ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2613
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot doorhaling van een akte van de burgerlijke stand en wijziging van voornamen van een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2013 uitspraak gedaan op het verzoekschrift van verzoekster, die optreedt voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kind. Het verzoek strekt tot doorhaling van een geboorteakte en wijziging van de voornamen van het kind. Tijdens de zitting op 10 december 2012 zijn verzoekster en haar advocaat verschenen, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand, J.C. Jansen Verplanke en J. Oemar. Verzoekster heeft haar verzoek gewijzigd, waarbij de geslachtsnaam van de erkenner is aangepast naar die van de moeder. De ambtenaar heeft verweer gevoerd, stellende dat de geboorteakte in overeenstemming is met de geldende wetgeving en dat de akte niet ten onrechte in de registers is opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakte onjuiste gegevens bevat, maar dat deze niet door middel van latere vermeldingen kan worden hersteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot doorhaling van de akte niet kan worden toegewezen, omdat de ambtenaar op correcte wijze heeft gehandeld volgens de wettelijke richtlijnen. Tevens is het verzoek tot wijziging van de voornamen afgewezen, omdat er onvoldoende zwaarwegende belangen zijn aangetoond voor deze wijziging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het algemeen belang van de burgerlijke stand zwaarder weegt dan de belangen van verzoekster en de minderjarige. De beschikking is gegeven door mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier.