ECLI:NL:RBDHA:2013:CA1659

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C/09/441742 JE RK 13-1058
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in gesloten jeugdzorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2013 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden had verzocht om deze machtiging, omdat de minderjarige, die feitelijk verblijft in een strafrechtelijke inrichting, ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont. De minderjarige heeft een geschiedenis van problematisch gedrag, waaronder het onttrekken aan behandeling en problemen met gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie van de minderjarige zorgwekkend is en dat hij een gedegen behandeling nodig heeft om zijn ontwikkeling te waarborgen.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de ernst van de situatie van de minderjarige benadrukt. Hij heeft een beperkt zelfinzicht en inzicht in oorzaak en gevolg, wat zijn ontwikkeling ernstig belemmert. De rechtbank heeft geconcludeerd dat een plaatsing in de gesloten jeugdzorg noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg onttrekt. De rechtbank heeft de machtiging verleend met ingang van 6 mei 2013, en deze loopt tot 27 maart 2014. De ouders van de minderjarige hebben ingestemd met het verzoek, en de rechtbank heeft de argumenten van de advocaat van de minderjarige, mr. P. Drenth, meegewogen, die stelde dat er binnen het civiele kader betere hulp beschikbaar is.

De rechtbank heeft de beschikking uitgesproken in aanwezigheid van de betrokken partijen, waaronder de ouders en de minderjarige zelf. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de ingediende stukken en de verklaringen ter zitting. De rechtbank heeft de machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen en het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: JE RK 13-1058
Zaaknummer: C/09/441742
Datum beschikking: 2 mei 2013
Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg
Beschikking op het op 26 april 2013 ingekomen verzoekschrift van:
de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, vestiging Den Haag Centrum/Scheveningen (verder: Bureau Jeugdzorg),
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [datum] 1996 te [plaats A],
kind uit het door echtscheiding ontbonden huwelijk van:
[mijnheer A],
de vader,
wonende te [plaats B],
en
[mevrouw B],
de moeder,
wonende te [plaats B],
die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen.
De minderjarige verblijft feitelijk in Forensisch Centrum Teylingereind (in strafrechtelijk kader).
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, met bijlagen, waaronder de verklaring van Bureau Jeugdzorg dat een situatie als bedoeld in artikel 29b, derde lid, van de Wet op de Jeugdzorg zich voordoet;
- de instemmingsverklaring d.d. 1 mei 2013, van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 29b, vijfde lid, van de Wet op de Jeugdzorg, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht;
- het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg, d.d. 26 april 2013, met de daarbij behorende aanvraag.
Op 2 mei 2013 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank met gesloten deuren behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de heer [U.], namens Bureau Jeugdzorg;
- de vader;
- de moeder;
- de minderjarige;
- mr. P. Drenth, advocaat van de minderjarige.
Feiten
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 26 april 2013 de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag bevolen een advocaat aan de minderjarige toe te voegen.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 5 februari 2013 de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd van 27 maart 2013 tot 27 maart 2014.
Verzoek
Het verzoek strekt tot machtiging de minderjarige te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling. De grond voor het verzoek is, blijkens de inhoud van het verzoekschrift, onder meer gelegen in de omstandigheid dat bij de minderjarige sprake is van ADHD en ODD en een scheefgroei in de gewetensontwikkeling. De minderjarige heeft binnen diverse instellingen behandeling gehad, maar zijn gedrag verslechterde na de zomer van 2012. Hij onttrok zich aan zijn behandeling in een open behandelvoorziening en er was geen grip op hem. Voorts had de minderjarige problemen met blowen. In oktober 2012 is de minderjarige in aanraking geweest met de politie. Daarna heeft hij nog de kans gekregen aan een project mee te werken, maar is weggelopen. In januari 2013 is de minderjarige opgepakt door de politie wegens verdenking van diverse strafbare feiten. Hij is korte tijd daarna in civielrechtelijk kader geplaatst geweest in meerdere gesloten instellingen, maar ook hier was zijn verblijf niet succesvol. Vanaf eind januari 2013 verblijft de minderjarige in het kader van de voorlopige hechtenis in Teylingereind. Bureau Jeugdzorg stelt zich op het standpunt dat behandeling binnen de gesloten jeugdzorg de voorkeur verdient boven een verblijf in een inrichting in strafrechtelijk kader. Bij de minderjarige is thans sprake van een in ernst toenemende bedreiging van de sociaal-emotionele, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Hij accepteert geen gezag, onttrekt zich aan zijn behandeling, heeft een beperkt zelfinzicht en een beperkt inzicht in oorzaak en gevolg. Bureau Jeugdzorg meent dat de toekomst van de minderjarige uiterst kritiek is als hij niet de noodzakelijk geachte behandeling krijgt.
De vader, de moeder en de minderjarige hebben ingestemd met het verzochte, althans hebben zich niet tegen toewijzing daarvan verzet.
Beoordeling
Onder verwijzing naar de inhoud van het verzoekschrift heeft De heer [U.] het verzoek ter terechtzitting gehandhaafd. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de situatie van de minderjarige zeer problematisch is. Na uitgebreid overleg met diverse instanties ligt er thans een gedegen trajectplan met een langdurig perspectief voor de minderjarige. De heer [U.] heeft aangegeven dat het traject zeker een jaar in beslag zal nemen, dat de minderjarige diverse fasen zal doorlopen en dat het daarna de bedoeling is dat naar zelfstandigheid wordt toegewerkt. De minderjarige zal beginnen in Avenier en zal volgens de planning uiteindelijk binnen de JJC worden geplaatst. De heer [U.] heeft tot slot benadrukt dat de minderjarige een gedegen behandeling nodig heeft.
Mr. Drenth heeft betoogd dat er binnen het civiele kader een beter hulpaanbod is voor de minderjarige dan binnen het strafrechtelijk kader. De minderjarige wil graag het voorgestelde civiele traject gaan volgen. Mr. Drenth heeft dan ook verzocht om het verzoek van Bureau Jeugdzorg toe te wijzen.
De rechtbank is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken. Daarbij overweegt de rechtbank in het bijzonder dat de situatie van de minderjarige dermate zorgelijk is dat hij een zeer gedegen behandeling behoeft. Vanuit een plaatsing binnen de gesloten jeugdzorg kan worden gewerkt aan de problematiek van de minderjarige en kan uiteindelijk worden toegewerkt naar zelfstandigheid. De minderjarige kan per 6 mei 2013 terecht in Avenier. De rechtbank zal de verzochte machtiging dan ook afgeven met ingang van die datum.
Derhalve zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De rechtbank:
machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden de minderjarige te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg zoals bedoeld in artikel 29b, eerste lid, van de Wet op de Jeugdzorg van 6 mei 2013 tot 27 maart 2014, zulks ter effectuering van het aangehechte indicatiebesluit d.d. 26 april 2013;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Haan, voorzitter, kinderrechter, mr. C.L. Strop, kinderrechter en mr. M.F.M. de Groot, kinderrechter-plv. en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 mei 2013, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Jansen als griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift bij de griffie van het Gerechtshof te
Den Haag.
Datum Uitspraak: 2-5-2013 Instantie: Rechtbank Den Haag Zaaknummer: C-09-441742
Datum Opslag: 16-5-2013 Sector: Familie & Jeugd Concipiënt: jansen
Opmerking(en): machtiging uithuisplaatsing accommodatie gesloten jeugdzorg
Rekestnummer: JE RK 13-1058
Zaaknummer: C/09/441742
Datum beschikking: 2 mei 2013
3
Datum Uitspraak: 2-5-2013 Instantie: Rechtbank Den Haag Zaaknummer: C-09-441742
Datum Opslag: 16-5-2013 Sector: Familie & Jeugd Concipiënt: jansen
Opmerking(en): machtiging uithuisplaatsing accommodatie gesloten jeugdzorg
beschikking