ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
416244 FA RK 12-2328
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van een huwelijk op basis van Egyptisch recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2013 uitspraak gedaan over de nietigverklaring van een huwelijk dat volgens Egyptisch recht was gesloten. De man, die Egyptische nationaliteit heeft, verzocht om nietigverklaring van zijn huwelijk met een Egyptische vrouw, dat op [datum] 2009 in Egypte was voltrokken. Hij stelde dat hij ten tijde van de huwelijkssluiting al gehuwd was met een andere vrouw, wat volgens hem een huwelijksbeletsel vormde. De rechtbank heeft vastgesteld dat polygamie in Egypte slechts een relatief huwelijksbeletsel is wanneer het om een vijfde of daaropvolgend huwelijk gaat. Aangezien de man op het moment van de huwelijkssluiting niet in strijd was met de Egyptische wetgeving, werd zijn verzoek tot nietigverklaring afgewezen.

De rechtbank overwoog dat de vraag of een huwelijk kan worden vernietigd, afhankelijk is van het rechtsstelsel dat van toepassing is op de huwelijksvereisten. Aangezien het huwelijk in Egypte was gesloten, was Egyptisch recht van toepassing. De rechtbank concludeerde dat het huwelijk rechtsgeldig was, omdat het aan de formele en materiële vereisten voldeed. De man had niet aangetoond dat zijn recht op eerbiediging van zijn privéleven was geschonden door het nietig verklaren van het huwelijk.

De rechtbank heeft ook het subsidiaire verzoek van de man om erkenning van het huwelijk te weigeren, omdat het huwelijk niet in strijd was met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank heeft de verzoeken van de man afgewezen, waarbij werd vastgesteld dat de man op basis van de Egyptische regelgeving bevoegd was om een tweede huwelijk aan te gaan. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 12-2328
Zaaknummer: C/09/416244
Datum beschikking: 22 mei 2013
Nietigverklaring van een huwelijk
Beschikking op het op 15 maart 2012 bij de rechtbank Haarlem ingekomen verzoekschrift van:
[de man],
de man,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. C.A. Lucardie te 's-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de vrouw],
de vrouw,
wonende te [woonplaats], Egypte;
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,
zetelend te 's-Gravenhage,
hierna: de ambtenaar.
Procedure
Bij beschikking van 10 december 2012 van deze rechtbank is de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een rapport van het Internationaal Juridisch Instituut (IJI), zulks ter beantwoording van de (voorafgaand aan de verzending van de beschikking aan partijen per e-mail aan het IJI gestelde) volgende vragen:
- Welk recht is van toepassing op een in Nederland bij de rechtbank ingediend verzoek tot nietigverklaring van een tussen een Egyptische man en een Egyptische vrouw in Egypte gesloten huwelijk, waarbij als grondslag voor het verzoek is gesteld dat het een in Egypte gesloten bigaam huwelijk betrof, welk huwelijk in Nederland reeds door echtscheiding is ontbonden?
- Indien Egyptisch recht op de nietigverklaring van toepassing is: is naar Egyptisch recht een nietigverklaring van een huwelijk mogelijk, en zo ja, wat zijn de gronden waarop een nietigverklaring gebaseerd kan zijn?
- Kan het huwelijk nog nietig verklaard worden als ditzelfde huwelijk, naar Nederlands recht, reeds ontbonden is door echtscheiding en waarbij op de echtscheiding gekozen is voor toepassing van Nederlands recht?
Het IJI had de rechtbank per mailbericht van 3 december 2012 reeds de volgende vragen gesteld:
- Wanneer is dit huwelijk in Egypte voltrokken?
- Wanneer is in Nederland de echtscheiding uitgesproken en de uitspraak
ingeschreven?
- Wie verzoekt nu de nietigverklaring van het huwelijk?
- Welke religie hangen de gewezen echtgenoten aan?
De rechtbank heeft hierop per e-mail van 4 december 2012, op grond van de inhoud van het dossier, het volgende geantwoord:
- Het huwelijk is op [datum] 2009 te [plaats], Egypte, voltrokken.
- In Nederland is op [datum] 2011 over de echtscheiding beslist; de beschikking is op [datum] 2012 ingeschreven in het register van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
- De man verzoekt nietigverklaring van het huwelijk.
- Partijen zijn moslim.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- het rapport d.d. 5 december 2012 van het IJI, kenmerk: lf-22.361;
- de brief d.d. 2 januari 2013 van de zijde van de man;
- de brief d.d. 24 januari 2013 van de ambtenaar.
Beoordeling
De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Uit het rapport van het IJI komt het volgende naar voren.
Nu het huwelijk is voltrokken in Egypte tussen een Egyptische man en een Egyptische vrouw, en aannemelijk is dat op dit huwelijk zowel formeel als materieel het Egyptisch recht is toegepast, is op de nietigverklaring van het huwelijk Egyptisch recht van toepassing.
Een volgens Egyptisch recht gesloten huwelijk kan nietig of vernietigbaar zijn, wanneer er sprake is van een absoluut of relatief huwelijksbeletsel. Polygamie wordt in geen van de geraadpleegde bronnen genoemd als huwelijksbeletsel. Het geldt in Egypte wel als relatief huwelijksbeletsel wanneer het een vijfde of daarop volgend huwelijk betreft. De eerste echtgenote van een man kan, indien zij door het volgende huwelijk van haar man geschaad wordt, echtscheiding en schadevergoeding verzoeken. Polygamie is evenwel doorgaans geen grond voor de vrouw om echtscheiding of nietigverklaring van een huwelijk te verzoeken.
Het IJI heeft op grond van haar beschikbare documentatie over het Egyptisch huwelijksrecht niet kunnen vaststellen of polygamie een grond is voor nietigverklaring op verzoek van de man. In het algemeen wordt echter aangenomen dat polygamie in een land waar dit is toegestaan, geen grond oplevert voor nietigverklaring van het huwelijk.
Het IJI heeft tot slot niet kunnen vaststellen of een nietigverklaring na een huwelijksontbinding mogelijk is.
In zijn reactie op de rapportage van het IJI heeft de man - kort samengevat - betoogd dat sprake is van strijd met artikel 8 EVRM, indien voor hem noch in Egypte noch in Nederland de mogelijkheid bestaat de nietigverklaring van het bigame huwelijk te bewerkstelligen. Om die reden meent de man dat zijn verzoek tot nietigverklaring van het bigame huwelijk moet worden beoordeeld aan de hand van Nederlands recht.
De man heeft zijn verzoek aangevuld met een subsidiair verzoek tot het verklaren voor recht dat het huwelijk van partijen wegens strijd met de Nederlandse openbare orde hier te lande niet als rechtsgeldig kan worden erkend.
De ambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat van strijdigheid met artikel 8 EVRM geen sprake kan zijn, nu de man uitsluitend de Egyptische nationaliteit heeft en volgens zijn personele statuut met meerdere vrouwen getrouwd mag zijn. Terzijde heeft de ambtenaar opgemerkt dat het huwelijk van de man en de vrouw niet in zijn register is ingeschreven, zodat bij een toewijzende beslissing niet aan administratieve verwerking van de beslissing van de rechtbank zal kunnen worden toegekomen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Nietigverklaring huwelijk
Aan de orde is primair de vraag of het tussen de man en de vrouw op [datum] 2009 in Egypte gesloten huwelijk, dat op [datum] 2012 in Nederland door echtscheiding is ontbonden, op de voet van het bepaalde in artikel 1:69 BW nietig kan worden verklaard, nu de man ten tijde van de huwelijkssluiting reeds was gehuwd met een andere vrouw (welk huwelijk op zijn beurt is gesloten in Nederland op [datum] 2003 en eveneens in Nederland door echtscheiding is ontbonden, en wel op [datum] 2010).
De vraag of een huwelijk kan worden vernietigd en wie de nietigheid op welke gronden en met welke gevolgen kan inroepen, is naar algemene opvatting onderworpen aan het rechtsstelsel dat van toepassing is op de vraag of het huwelijk formeel en materieel geldig tot stand is gekomen. Het rechtsstelsel dat de formele en materiële huwelijksvereisten stelt, is derhalve tevens bepalend voor de sanctie op de overtreding van deze vereisten (zie in dit verband de conclusie van A-G Strikwerda bij Hoge Raad 16 oktober 1998, NJ 1999/6, paragraaf 9). Nu het huwelijk van de man en de vrouw in Egypte is gesloten, is de vraag of het huwelijk van partijen formeel (ten aanzien van de vorm van de huwelijksvoltrekking) en materieel (ten aanzien van de vereisten tot het aangaan van het huwelijk) rechtsgeldig tot stand is gekomen, in beginsel onderworpen aan het recht van Egypte. De vraag of het huwelijk van partijen nietig verklaard kan worden en, zo dit het geval is, op welke gronden, wordt derhalve beheerst door Egyptisch recht. Nu partijen beiden moslim zijn, gaat de rechtbank ervan uit dat de wijze van huwelijkssluiting (en daarmee tevens de vraag of het huwelijk nietig kan worden verklaard) niet alleen wordt beheerst door het Egyptische Burgerlijk Wetboek, maar ook door Islamitische regelgeving, te weten de Wet inzake het personenrecht en de erfopvolging volgens de Hanefitische ritus van 1875.
Volgens de op partijen toepasselijke Egyptische regelgeving komt een rechtsgeldig huwelijk tot stand, wanneer sprake is van een aanbod tot en aanvaarding van een huwelijk ten overstaan van twee mannelijke (of één mannelijke en twee vrouwelijke) getuigen die allen toerekeningsvatbaar, mondig en moslim zijn. In het licht van de stellingname van de man gaat de rechtbank ervan uit dat aan deze eisen is voldaan. Nu bovendien beide partijen ten tijde van de huwelijkssluiting meerderjarig waren, stelt de rechtbank vast dat het huwelijk tussen partijen naar Egyptisch recht als rechtsgeldig moet worden aangemerkt.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of de toepasselijke regels van Egyptisch recht voorzien in de mogelijkheid van een verzoek tot nietigverklaring van het huwelijk, zoals in dit geval door de man is gedaan. De man grondt zijn verzoek op de stelling dat hij ten tijde van de huwelijksvoltrekking reeds was gehuwd met een andere vrouw. Polygamie vormt evenwel naar Egyptisch recht slechts een huwelijksbeletsel, indien het het vijfde of daaropvolgende huwelijk van de man betreft. Het Egyptische recht biedt dus geen aanknopingspunt voor het verzoek van de man tot nietigverklaring van het huwelijk.
In het licht van het vorenstaande luidt de slotsom dat het primaire verzoek van de man moet worden afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat afwijzing van de door de man gewenste nietigverkaring geen strijd oplevert met het bepaalde in artikel 8 EVRM. De man heeft immers op geen enkele wijze onderbouwd in welk opzicht zijn recht op eerbiediging van zijn privé leven, zijn familie- of zijn gezinsleven zou zijn geschonden door het achterwege blijven van nietigverklaring.
Erkenning huwelijk
Verzoeker stelt zich subsidiair op het standpunt dat zijn tweede huwelijk in strijd is met het in Nederland geldende rechtsbeginsel dat eenieder slechts met één persoon tegelijk getrouwd mag zijn (vgl. art. 1:33 BW) en dat het door hem gesloten bigame huwelijk daarom - naar de rechtbank begrijpt wegens kennelijke onverenigbaarheid met de Nederlandse openbare orde - niet voor erkenning in Nederland in aanmerking komt.
De rechtbank stelt vast dat de man de Egyptische nationaliteit bezit en dat hij op grond van de op hem toepasselijke Egyptische regelgeving bevoegd was in Egypte een tweede huwelijk aan te gaan. De rechtbank stelt vervolgens vast dat zowel het eerste huwelijk van de man als het huwelijk waaraan hij thans erkenning wenst te onthouden, door echtscheiding is ontbonden. Als gevolg van de ontbinding van het eerste huwelijk op [datum] 2010 is het bigame karakter van het tweede huwelijk per die datum komen te vervallen en dient dat huwelijk als rechtsgeldig te worden beschouwd. Om die reden kan de man thans geen beroep meer doen op strijd met de openbare orde en staat niets in de weg aan erkenning van het tweede huwelijk. Een en ander brengt met zich dat ook het subsidiaire verzoek van de man dient te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
wijst de verzoeken van de man af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. I.D. Bellaart, A.M. Brakel en J. Brandt, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 mei 2013.