ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2613

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 februari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
427625 - FA RK 12-7136
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot doorhaling van een akte van de burgerlijke stand en wijziging van voornamen van een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2013 uitspraak gedaan op het verzoekschrift van verzoekster, die optreedt voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kind. Het verzoek strekt tot doorhaling van een geboorteakte en wijziging van de voornamen van het kind. Tijdens de zitting op 10 december 2012 zijn verzoekster en haar advocaat verschenen, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand, J.C. Jansen Verplanke en J. Oemar. Verzoekster heeft haar verzoek gewijzigd, waarbij de geslachtsnaam van de erkenner is aangepast naar die van de moeder. De ambtenaar heeft verweer gevoerd, stellende dat de geboorteakte in overeenstemming is met de geldende wetgeving en dat de akte niet ten onrechte in de registers is opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakte onjuiste gegevens bevat, maar dat deze niet door middel van latere vermeldingen kan worden hersteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot doorhaling van de akte niet kan worden toegewezen, omdat de ambtenaar op correcte wijze heeft gehandeld volgens de wettelijke richtlijnen. Tevens is het verzoek tot wijziging van de voornamen afgewezen, omdat er onvoldoende zwaarwegende belangen zijn aangetoond voor deze wijziging. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het algemeen belang van de burgerlijke stand zwaarder weegt dan de belangen van verzoekster en de minderjarige. De beschikking is gegeven door mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 12-7136
Zaaknummer: 427625
Datum beschikking: 25 februari 2013
Doorhaling akte burgerlijke stand
Beschikking op het op 18 september 2012 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoekster],
verzoekster,
optredend voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van na te noemen minderjarige,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. B.A.A. Adonai-Ohachu te 's-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand
zetelend te [naam gemeente],
hierna: de ambtenaar.
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 27 september 2012 van de zijde van de ambtenaar;
- het faxbericht d.d. 31 oktober 2012 van de zijde van verzoekster.
Op 10 december 2012 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekster met haar advocaat en de ambtenaar in de persoon van J.C. Jansen Verplanke en J. Oemar. Verzoekster heeft ter terechtzitting haar verzoek gewijzigd in die zin dat onder 5.1.1. a in plaats van "[geslachtsnaam erkenner]" is vermeld "[geslachtsnaam moeder]". Van de zijde van verzoekster zijn pleitnotities overgelegd.
Verzoek en verweer
Het verzoek -zoals dat thans luidt- strekt tot doorhaling van de geboorteakte nummer [aktenummer] van het jaar 2007, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente
[naam gemeente] op 4 oktober 2007 en tot het gelasten van de ambtenaar een nieuwe geboorteakte op te maken waarin:
a. ten aanzien van het kind de achternaam "[geslachtsnaam 1]" niet meer voorkomt, doch slechts de achternaam "[geslachtsnaam moeder]";
b. ten aanzien van de moeder van het kind de achternaam "[geslachtsnaam 1]" niet meer voorkomt, doch slechts de achternaam "[geslachtsnaam moeder]";
c. ten aanzien van de moeder van het kind de voornaam "[voornaam 1]" niet meer voorkomt, doch slechts de voornamen "[voornamen ]";
d. de in de akte vermelde geboorteplaats van de moeder van het kind "[geboorteplaats 1]" niet meer voorkomt, doch uisluitend de plaats "[geboorteplaats 2]";
e. de in de akte vermelde geboortedatum van de moeder van het kind "[geboortedatum 1]" niet meer voorkomt, doch uitsluitend de geboortedatum "[geboortedatum 2]",
en te gelasten dat de griffier de beschikking zo spoedig mogelijk verzendt naar de ambtenaar.
Voorts strekt het verzoek tot wijziging van de voornamen van het kind "[voornamen 1]" in "[voornamen 2]", en te gelasten dat de ambtenaar van deze wijziging een nieuwe geboorteakte opmaakt, onder doorhaling van het aktenummer [aktenummer], en te gelasten dat de griffier de beschikking zo spoedig mogelijk verzendt naar de ambtenaar.
De ambtenaar voert verweer, welk verweer hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.
Feiten
- Voormelde geboorteakte relateert de geboorte van [de minderjarige], op [geboortedatum] te [geboorteplaats], (hierna: het kind) uit [verzoekster].
- Voormelde akte bevat van een latere vermelding betreffende erkenning, aktenummer [aktenummer], opgemaakt te [naam gemeente] op 29 mei 2008, waaruit blijkt dat het kind met toestemming van de moeder, is erkend door [naam erkenner], en dat het kind daarmee de geslachtsnaam [geslachtsnaam erkenner] heeft verkregen.
- Voormelde akte bevat tevens een latere vermelding betreffende een verbetering opgemaakt op 18 juni 2009 op last van een uitspraak d.d. 9 maart 2009 van deze rechtbank, waardoor ondermeer de geslachtsnaam van het kind is gewijzigd in [geslachtsnaam moeder] en de voornamen en geslachtsnaam van de moeder in [voornamen ] en [geslachtsnaam moeder].
- De geboorteakte is op 18 juni 2009 eveneens en ondermeer verbeterd ten aanzien van de plaats en dag van geboorte van de moeder van het kind.
- Verzoekster en de minderjarige zijn Burger van Nigeria.
Beoordeling
Doorhaling van de akte van de burgerlijke stand
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Nu het verzoek strekt tot doorhaling van een in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand opgenomen akte zal Nederlands recht worden toegepast.
Als grondslag voor het verzoek wordt gesteld dat de geboorteakte van het kind onjuiste gegevens bevat, welke gegevens ook door middel van inmiddels gerealiseerde latere vermeldingen niet kunnen worden hersteld. De rechtbank begrijpt verzoekster aldus dat zij er bezwaar tegen heeft dat uit de geboorteakte van de minderjarige de geschiedenis van de verbetering van de personalia van de minderjarige te herleiden valt.
De ambtenaar heeft aangevoerd dat hij door het plaatsen van latere vermeldingen op de geboorteakte heeft voldaan aan het Besluit burgerlijke stand 1994 (Bbs 1994) en dat de geboorteakte van het kind in overeenstemming is met de ter zake geldende wetgeving zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en de richtlijnnen opgenomen in het Besluit burgerlijke stand 1994. De geboorteakte is niet ten onrechte in de registers van de ambtenaar opgenomen, zodat ook in die zin geen grond bestaat voor doorhaling. Aanvulling van zijn register met een nieuwe akte is niet mogelijk omdat geen sprake is van een in het register ontbrekende akte. Dat de geboorteakte van het kind de huidige vorm heeft valt uitsluitend verzoekster te verwijten, aldus de ambtenaar. De ambtenaar merkt voorts op dat hij zich ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de voornamen van het kind niet als belanghebbende beschouwt en dat een dergelijke wijziging ook slechts uitsluitend kan leiden tot een volgende latere vermelding op de geboorteakte [aktenummer].
De rechtbank overweegt als volgt.
Voor zover verzoekster heeft bedoeld te stellen dat zij c.q. de minderjarige door de handelwijze van de ambtenaar in haar belangen wordt c.q. worden geschaad, stelt de rechtbank voorop dat de burgerlijke stand tot doel heeft inzicht en zekerheid te verschaffen ten aanzien van de burgerlijke staat van personen. Het (algemeen) belang om de historische en juridische werkelijkheid zowel vast te leggen als vast te houden weegt zwaarder dan het belang van verzoekster c.q. de minderjarigen bij verbetering van de geboorteakten (zie ook HR 20 oktober 1995, NJ 1996, 174, LJN: ZC1853). De rechtbank constateert dat de ambtenaar door het toevoegen van latere vermeldingen aan de geboorteakte van de minderjarige op de juiste wijze heeft voldaan aan de wettelijke en ambtelijke richtlijnen.
De ambtenaar heeft overigens ter terechtzitting aangegeven dat verzoekster de mogelijkheid heeft om een meertalig uittreksel van de geboorteakte van de minderjarige te verkrijgen. In dit meertalige uittreksel wordt slechts de huidige situatie weergegeven, zonder dat daaruit te herleiden valt hoe tot de huidige persoonsgegevens van de minderjarige gekomen is, zoals verzoekster kennelijk wilde.
De verzoeken als hiervoor vermeld onder a tot en met e zullen derhalve worden afgewezen.
Wijziging voornamen van de minderjarige
Verzoekster heeft eveneens een verzoek gedaan tot wijziging van de voornamen van de minderjarige, naar de rechtbank begrijpt, op grond van artikel 1:4, vierde lid, BW. Daarnaast verzoekt zij in verband met deze wijziging van de voornamen de ambtenaar te gelasten een nieuwe geboorteakte op te maken, zulks onder doorhaling van de akte met nummer [aktenummer].
Op het verzoek tot voornaamswijziging is ingevolge artikel 10:19 BW Nigeriaans recht van toepassing. Het is de rechtbank bekend dat niet te achterhalen is of een voornaamswijziging naar Nigeriaans recht mogelijk is. De rechtbank is derhalve van oordeel dat ook op dit verzoek Nederlands recht dient te worden toegepast.
De rechtbank is, zoals hiervoor reeds is overwogen, van oordeel dat de geboorteakte van de minderjarige niet ten onrechte in het register van de ambtenaar voorkomt, zodat geen aanleiding bestaat voor doorhaling van deze akte.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. Gesteld noch gebleken is dat verzoekster bij de aangifte van de geboorte van de minderjarige andere namen aan de ambtenaar heeft opgegeven dan die in de akte zijn vermeld of dat het de bedoeling van verzoekster was dat de in de geboorteakte vermelde namen anders gespeld hadden moeten worden. Overigens zal de minderjarige in het maatschappelijk verkeer, doordat de gegeven namen in klank niet verschikken van de thans gewenste namen, er geen hinder van ondervinden wanneer er geen voornaamswijziging plaatsvindt.
De rechtbank zal het verzoek tot voornaamswijziging gelet op het voorgaande eveneens afwijzen.
Beslissing
De rechtbank:
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, bijgestaan door
V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 februari 2013.