ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2349
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en verzoek tot teruggeleiding van minderjarigen naar Egypte
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot teruggeleiding van twee minderjarige kinderen naar Egypte, ingediend door de vader. De ouders oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit, maar de vader had enkel toestemming gegeven voor een vakantie naar Nederland, niet voor een permanent verblijf. De kinderen, die op het moment van indiening van het verzoekschrift al negentien maanden in Nederland verbleven, zijn geworteld in hun nieuwe omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, gezien hun jonge leeftijd, sterke emotionele en sociale banden hebben opgebouwd in Nederland, waaronder school, vrienden en familie. De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding afgewezen, omdat de moeder voldoende heeft aangetoond dat de kinderen geworteld zijn in Nederland. De rechtbank heeft ook overwogen dat de afwijzing van het verzoek tot teruggeleiding geen invloed heeft op het contact tussen de vader en de kinderen, en dat de moeder heeft toegezegd te zorgen voor regelmatig contact via Skype. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familierechtelijke procedures.