ECLI:NL:RBDHA:2013:CA0851
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en intrekking beroep na vrijwillige terugkeer naar Afghanistan
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 26 maart 2013 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Eiser had op 14 november 2011 beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag, maar heeft later, op 30 oktober 2012, vrijwillig teruggekeerd naar Afghanistan via het terugkeerprogramma van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Bij zijn vertrek heeft eiser een vertrekverklaring ondertekend waarin hij verklaarde Nederland vrijwillig te verlaten en instemde met het intrekken van zijn openstaande verblijfsprocedures.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn beroep heeft ingetrokken en dat er geen omstandigheden zijn die duiden op dwang, dwaling of bedrog. De rechtbank benadrukt dat een bevoegd gedane intrekking na afloop van de beroepstermijn niet ongedaan kan worden gemaakt, tenzij er sprake is van omstandigheden die niet aan de betrokkene zijn toe te rekenen. Eiser heeft verklaard dat hij de inhoud van de vertrekverklaring volledig heeft begrepen, en de rechtbank heeft geen redenen gevonden om aan deze verklaring te twijfelen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de getuige die eiser bijstond, niet aanwezig was bij de ondertekening van de vertrekverklaring en dat de schriftelijke verklaring van eiser, die dateert van de dag voor de ondertekening, niet voldoende bewijs levert dat eiser niet op de hoogte was van de gevolgen van zijn handelingen. De rechtbank concludeert dat eiser bewust heeft gekozen voor terugkeer naar Afghanistan en dat hij zich niet heeft vergewist van andere mogelijkheden om zijn zieke moeder te bezoeken. De rechtbank verklaart het beroep van eiser vervallen en wijst op het belang van rechtsbescherming, ondanks dat er geen aanhangig beroep meer is.