ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ8774
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M. Brakel
- A.W. Spee
- Rechtspraak.nl
Vaststellen van geboortegegevens van verzoekster met onbekende nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 april 2013 uitspraak gedaan over het verzoek van een vrouw met een onbekende nationaliteit om haar geboortegegevens vast te stellen. Verzoekster, die Irak in 2001 heeft verlaten en na een verblijf in Turkije in 2003 naar Nederland is gekomen, heeft een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd op grond van artikel 8 onder a van de Vreemdelingenwet 2000. Ze heeft verzocht om analoge toepassing van artikel 1:25c lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek, omdat ze een vervangende geboorteakte nodig heeft om in aanmerking te komen voor het Nederlanderschap. Verzoekster kan echter niet terugkeren naar Irak om daar een geboorteakte te verkrijgen vanwege gezondheidsproblemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet beschikt over een geboorteakte en dat het niet mogelijk is om de in artikel 1:25c lid 1 BW genoemde categorieën van personen uit te breiden, aangezien de wetgever deze mogelijkheid niet heeft geboden. Ondanks het belang van verzoekster bij de verkrijging van het Nederlanderschap, heeft de rechtbank geoordeeld dat zij niet kan worden ontvangen in haar verzoek. De rechtbank heeft daarom verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.
De beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De zaak is behandeld op 11 maart 2013, waarbij verzoekster en haar advocaat, alsook de ambtenaar van de burgerlijke stand, aanwezig waren. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en een brief van de ambtenaar met bijlagen.