ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2560
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Recht op studiefinanciering voor vreemdeling zonder verblijfsvergunning voor bepaalde tijd
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 januari 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, een Nigeriaanse vrouw, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over haar recht op studiefinanciering. Eiseres, die in Spanje met een Nederlander is gehuwd, is in augustus 2010 naar Nederland gekomen. Ze heeft een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, maar deze is door de verweerder afgewezen omdat zij niet beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd zoals vereist onder artikel 3, eerste lid, onder a, ten eerste, van het Besluit studiefinanciering 2000 (Bsf 2000).
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres rechtmatig in Nederland verblijft op basis van haar huwelijk met een Nederlander, maar dat zij geen verblijfsvergunning heeft die haar recht op studiefinanciering kan waarborgen. De verweerder heeft het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond verklaard, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 17 december 2012 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door drs. E.H.A. van den Berg.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor studiefinanciering zoals vastgelegd in de wetgeving. De rechtbank concludeert dat eiseres geen recht heeft op studiefinanciering, omdat zij niet beschikt over de vereiste verblijfsvergunning. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de verweerder in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.