AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Woninginbraken bij kwetsbare slachtoffers met behulp van sleutelkluisjes
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij woninginbraken gericht op kwetsbare slachtoffers, waaronder bejaarden. De verdachte, geboren in 1991, werd beschuldigd van meerdere inbraken in de periode van eind 2012 tot de zomer van 2013. De inbraken vonden plaats in bejaardenhuizen en aanleunwoningen, waarbij de verdachten gebruik maakten van sleutelkluisjes die bedoeld waren voor hulpverleners. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 15 juli 2014, waarbij de officier van justitie mr. W. Bos en de raadsman van de verdachte, mr. A.B. Baumgarten, aanwezig waren.
De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal in een woning en het gebruik van valse sleutels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 10 december 2012 in Oirschot en op 10 december 2012 in Tilburg betrokken was bij diefstallen, waarbij hij gebruik maakte van een gestolen bankpas. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, maar bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 2 en 3, die betrekking hebben op de diefstal uit een woning en de diefstal uit geldautomaten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de ernst van de gepleegde feiten. De verdachte is eerder veroordeeld voor vermogensdelicten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, volledig toegewezen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de bewezen feiten vóór de datum van de voorwaardelijke straf zijn gepleegd.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het onderzoeksnummer [nummeronderzoek] “[onderzoeksnaam]” proces-verbaalnummer PL22001 2012181223, van de politie eenheid Den Haag Team grootschalig opsporing.
2.Proces-verbaal aangifte, Zaaksdossier Oirschot, blz. 13
3.Proces-verbaal van bevindingen, 24 mei 2013, Zaaksdossier Oirschot, blz. 26
4.Proces-verbaal aangifte, Zaaksdossier Oirschot, blz. 13
5.Proces-verbaal aanvullende aangifte, Zaaksdossier Oirschot, blz. 21
6.Proces-verbaal aanvullende aangifte, Zaaksdossier Oirschot, blz. 21
7.Proces-verbaal aanvullende aangifte, Zaaksdossier Oirschot, blz. 21
8.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Oirschot, blz. 85
9.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Oirschot, blz. 85
10.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Oirschot, blz. 33 en 47
11.Processen-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Oirschot, blz. 57 e.v.
12.Beelden behorend bij het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden ABN-AMRO, d.d. 11 juni 2013, zaaksdossier Oirschot, blz. 52.
13.Eigen waarneming van de rechtbank, proces-verbaal terechtzitting 15-7-2014
14.Proces-verbaal aanvullend, d.d. 09-01-2013, zaaksdossier Oirschot, blz. 33
15.Beelden behorend bij het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden Rabobank, d.d. 11 juni 2013, zaaksdossier Oirschot 10-12-2012, blz. 36, 37 en 38 en beelden behorend bij het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden ABN-AMRO, d.d. 11 juni 2013, zaaksdossier Oirschot, blz. 52.
16.Proces-verbaal van bevindingen, Zaaksdossier Oirschot, blz. 95
17.Proces-verbaal ter terechtzitting 15 juli 2014