ECLI:NL:RBDHA:2013:CA1183
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondertoezichtstelling van minderjarigen na vertrek naar Turkije
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 april 2013 uitspraak gedaan over de opheffing van de ondertoezichtstelling (OTS) van vier minderjarigen. De verzoeken tot opheffing zijn ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, die zich zorgen maakte over de situatie van de minderjarigen. De moeder van de kinderen was samen met hen naar Turkije vertrokken met de intentie zich daar te vestigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de OTS feitelijk niet uitvoerbaar was, aangezien de moeder geen intentie had om terug te keren naar Nederland. De kinderrechter heeft eerder, op 21 januari 2013, machtigingen tot uithuisplaatsing verleend, maar deze zijn nu komen te vervallen door de opheffing van de OTS. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de gronden voor de OTS, zoals genoemd in artikel 1:254 van het Burgerlijk Wetboek, niet meer aanwezig zijn. De zorgen over de minderjarigen zijn weliswaar aanwezig, maar onder de huidige omstandigheden is voortzetting van de OTS niet zinvol. De kinderrechter heeft de beschikking uitgesproken in aanwezigheid van de betrokken partijen, waaronder vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg en de vaders van de minderjarigen. De beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Den Haag.