Parketnummer 09/753704-12
Datum uitspraak: 15 februari 2013
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1986 te [plaats],
wonende te [plaats],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting "Den Haag PPC" te Den Haag.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 1 februari 2013.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L.A. Pronk, en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. G.N. Weski, advocaat te Rotterdam, en door de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op 27 juli 2012 te Leiderdorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], te dwingen iets te doen of niet te doen (te weten te bellen en/of te gillen/ huilen/geluid te maken en/of (aldus) anderen te waarschuwen/alarmeren), immers heeft/is hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- op een boot geklommen/gekomen- waar voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zich bevonden- zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader hun gezichten bedekt hadden en/of een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp zichtbaar bij zich hadden (waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] vanaf die boot in het water sprongen) en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp getoond en/of op hen gericht en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (daarbij) de woorden toegevoegd "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn gaan er gewonden vallen" en/of "Mond houden, naar beneden kijken en/of "stop met gillen en/of huilen ander gaan er gewonden vallen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hun telefoon(s) hebben laten afgeven en/of die telefoon(s) in een tas gedaan en/of buiten het bereik van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] neergelegd en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gedwongen/gezegd op hun knieen te gaan zitten bij een auto en/of hun handen achter hun rug te doen en/of
- (vervolgens) de handen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] vastgebonden/vastgemaakt met (duck)tape en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gedwongen plaats te laten nemen in een auto en/of die auto te sluiten, terwijl hij, verdachtes en/of zijn mededader naast die auto bleven zitten/staan met een (vuur)wapen, althans op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp bij zich;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 juli 2012 te Leiderdorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- op een boot geklommen/gekomen- waar voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zich bevonden- zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader hun gezichten bedekt hadden en/of een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp zichtbaar bij zich hadden (waardoor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] vanaf die boot in het water sprongen) en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp getoond en/of op hen gericht en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (daarbij) de woorden toegevoegd "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn gaan er gewonden vallen" en/of "Mond houden, naar beneden kijken en/of "stop met gillen en/of huilen ander gaan er gewonden vallen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hun telefoon(s) hebben laten afgeven en/of die telefoon(s) in een tas gedaan en/of buiten het bereik van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] neergelegd en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gedwongen/gezegd op hun knieen te gaan zitten bij een auto en/of hun handen achter hun rug te doen en/of
- (vervolgens) de handen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] vastgebonden/vastgemaakt met (duck)tape en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gedwongen plaats te laten nemen in een auto en/of die auto te sluiten, terwijl hij, verdachtes en/of zijn mededader naast die auto bleven zitten/staan met een (vuur)wapen, althans op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp bij zich;
hij op of omstreeks 27 juli 2012 te Leiderdorp, tezamen en in vereniging, althans alleen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp getoond en/of op hen gericht en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn gaan er gewonden vallen" en/of "Mond houden, naar beneden kijken en/of "stop met gillen en/of huilen anders gaan er gewonden vallen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Op 27 juli 2012 kregen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een melding dat door een getuige was gezien dat een aantal mensen op de [plaats delict] in Leiden ter hoogte van café [naam café] knielden en dat zij vervolgens geboeid werden. Ter plaatse aangekomen zagen deze verbalisanten een zilverkleurige auto staan. Op de autodorpel aan de bestuurderszijde zat een man. Dit bleek later verdachte [medeverdachte 1] te zijn. De man zei tegen verbalisant [verbalisant 2] dat hij een jointje stond te draaien en trok vervolgens het autoportier naar zich toe. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat voorin de auto twee personen, te weten een man en een vrouw, zaten. Zij hadden beiden hun armen achter hun rug. De man boog met zijn bovenlichaam in de richting van het dashboard. Verbalisant [verbalisant 1] zag hierdoor dat de armen van de man achter zijn rug gekneveld waren. De man was bezweet en had een angstige blik in zijn ogen. Vervolgens wenkte de man met zijn hoofd in de richting van de man die op dat moment nog op de dorpel van de auto zat. Verbalisant [verbalisant 1] leidde hieruit af dat de man vermoedelijk wederrechtelijk van zijn vrijheid werd beroofd. Vervolgens is de man die nog op de dorpel van de auto zat, naar later is gebleken medeverdachte [medeverdachte 1], aangehouden.2
In de auto bleken uiteindelijk vier personen, te weten: [slachtoffer 4], [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], te zitten die allen gekneveld waren met grijskleurig tape.3
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij met [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] had afgesproken om met zijn drieën te gaan varen in de richting van het Joppe. Toen zij terug vaarden naar Leiderdorp kwamen zij omstreeks 23.30 uur bij de [plaats delict] aan. Zij hebben daar aangelegd ter hoogte van café "[naam café]". De vriend van [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], zou haar daar oppikken. [slachtoffer 3] kwam omstreeks 0.15 uur en kwam nog even aan boord. [slachtoffer 1] stond op een gegeven moment achterin de boot met zijn rug naar de weg. De boot lag op dat moment met de neus in de richting van de kant en lag haaks op de kade. [slachtoffer 1] hoorde gestommel en hoorde één van de dames gillen. Hierop draaide [slachtoffer 1] zich om en zag twee gemaskerde, in het zwart geklede mannen, waarvan één met een opvallend kort vuurwapen in de hand. [slachtoffer 1] hoorde, dat deze man "meekomen, meekomen" riep. Hierop is iedereen overboord gesprongen. Omdat er werd gedreigd met een vuurwapen is [slachtoffer 1] toch weer uit het water geklommen. [slachtoffer 3] deed dat ook. [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] waren achter de boot gaan liggen, maar zijn ook uit het water geklommen. Een van de mannen bleef de hele tijd het vuurwapen op hen richten alsof hij zou gaan schieten. [slachtoffer 1] hoorde een van de mannen een paar keer zeggen: "Maak je geen zorgen, we komen niet voor jullie, we komen voor iemand anders. Er gebeurt jullie niets." De Volkswagen Polo van [slachtoffer 3] stond bij cafe [naam café] geparkeerd met de neus richting weiland. Allen moesten, zo verklaart [slachtoffer 1], op hun knieën voor de Polo gaan zitten en hun handen op de rug doen. Vervolgens werden zij allen getaped, [slachtoffer 3] als eerste. Tijdens het tapen hoorde [slachtoffer 1] één van de daders zeggen: "Mond houden en naar beneden kijken." Vervolgens werden zij één voor één in de auto gezet. [slachtoffer 1] op bijrijdersstoel, [slachtoffer 4] op de bestuurdersstoel, [slachtoffer 2] linksachter en [slachtoffer 3] rechtsachter. Eén van de daders zei: "Rustig blijven zitten, we gaan vanzelf weg. Er komen straks twee mensen en dan zijn we weg." Eén van de mannen liep vervolgens met de tas van [slachtoffer 4] naar een boom voor de auto. Hij zette de tas naast de boom met de telefoon ernaast. Toen iedereen in de auto zat gingen de deuren dicht. Eén van de mannen deed de autosleutel in het contact en deed het raam een stukje naar beneden. Zij konden zo horen wat er in de auto werd gezegd. De mannen stonden voor de auto toen er vanuit de [straat] een (politie-)auto kwam aangereden. Eén van de mannen stond inmiddels naast een geparkeerd busje. [slachtoffer 1] zag dat de man opeens wegrende. De andere man ging door zijn knieën. Een agent vroeg aan hem wat hij aan het doen was. De man zei: "Wij zijn gewoon aan het praten." Tegen een andere agent knikte [slachtoffer 1] dat alles goed was. Hij ging voorover zitten om te laten zien dat hij gekneveld was. De agent zag dat hij was gekneveld, liep naar zijn collega waarna de man die bij de auto was achtergebleven werd aangehouden.4
[slachtoffer 2]5, [slachtoffer 4]6 en [slachtoffer 3]7 hebben op hoofdlijnen gelijkluidende verklaringen als die van [slachtoffer 1] afgelegd. [slachtoffer 3] heeft, in aanvulling op de verklaring van [slachtoffer 1], nog verklaard dat ieder zijn telefoon moest inleveren, dat deze in de tas van [slachtoffer 4] werden gedaan en dat die tas bij een boom werd neergelegd. Verder heeft hij de man met het wapen nog horen zeggen: "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn, dan gaan er gewonden vallen."8
[slachtoffer 2] heeft, in aanvulling op de verklaring van [slachtoffer 1], nog verklaard dat zij een van de mannen heeft horen zeggen dat zij moest ophouden met gillen, anders ging er sowieso wat gebeuren.9 Later heeft zij verklaard dat zij een van de mannen hoorde zeggen dat zij moest stoppen met huilen, anders zouden er sowieso gewonden vallen of geschoten worden.10
Getuige [getuige 1], woonachtig aan de [plaats delict] te Leiderdorp, heeft verklaard dat hij heeft gezien dat een aantal personen geknield voor een auto zat en dat zij hun handen achter hun rug hielden. [getuige 1] heeft hierop de politie gebeld. Toen de politie een paar minuten later kwam zag hij dat een persoon wegrende via zijn erf ([adres getuige 1]).11
Een hondengeleider is, nadat [getuige 1] aan een van de verbalisanten ter plaatse had verteld dat iemand over zijn erf was weggerend naar het weiland achter zijn huis12, met zijn speurhond op de plaats-delict gekomen. De speurhond heeft het weiland en het erf van [adres getuige] afgezocht. De speurhond heeft vervolgens in het weiland achter voornoemd erf een geurspoor opgepikt. Dit geurspoor liep weer door naar een weiland, gelegen achter [adres getuige]. Op ongeveer 400 meter afstand van de plaats-delict trof men op aanwijzing van de speurhond in een smalle sloot een tweetal blauwkleurige latex handschoenen en een blauwkleurige jas van het merk Umbro aan. De latex handschoenen en de jas zijn in beslag genomen. Medeverdachte [medeverdachte 1] die ter plekke op de plaats-delict was aangehouden, was in het bezit van dezelfde soort handschoenen.13
De handschoenen en de kraag van de jas zijn bemonsterd. Hierbij zijn DNA-mengprofielen verkregen van ten minste drie personen, welke onder meer met het DNA-profiel van verdachte zijn vergeleken. Volgens de conclusie van het rapport matcht het DNA-profiel van verdachte met de DNA-mengprofielen.14 Later is door de desbetreffende onderzoeker van het NFI uit het DNA dat is aangetroffen op een van de handschoenen en in de kraag van de jas een hoofdprofiel afgeleid van een man. Het DNA-profiel van verdachte matcht met dit afgeleide hoofdprofiel. Hieraan is de conclusie verbonden dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-hoofdprofiel, kleiner is dan een op een miljard. 15
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De rechtbank heeft gevorderd dat verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde feit en zal worden veroordeeld ter zake van de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten.
3.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten. Volgens de raadsman van verdachte kan uit het dossier niet volgen, dat verdachte bij een van de ten laste gelegde feiten betrokken is geweest. De raadsman heeft hiervoor aangevoerd dat er weliswaar DNA van verdachte lijkt te zijn aangetroffen op een tweetal aangetroffen handschoenen, maar dat dit niet bewijst dat verdachte ook bij een van de ten laste gelegde feiten betrokken is geweest, nu er van meerdere personen DNA is aangetroffen op de handschoenen. Het betreft immers een mengprofiel van ten minste drie personen.
Daarnaast zijn de aangetroffen voorwerpen (waaronder de handschoenen met daarop onder meer het DNA van vermoedelijk verdachte) niet op de plaats-delict zelf aangetroffen. Niet vastgesteld kan daarom worden of deze voorwerpen daadwerkelijk aan de ten laste gelegde feiten kunnen worden gerelateerd. De aangetroffen jas van het merk Umbro is niet aan de slachtoffers getoond. Voorts heeft geen van de slachtoffers verklaard over een groot wit vlak op de jas van een van de daders. Het is dan ook de vraag of deze jas door een van de daders die avond is gebruikt.
Ten slotte kan niet worden uitgesloten dat cliënt eerder (in een winkel bijvoorbeeld) de aangetroffen voorwerpen heeft aangeraakt, zodat daarmee de aanwezigheid van zijn DNA op de aangetroffen voorwerpen kan worden verklaard.
3.4 De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of kan worden vastgesteld dat verdachte de van de plaats-delict weggevluchte dader is.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij het incident op de [plaats delict] te Leiderdorp en overweegt daartoe als volgt.
Vast staat dat de weggevluchte dader via het erf van getuige [getuige 1] een weiland in is gevlucht. Dit volgt immers uit de verklaring van deze getuige. In dat weiland heeft een speurhond een geurspoor opgepikt. Dat spoor leidde onder meer naar twee latex handschoenen en een jas. De twee latex handschoenen waren bovendien qua kleur, vorm en maat gelijk aan de handschoenen die bij verdachte [medeverdachte 1] zijn aangetroffen. De rechtbank twijfelt er dan ook niet over dat de latex handschoenen en de jas toebehoren aan de weggevluchte dader.
Op de handschoenen en in de kraag van de jas is een DNA-mengprofiel aangetroffen. Uit dit profiel is een hoofdprofiel vastgesteld dat matcht met het DNA-profiel van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-hoofdprofiel, kleiner is dan een op een miljard, aldus de conclusie van het NFI. Verdachte heeft geen verklaring afgelegd voor het feit dat zijn DNA -nota bene een hoofdprofiel- is aangetroffen op de handschoenen en in de kraag van de jas, noch informatie verstrekt over waar en met wie hij die avond was. Een alternatief scenario ligt dan ook verder niet aan de rechtbank ter beoordeling. Bij deze stand van zaken gaat de rechtbank er van uit dat verdachte de gebruiker is geweest van de handschoenen en de jas en dat hij dus betrokken is geweest -verdachte is de weggevluchte dader - bij de gebeurtenissen op de [plaats delict].
De rechtbank is, gelet op hetgeen de rechtbank in paragraaf 3.1 en 3.4 heeft overwogen, met de officier van justitie eens dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Wel kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
op 27 juli 2012 te Leiderdorp tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers hebben of zijn hij, verdachte, en zijn mededader met dat opzet
- op een boot gekomen- waar voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zich bevonden- zulks terwijl verdachte en zijn mededader hun gezichten bedekt hadden en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp zichtbaar bij zich hadden (waardoor die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] vanaf die boot in het water sprongen) en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en op hen gericht en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] daarbij de woorden toegevoegd "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn gaan er gewonden vallen" en "Mond houden, naar beneden kijken" en "stop met gillen en huilen anders gaan er gewonden vallen" en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hun telefoons hebben laten afgeven en die telefoons in een tas gedaan en buiten het bereik van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] neergelegd en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gedwongen op hun knieën te gaan zitten bij een auto en hun handen achter hun rug te doen en
- de handen van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] vastgemaakt met ducttape en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gedwongen plaats te laten nemen in een auto en die auto te sluiten, terwijl hij, verdachte en zijn mededader naast die auto bleven staan met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp bij zich;
op 27 juli 2012 te Leiderdorp, tezamen en in vereniging [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en op hen gericht en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd "Jullie moeten stil zijn, als jullie dat niet zijn gaan er gewonden vallen" en "Mond houden, naar beneden kijken" en "stop met gillen en huilen anders gaan er gewonden vallen".
4. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden zal opleggen.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan vrijheidsberoving van vier personen. De slachtoffers zijn ook ernstig bedreigd. Verdachte wilde samen met zijn mededader een inbraak plegen. Toen bleek dat de vier latere slachtoffers met hun boot bij de beoogde plaats van de inbraak bleven liggen hebben verdachte en zijn mededader besloten deze vier personen van hun vrijheid te beroven, zodat hij en zijn mededader ongestoord de inbraak konden plegen. Het behoeft geen betoog dat het handelen van verdachte en zijn mededader voor de slachtoffers een bijzonder angstige en traumatische ervaring moet zijn geweest, hetgeen ook is gebleken uit de ter zitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4]. Verdachte en zijn mededader hebben door hun handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijke bewegingsvrijheid van vier personen. Slachtoffers van dergelijke delicten ondervinden, naar de ervaring leert, veelal langdurig de psychisch nadelige gevolgen van het gebeurde. Verdachte heeft op geen enkele wijze inzicht willen geven in de reden voor zijn handelen, noch zijn verantwoordelijkheid hiervoor willen nemen. De rechtbank rekent dit alles de verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie betreffende de verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte al vaker met politie en justitie in aanraking is gekomen wegens misdrijven en dat aan hem hiervoor reeds gevangenisstraffen van langere duur zijn opgelegd.
De rechtbank acht een langdurige gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank zal een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Deze straf dient verdachte er van te weerhouden in de toekomst andermaal dit soort strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal aan verdachte een langere gevangenisstraf opleggen dan aan zijn medeverdachte, nu verdachte, anders dan zijn medeverdachte, reeds veelvuldig met politie en justitie in aanraking is geweest.
7. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
Als benadeelde partij hebben zich gesteld:
- [slachtoffer 4] ter zake van een vordering tot schadevergoeding voor een bedrag groot € 3.616,95 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
- [slachtoffer 3] ter zake van een vordering tot schadevergoeding voor een bedrag groot € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
- [slachtoffer 1] ter zake van een vordering tot schadevergoeding voor een bedrag groot € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
- [slachtoffer 2] ter zake van een vordering tot schadevergoeding voor een bedrag groot € 2.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan.
7.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich niet uitgelaten over de vorderingen van de benadeelde partijen.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
De vorderingen zijn namens de verdachte niet betwist en zijn voldoende onderbouwd door de benadeelde partijen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partijen rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van de onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde feiten. Gelet op het aandeel van de medeverdachte ter zake van de bewezenverklaarde feiten zal de rechtbank bepalen dat de verplichting tot betaling van de vorderingen benadeelde partij hoofdelijk zal geschieden.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van 27 juli 2012 is ontstaan.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vordering hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
8. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 47, 56, 282 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 subsidiair en feit 2:
de eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 48 (achtenveertig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 6 (zes) MAANDEN niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [slachtoffer 4], [slachtoffer 3], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hoofdelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
- [slachtoffer 4], een bedrag van € 3.616,95, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
- [slachtoffer 3], een bedrag van € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
- [slachtoffer 1], een bedrag van € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
- [slachtoffer 2], een bedrag van € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader aan de benadeelde partijen, zal zijn bevrijd tot de hoogte van de betaalde bedragen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot:
- € 3.616,95, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 4] en dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 46 dagen;
- € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 3] en dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
- € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1] en dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
- € 2.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd en dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.Th. de Boer, voorzitter,
mrs W.N.L. Donker en M.C. Bruining, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. W. Gunnewegh, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 februari 2013.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit de pagina's van het doorgenummerde proces-verbaal met het nummer PL1640 2012112411, van de regiopolitie Hollands Midden, met bijlagen.
2 Proces-verbaal van aanhouding medeverdachte [medeverdachte 1], blz. 16-17.
3 Proces-verbaal van bevindingen, blz. 43-44.
4 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], blz. 36-38 en proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1], blz. 40-41.
5 Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2], blz. 50-52.
6 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4], blz. 66-70.
7 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], blz. 61-63.
8 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3], blz. 62.
9 Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2], p. 51, regel 28-29.
10 Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2], p. 52, regel 4-5.
11 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], blz. 58-59.
12 Proces-verbaal van bevindingen, blz. 45.
13 Proces-verbaal van bevindingen, blz. 46.
14 Een rapport van het NFI, betreffende een onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een afpersing/vrijheidsberoving in Leiderdorp op 27 juli 2012, blz. 128, 132.
15 Een rapport van het NFI, betreffende een onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een afpersing/vrijheidsberoving in Leiderdorp op 27 juli 2012, blz. 229.