voor het rekeningnummer van de rechthebbende op de uitbetaling (telkens) een rekeningnummer ingevuld van iemand anders dan de rechthebbende en/of op de plek bestemd voor de handtekening van de rechthebbende op de uitbetaling (telkens) een handtekening geplaatst van iemand anders dan de rechthebbende, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
16 maart2012 tot en met 31 december 2012 te Den Haag en/of Heerlen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) formulier(en) 'Opgaaf Rekeningnummer' ten name van
- [geadresseerde A.] (D-021) en/of
- [geadresseerde B.] (D-010 en/of 011) en/of
-[geadresseerde D.] (D-029 en/of 036) en/of
- [geadresseerde C.] (D-012) en/of
-[geadresseerde E.] Holding B.V. (D-031) en/of
- Cordiaal Advies B.V. (D-006) en/of
- [geadresseerde F.](D-013) en/of
- [geadresseerde G.] (D-052) en/of
- NKOC Holding BV (D-003 en/of 005) en/of
- [geadresseerde H.] (D-055),
- ( elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als ware(n) die/dat geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat/die geschrift(en) heeft/hebben toegezonden en/althans doen toekomen aan de Belastingdienst en bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat op de plek bestemd voor het rekeningnummer van de rechthebbende op de uitbetaling (telkens) een rekeningnummer was ingevuld van iemand anders dan de rechthebbende en/of op de plek bestemd voor de handtekening van de rechthebbende op de uitbetaling (telkens) een handtekening was geplaatst van iemand anders dan de rechthebbende;
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van
25 juli2012 tot en met 23 april 2013 te Den Haag, in elke geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een voorwerp, te weten een geldbedrag van (totaal) 206.381 euro of daaromtrent
(173.712 euro ten gunste van de rekening van verdachte en/of
12.843 euro ten gunste van de rekening van[buurvrouw verdachte] en/of
19.826 euro ten gunste van de rekening van [kennis verdachte A.]),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van een voorwerp, te weten een geldbedrag van (totaal) 206.381 euro of daaromtrent
(173.712 euro ten gunste van de rekening van verdachte en/of
12.843 euro ten gunste van de rekening van[buurvrouw verdachte] en/of
19.826 euro ten gunste van de rekening van [kennis verdachte A.]),
gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding [1]
Uit het dossier blijkt dat de Belastingdienst heeft gebruik gemaakt van de diensten van het postbedrijf Sandd. Via dit postbedrijf gingen onder meer formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” naar personen en bedrijven van wie geen bankrekeningnummer bekend waren en aan wie betalingen dienden te worden gedaan. Op deze formulieren konden rechthebbenden een bankrekeningnummer aan de Belastingdienst op te geven waarop uitbetaling moest plaatsvinden, waarna zij deze formulieren weer dienden terug te zenden aan de Belastingdienst.
Het bedrijf NKOC Holding B.V. (hierna: NKOC) ontving een op 19 oktober 2012 gedateerde beschikking van de Belastingdienst dat deze dienst haar een teruggaaf van omzetbelasting verleende voor een bedrag van in totaal € 173.712,00. [2] Omdat betaling uitbleef heeft NKOC op 4 december 2012 (telefonisch) contact opgenomen met de Belastingdienst. Hierop heeft de Belastingdienst aan NKOC medegedeeld dat voornoemd bedrag reeds was uitbetaald op rekeningnummer [rekeningnummer]. De Belastingdienst heeft het bedrag op dat rekeningnummer uitbetaald, omdat bij de Belastingdienst een formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 25 oktober 2012, was binnengekomen ten name van NKOC waarop dat rekeningnummer was opgegeven. [3] NKOC kende het opgegeven rekeningnummer niet en heeft vervolgens schriftelijk melding gemaakt van fraude bij het fraudeteam van de Belastingdienst. [4] Zij heeft voorts aangifte van fraude gedaan bij de politie. [5]
De Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst is vervolgens nagegaan of er meer gevallen bekend waren van formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” waarop vermoedelijk rekeningnummers waren opgegeven die niet van de rechthebbenden waren waaraan die formulieren waren toegezonden. Hieruit kwamen 58 gevallen naar voren.
Vast staat verder, dat verdachte zich als postbezorger bij Sandd heeft ingeschreven. Sandd leverde twee keer per week de post in kratten aan bij de woning van verdachte. Verdachte diende vervolgens de post te bezorgen. Volgens opgave van Sandd was verdachte tevens de verantwoordelijke postbezorger van bovengenoemd formulier “Opgaaf Rekeningnummer” dat aan NKOC was gezonden, alsmede van de hierna te noemen formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” waarop ook andere rekeningnummers zijn vermeld dan die van de rechthebbenden, zijnde [6] :
- [geadresseerde A.] [7] ;
- [geadresseerde B.] (2 formulieren) [8] ;
-[geadresseerde D.] (2 formulieren) [9] ;
-[geadresseerde E.] Holding [10] ;
- Cordiaal Advies BV [11] ;
- [geadresseerde F.] [12] ;
- [geadresseerde G.] [13] ;
- [geadresseerde H.] [14] ;
- NKOC Holding BV [15] .
Uit gegevens van de Belastingdienst volgt dat het rekeningnummer [rekeningnummer] aan verdachte toebehoort.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte op 23 april 2013 is een aantal poststukken aangetroffen die niet aan verdachte waren gericht, waarvan een deel afkomstig was van de Belastingdienst en formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” bevatten. Deze poststukken zijn onder meer aangetroffen in de kelderbox en in de kast in de woonkamer. [16] Op de tafel in de woonkamer lag een deels ingevuld formulier “Opgaaf Rekeningnummer” ten name van[kennis verdachte B.]. [17]
De rechtbank moet thans (samengevat) de volgende vragen beantwoorden:
1) heeft verdachte poststukken, die hij had moeten bezorgen, weggemaakt, zich toegeëigend en gewijzigd;
2) heeft verdachte op de formulieren ‘Opgaaf rekeningnummer’ steeds een ander rekeningnummer ingevuld dan dat van de rechthebbende en daarop ook de handtekening van iemand anders dan de rechthebbende geplaatst, en
3) heeft verdachte het door hem aldus (indirect) ontvangen geld witgewassen?
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de onder 1, 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.
3.3
Het standpunt van de verdediging
Het verweer van de verdediging komt er kort samengevat op neer dat verdachte zich weliswaar heeft ingeschreven als postbezorger bij Sandd, maar dat hij dat voor zijn vriend [vriend verdachte] heeft gedaan, die kennelijk niet onder zijn eigen naam voor Sandd kon werken. Niet verdachte, maar [vriend verdachte] is degene, die de poststukken heeft achtergehouden en de inhoud daarvan heeft gewijzigd. De verdediging heeft daarom vrijspraak van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bepleit.
Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit. Het was [vriend verdachte], die verdachte heeft gevraagd om de belastingteruggave te mogen laten overschrijven op verdachtes bankrekeningnummer, met het gevolg dat de Belastingdienst een bedrag van € 173.000,- heeft overgemaakt op de bankrekening van verdachte. Vervolgens heeft verdachte, weer op verzoek van [vriend verdachte], dit geldbedrag naar andere rekeningen overgeschreven, zodat dit bedrag snel contant kon worden opgenomen. Nu verdachte niet wist dat dit bedrag en de bedragen, die op de rekeningen van [buurvrouw verdachte] en [kennis verdachte A.] waren gestort, van misdrijf afkomstig waren, is er hooguit sprake van schuldwitwassen, hetgeen niet ten laste is gelegd.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman verder nog aangevoerd dat Sandd wellicht niet als openbare instelling van vervoer kan worden aangemerkt.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Feit 1: brieven wegmaken, zich toe-eigenen en de inhoud wijzigen
Allereerst dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of Sandd een openbare instelling van vervoer is. Sandd is een bedrijf waar een ieder –het bedrijf richt zich op de zakelijke markt– zijn post ter bezorging kan aanbieden. [18] Het is voorts een feit van algemene bekendheid dat Sandd bij de Autoriteit Consument & Markt geregistreerd staat als “aanbieder van postvervoersdiensten”. Dit brengt mee dat Sandd als een openbare instelling van vervoer in de zin van artikel 273b van het Wetboek van Strafrecht kan worden aangemerkt.
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of verdachte de hiervoor genoemde formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” zich heeft toegeëigend of weggemaakt.
De rechtbank overweegt dat verdachte geen enkele onderbouwing heeft gegeven voor het betoog dat niet hij, maar [vriend verdachte] zich de post heeft toegeëigend, ondanks het gegeven dat het contract bij Sandd op naam van verdachte stond en het gegeven dat het zijn, verdachtes, kelderbox en woning was, waar de poststukken van de Belastingdienst zijn gevonden evenals het deels ingevuld formulier “Opgaaf Rekeningnummer” op naam van een ander dan verdachte. Nu verdachte bovendien ter terechtzitting heeft verklaard dat [vriend verdachte] geen sleutel had van zijn woning of kelderbox [19] acht de rechtbank het daarom volkomen onaannemelijk dat [vriend verdachte] enige rol van betekenis heeft vervuld en acht dan ook bewezen dat het verdachte is geweest die zich de post heeft toegeëigend. Dat een van de gehoorde getuigen heeft verklaard dat hij ooit tijdens het voetballen van [vriend verdachte] heeft gehoord dat [vriend verdachte] post bezorgde, maakt dat niet anders.
Voor het tenlastegelegde “wegmaken” biedt het dossier geen aanknopingspunten, zodat die gedraging niet bewezen kan worden.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte ook de inhoud van de formulieren heeft gewijzigd. Bij de beantwoording van die vraag betrekt de rechtbank hetgeen de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen. Daar komt nog het volgende bij.
In het archief van de Belastingdienst bevinden zich enkele formulieren [20] die betrekking hebben op de huurtoeslag van verdachte. Deze geschriften zijn aan verdachte getoond. Verdachte heeft desgevraagd verklaard dat die formulieren door hem zijn ingevuld. [21] Deze formulieren zijn samen met de formulieren “Opgaaf Rekeningnummer” ten name van NKOC Holding BV, Cordiaal Advies BV, [geadresseerde B.], [geadresseerde C.], [geadresseerde F.], [geadresseerde A.],[geadresseerde D.],[geadresseerde E.] Holding en [geadresseerde G.] verstrekt aan het NFI voor een vergelijkend handschrift onderzoek. Ten aanzien van de hiervoor genoemde formulieren heeft het NFI geconcludeerd dat het waarschijnlijker is dat de formulieren door verdachte zijn ingevuld (hypothese 1) dan door een willekeurige ander (hypothese 2). [22] Dit alles brengt de rechtbank tot de conclusie dat bewezen is dat verdachte de inhoud van de formulieren Opgaaf Rekeningnummer heeft gewijzigd.
De slotconclusie luidt dat het onder 1 primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Feit 2: formulieren valselijk opmaken en gebruik maken van die formulieren
De rechtbank heeft in de vorige paragraaf reeds overwogen dat verdachte de inhoud van de formulieren Opgaaf Rekeningnummer heeft gewijzigd. Verdachte heeft, blijkens de verklaringen van de rechthebbenden [23] , op die formulieren rekeningnummers ingevuld en handtekeningen geplaatst van iemand anders dan de rechthebbenden. De rechtbank acht mitsdien het eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Nu verdachte degene was die de poststukken heeft achtergehouden, de inhoud daarvan heeft gewijzigd en niet is gebleken dat anderen toegang hadden tot die poststukken acht de rechtbank bewezen dat verdachte ook degene was, die de vervalste formulieren heeft toegezonden aan de Belastingdienst.
Het tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit is daarmee eveneens wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3: witwassen
De Belastingdienst heeft een bedrag van € 173.712,00 overgemaakt naar het rekeningnummer van verdachte. Dit betreft een teruggave ten behoeve van NKOC. [24]
Naar de rekening van[buurvrouw verdachte] is door de Belastingdienst een bedrag van in totaal
€ 12.843,00 overgemaakt. Dit betreft teruggaven omzetbelasting ten behoeve van Fiscale eenheid Rerent BV en [A.] BV (€ 11.956,00) [25] en V.O.F. Famous (€ 887,00) [26] .
Naar de rekening van [kennis verdachte A.] heeft de Belastingdienst een bedrag van in totaal
€ 19.826,00 overgemaakt. Dit betreft een teruggave inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen ten name van [geadresseerde B.] (€ 2.296,00), [27] een teruggave vennootschapsbelasting ten behoeve van[geadresseerde E.] Holding BV (€ 2.484,00), [28] een teruggave inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen ten name van [geadresseerde F.](€ 3.090,00) [29] en een teruggave omzetbelasting ten name van de fiscale eenheid Rerent BV en [A.] BV (€ 11.956,00) [30] .
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of verdachte voornoemde geldbedragen heeft witgewassen.
De bankrekening van[buurvrouw verdachte]
heeft verklaard dat haar buurman, verdachte, heeft gevraagd of zij een bankpasje had. Zij heeft hem daarop haar bankrekeningnummer en het bankpasje met bijbehorende pincode gegeven. Verdachte zou vervolgens geld op haar rekening storten en daar zou zij, [buurvrouw verdachte], dan € 2.000,00 voor krijgen. Vervolgens is een bedrag van in totaal
€ 12.843,00 op haar rekening gestort. Het geld is daarna ook weer van haar rekening gehaald. Van verdachte heeft zij voor de door haar verleende dienst een keer een bedrag van € 2.000,00 en een keer een bedrag van € 250,00 gekregen. [31] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij inderdaad het bankpasje van [buurvrouw verdachte] heeft gevraagd en gekregen. [32]
De rechtbank acht hiermee bewezen dat verdachte het bedrag van € 12.843,00 naar de rekening van [buurvrouw verdachte] heeft doen overmaken en dit bedrag later weer van die rekening heeft opgenomen, terwijl daarvoor geen enkele redelijke verklaring is gegeven. De conclusie is dan ook dat verdachte op die manier de criminele herkomst (verdachte noch[buurvrouw verdachte] was rechthebbende van de geldbedragen) van dat geld heeft willen verbergen.
De rekening van [kennis verdachte A.]
heeft verklaard dat zij eind april 2012 haar bankpas en pincode aan verdachte heeft gegeven. Haar vader heeft gezien dat er op enig moment een bedrag van ruim
€ 11.000,00 afkomstig van de Belastingdienst op haar rekening was overgemaakt. De bedragen die op de bankrekening van [kennis verdachte A.] zijn gestort zijn tussen 14 juni 2012 en 8 november 2012 ook weer opgenomen. Voor het afgeven van haar bankpas en pincode heeft ze een keer een bedrag van € 200,00 en een keer een bedrag van € 500,00 gekregen. [33]
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is bovendien nog een zogenaamde transactiebon [34] aangetroffen, waaruit blijkt dat geprobeerd is om geld op te nemen bij een pinautomaat. Op de bon staat dat de pas is ingenomen. De eindcijfers van de rekening zijn –8994, hetgeen overeenkomt met het rekeningnummer van [kennis verdachte A.] ([rekeningnummer]). Als pasnummer is 264 vermeld. Dit komt overeen met een inmiddels geblokkeerde pas behorend bij de rekening van [kennis verdachte A.]. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de bij verdachte gevonden transactiebon betrekking heeft op de rekening van [kennis verdachte A.].
De rechtbank acht mitsdien bewezen dat verdachte degene is geweest die het geld van de rekening van [kennis verdachte A.] heeft opgenomen. Nu ook hiervoor geen aannemelijke verklaring is gegeven, kan het niet anders zijn dan dat verdachte op die manier de criminele herkomst (verdachte noch [kennis verdachte A.] was rechthebbende van de geldbedragen) van dat geld heeft willen verbergen.
De bankrekening van verdachte
Op 14 november 2012 is op de bankrekening van verdachte een bedrag van € 173.712,00 bijgeschreven. Met betrekking tot dit bedrag blijkt het volgende uit het dossier.
Overschrijvingen
Tussen 15 en 26 november 2012 is geld van deze rekening overgeschreven naar de volgende rekeningen [35] :
  • [betrokkene 1]: € 8.000,00;
  • [vriend verdachte]: € 10.000,00;
  • [betrokkene 2]: € 6.000,00;
  • [betrokkene 3]: € 7.000,00
  • [betrokkene 4]: € 8.000,00;
  • [betrokkene 5]: € 20.000,00;
  • Comfort-spaarrekening van verdachte: € 20.000,00.
Opnames
Er is een bedrag van € 78.657,63 van de rekening opgenomen. Tevens is er een bedrag van in totaal € 15.500,00 in casino’s opgenomen.
Uit de getuigenverklaringen in het dossier blijkt over die transacties het volgende.
[betrokkene 1] heeft verklaard dat verdachte een tijdje de beschikking over zijn bankpas en pincode heeft gehad. Verdachte heeft een bedrag van € 8.000,00 naar zijn rekening overgemaakt. [betrokkene 1] heeft het bedrag vervolgens contant opgenomen en aan verdachte teruggegeven. [36]
[betrokkene 2] heeft eveneens verklaard dat verdachte de beschikking had over zijn bankpasje en bijbehorende pincode en dat hij geld naar zijn, [betrokkene 2]’s, rekening heeft overgemaakt en dat hij [betrokkene 2], dit contant heeft opgenomen en aan verdachte gegeven. [37]
[betrokkene 3] heeft verklaard dat verdachte een bedrag van € 7.000,00 op haar rekening heeft bijgeschreven. Dit bedrag heeft zij vervolgens contant opgenomen en aan verdachte gegeven. [38]
[betrokkene 4] heeft verklaard dat verdachte een bedrag van € 8.000,00 heeft overgemaakt naar zijn rekening. Ook [betrokkene 4] heeft op verzoek van verdachte dit bedrag contant opgenomen en teruggegeven aan verdachte. [39]
[betrokkene 5] heeft evenzo verklaard dat verdachte een bedrag van € 20.000,00 heeft overgemaakt naar haar rekening. Dit bedrag heeft zij contant opgenomen en aan verdachte teruggegeven. [40]
Verder is ook de rekening van[betrokkene 6] gebruikt. [41] Op haar rekening is tussen juni 2012 en april 2013 ruim € 18.000,00 gestort door de Belastingdienst. In de periode dat verdachte in het buitenland verbleef, zijn er van deze rekening geen bedragen opgenomen, maar vanaf de dag dat verdachte weer in Nederland terugkwam, is er wel weer geld opgenomen. De bankpas van deze rekening is aangetroffen in de woning van verdachte. [42]
Daarnaast zijn in de woning van verdachte tijdens de doorzoeking bankpasjes aangetroffen op naam van[vriend verdachte]. [43] Van één van de rekeningen op naam van [vriend verdachte] is een bedrag van € 519,52 overgemaakt aan Korenhof & Partners. Deze betaling had betrekking op een huurschuld van verdachte. [44]
Uit de hiervoor genoemde omstandigheden leidt de rechtbank af dat verdachte het beheer had over zijn eigen rekening en dat het verdachte is geweest die de hiervoor genoemde bedragen heeft overgemaakt naar de genoemde rekeningen en vervolgens weer contant heeft laten opnemen. Daarnaast gebruikte verdachte de rekening op naam van [vriend verdachte] voor de betaling van zijn lasten. Ook heeft verdachte zelf € 78.657,63 van zijn rekening opgenomen. Op deze manieren heeft verdachte -bij gebrek aan enige aannemelijke verklaring hiervoor- kennelijk de criminele herkomst (verdachte was geen rechthebbende van de geldbedragen) van dat geld willen verbergen.
Verdachtes verweer ten aanzien van het verwijt van witwassen dat hij steeds in opdracht van [vriend verdachte] heeft gehandeld en niets wist van de criminele herkomst van het geld verwerpt de rechtbank. Ook op deze punten heeft verdachte niets concreets aangedragen om dit verweer te onderbouwen.
Daar komt nog iets bij. Uit het dossier blijkt dat in vestigingen van Holland Casino in de nachten van 23 op 24 november 2012 en 24 op 25 november 2012 aanzienlijke bedragen van de rekeningen van zowel verdachte als van [vriend verdachte] zijn opgenomen. [45] Uit registratiegegevens van Holland Casino blijkt dat verdachte op die data die vestigingen heeft bezocht en uit diezelfde gegevens blijkt dat er geen registratie is van een bezoeker met de naam [vriend verdachte]. [46]
Dit ondersteunt het oordeel van de rechtbank dat verdachte in deze periode gebruikt heeft gemaakt van het pasje en de rekening, die op naam van [vriend verdachte] stonden.
De rechtbank acht mitsdien wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
op meerdere tijdstippen gelegen in de periode van
27 april 2012 tot en met 5 december 2012te Den Haag als persoon werkzaam bij enig openbare instelling van vervoer, te weten als postbesteller bij Sandd, aan deze instelling toevertrouwde brieven van de Belastingdienst geadresseerd aan onder meer:
- [geadresseerde A.] (D-021) en
- [geadresseerde B.] (D-010 en D-011) en
- [geadresseerde C.] (D-012) en
-[geadresseerde D.] (D-029 en D-036) en
-[geadresseerde E.] Holding (D-031) en
- Cordiaal Advies BV (D-006) en
- [geadresseerde F.](D-013) en
- [geadresseerde G.] (D-052) en
- NKOC Holding BV (D-003 en/of D-005) en
- [geadresseerde H.] (D-055),
opzettelijk zich heeft toegeëigend
ende inhoud heeft gewijzigd,
immers heeft hij, verdachte, die brieven inhoudende een formulier 'Opgaaf Rekeningnummer' achtergehouden en op die formulieren een handtekening en rekeningnummer geplaatst/ingevuld van iemand anders dan de geadresseerden/rechthebbenden en die formulieren aan de Belastingdienst toegezonden, terwijl deze brieven niet aan hem, verdachte, waren geadresseerd;
ten aanzien van feit 2:
op meerdere tijdstippen gelegen in
de periode van 27 april 2012 tot en met 5 december 2012te Den Haag, telkens één formulier 'Opgaaf Rekeningnummer' ten name van
- [geadresseerde A.] (D-021) en
- [geadresseerde B.] (D-010 en 011) en
-[geadresseerde D.] (D-029 en 036) en
- [geadresseerde C.] (D-012) en
-[geadresseerde E.] Holding B.V. (D-031) en
- Cordiaal Advies B.V. (D-006) en
- [geadresseerde F.](D-013) en
- [geadresseerde G.] (D-052) en
- NKOC Holding BV (D-003 en 005) en
- [geadresseerde H.] (D-055),
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar telkens valselijk - in strijd met de waarheid - op dat formulier op de plek bestemd voor het rekeningnummer van de rechthebbende op de uitbetaling telkens een rekeningnummer ingevuld van iemand anders dan de rechthebbende en op de plek bestemd voor de handtekening van de rechthebbende op de uitbetaling telkens een handtekening geplaatst van iemand anders dan de rechthebbende, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken;
en
op tijdstippen in de periode van
27 april2012 tot en met
5december 2012 te Den Haag, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals formulier 'Opgaaf Rekeningnummer' ten name van
- [geadresseerde A.] (D-021) en
- [geadresseerde B.] (D-010 en 011) en
-[geadresseerde D.] (D-029 en 036) en
- [geadresseerde C.] (D-012) en
-[geadresseerde E.] Holding B.V. (D-031) en
- Cordiaal Advies B.V. (D-006) en
- [geadresseerde F.](D-013) en
- [geadresseerde G.] (D-052) en
- NKOC Holding BV (D-003 en 005) en
- [geadresseerde H.] (D-055),
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken telkens hierin dat hij, verdachte, dat geschrift heeft toegezonden en/althans doen toekomen aan de Belastingdienst en bestaande die valsheid telkens hierin dat op de plek bestemd voor het rekeningnummer van de rechthebbende op de uitbetaling telkens een rekeningnummer was ingevuld van iemand anders dan de rechthebbende en op de plek bestemd voor de handtekening van de rechthebbende op de uitbetaling telkens een handtekening was geplaatst van iemand anders dan de rechthebbende;
ten aanzien van feit 3:
op tijdstippen gelegen in de periode van
25 juli2012 tot en met 23 april 2013 te Nederland, geldbedrag
envan totaal 206.381 euro
(173.712 euro ten gunste van de rekening van verdachte en
12.843 euro ten gunste van de rekening van[buurvrouw verdachte] en
19.826 euro ten gunste van de rekening van [kennis verdachte A.]),
heeft overgedragen en heeft omgezet, terwijl hij, verdachte, wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

4.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden wordt opgelegd, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft bepleit dat, rekening houdend met de LOVS-oriëntatiepunten voor fraudebedragen tussen € 125.000,- en € 250.000,-, een gevangenisstraf van 9 tot 12 maanden passend zou zijn. Tevens heeft de raadsman naar voren gebracht dat verdachte voor een deels voorwaardelijke straf in aanmerking komt, aangezien hij niet eerder soortgelijke strafbare feiten heeft gepleegd.
Voorts heeft de raadsman de rechtbank verzocht rekening te houden met de consequenties die een langdurige gevangenisstraf voor de verblijfsvergunning van verdachte kan hebben.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft als postbezorger brieven van de Belastingdienst achtergehouden en de inhoud van belastingformulieren zo gewijzigd, dat de Belastingdienst uiteindelijk een bedrag van meer dan € 200.000,- heeft overgemaakt naar zijn rekening en rekeningen waarover hij de controle had. Hierdoor heeft verdachte allereerst het briefgeheim op grove wijze geschonden. Tevens heeft hij de reputatie van de Belastingdienst en van Sandd beschadigd. Daarnaast is de Belastingdienst gedupeerd en is het vertrouwen in de juistheid van de gegevens op de formulieren die de Belastingdienst van particulieren aangeleverd krijgt ook op grove wijze beschaamd. Verdachte heeft kennelijk uitsluitend gehandeld uit winstbejag. Bij het bewezen witwassen heeft hij niet alleen de criminele herkomst van dat geld proberen te verbergen, en zo getracht zijn fraude aan het zicht van justitie te onttrekken, maar ook heeft hij anderen betrokken en misbruikt om deze feiten te kunnen plegen. Ter terechtzitting heeft verdachte door zijn houding laten blijken dat hij geen inzicht heeft in de ernst van deze gedragingen. De rechtbank rekent verdachte dit alles zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat in deze zaak volstaan zou moeten worden met een gevangenisstraf van 9 tot 12 maanden. De rechtbank is echter van oordeel dat een dergelijke straf in dit geval niet passend is gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten. Alles afwegende acht de rechtbank een straf zoals geëist door de officier van justitie passend en geboden.

7.De inbeslaggenomen goederen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het op de beslaglijst onder 1. genummerde geldbedrag van € 3.210,00 wordt verbeurdverklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich niet over het beslag uitgelaten.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 1. genummerde geldbedrag verbeurdverklaren. Dit bedrag is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit aan verdachte toebehoort en dit geldbedrag geheel of grotendeels door middel van de onder 1 primair, 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief en 3 bewezenverklaarde strafbare feiten zijn verkregen.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33a, 33c, 57, 63, 225, 273b en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair, 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair:
als persoon werkzaam bij enige openbare instelling van vervoer een aan die instelling toevertrouwde brief zich toe-eigenen en opzettelijk de inhoud wijzigen, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2 eerste cumulatief/alternatief:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2 tweede cumulatief/alternatief:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
witwassen
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 1. genummerde voorwerp, te weten:
- een geldbedrag van € 3.210,00.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.N. Pabbruwe, voorzitter,
mrs. M.F. Baaij en R.G.C. Veneman, rechters
in tegenwoordigheid van mr. W. Gunnewegh, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 januari 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het dossier met het nummer 51.560, van de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, met bijlagen.
2.Aanvangsproces-verbaal, AH-001, blz. 0193,
3.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 3 december 2012 ten name van NKOC Holding BV, D-003, blz. 0547.
4.Een geschrift zijnde een kopie van de brief van NKOC Holding BV aan de Belastingdienst van 6 december 2012, D-001, blz. 0542.
5.Proces-verbaal van aangifte van NKOC Holding BV, D-002, blz. 0543.
6.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-010, blz. 0289-0291.
7.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 2 mei 2012, ten name van [geadresseerde A.], D-021, blz. 0572.
8.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 24 juni 2012, ten name van [geadresseerde B.], D-010, blz. 0558 en een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 6 juli 2012, ten name van [geadresseerde B.], D-011, blz. 0561.
9.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 9 juli 2012, ten name van[geadresseerde D.], D-029, blz. 0576 en een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 3 augustus 2012, ten name van[geadresseerde D.], D-036, blz. 0582.
10.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 25 juli 2012, ten name van[geadresseerde E.] Holding, D-031, blz. 0578.
11.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 29 juli 2012, ten name van Cordiaal Advies BV, D-006, blz. 0554.
12.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 11 augustus 2012, ten name van [geadresseerde F.], D-013, blz. 0565.
13.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 18 oktober 2012, ten name van [geadresseerde G.], D-052, blz. 0597.
14.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 2 november 2012, ten name van [geadresseerde H.], D-055, blz. 0599.
15.Een geschrift zijnde een kopie van het formulier “Opgaaf Rekeningnummer”, gedateerd 3 december 2012, ten name van NKOC Holding BV, D-005, blz. 0551.
16.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-025, blz. 0389-0390.
17.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-057, blz. 0511-0515.
18.Proces-verbaal van verhoor [getuige], G01-01, blz. 0172.
19.Verklaring ter terechtzitting van 16 januari 2014.
20.Geschriften zijnde kopieën “Opgaaf Rekeningnummer” ten name van [verdachte], D-073 t/m D-076, blz. 0735-0746.
21.Proces-verbaal van verhoor [verdachte], V01-02, blz. 0081.
22.Een rapport van het NFI betreffende een vergelijkend handschriftonderzoek naar invullingen op formulieren van de Belastingdienst, AANOPV-01 Bijlage 2 (ongenummerd).
23.Proces-verbaal van aangifte van NKOC Holding BV, D-002, blz. 0543; proces-verbaal van verhoor getuige [geadresseerde C.], G02-01, blz. 0176-0177; proces-verbaal van verhoor getuige [geadresseerde B.], G03-01, blz. 0179-0180; proces-verbaal van verhoor getuige [geadresseerde A.], G04-01, blz. 0182-0183; proces-verbaal van verhoor[getuige], G05-01, blz. 0185-0186; proces-verbaal van verhoor getuige [geadresseerde G.], G06-01, blz. 0188-0189.
24.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte], D-070c 13/22, blz. 0689.
25.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van[buurvrouw verdachte], D-067a, blz. 0638.
26.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van[buurvrouw verdachte], D-067a, blz. 0640.
27.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer], ten name van [kennis verdachte A.], D-065a blz. 0622.
28.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer], ten name van [kennis verdachte A.], D-065a blz. 0621.
29.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer], ten name van [kennis verdachte A.], D-065a blz. 0623
30.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer], ten name van [kennis verdachte A.], D-065a blz. 0626.
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte[buurvrouw verdachte], V03-01, blz. 0121-0122.
32.Proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 16 januari 2014, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte [kennis verdachte A.], V04-01, blz. 0134-0135.
34.Een geschrift zijnde een transactiebon van de ING-bank d.d. 23 maart 2013, D-101, blz. 0780.
35.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [vriend verdachte] ten name van [verdachte], D-070c 15/22, blz. 0691.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 1], V08-01, blz. 0159.
37.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 2], V06-01, blz. 0146.
38.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 3], V07-01, blz. 0154.
39.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 4], V09-01, blz. 0167-0168.
40.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 5], V05-01, blz. 0138-0139.
41.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-036, blz. 0421-0423.
42.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-025, blz. 0389-0390.
43.Proces-verbaal doorzoeking, AH-016, blz. 0355-0358 en proces-verbaal van ambtshandeling, AH-045, blz. 0470-0473.
44.Een geschrift zijnde een kopie van de kwitantie en de kassabon van een betaling van € 519,52 aan Korenhof & Partners inzake [verdachte], D-080, blz. 0751.
45.Een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer 753409674 ten name van [vriend verdachte], D-069c, blz. 0652-0669 en een geschrift zijnde een kopie van een bankafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte], D-070c, blz. 0677-0698.
46.Proces-verbaal van ambtshandeling, AH-038, blz. 0428-0430.