ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7304
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing en bepaling van omgang tussen ouders en minderjarige onder begeleiding
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing. Het verzoekschrift was ingediend door de moeder van de minderjarige, die alleen belast is met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de bezoekregeling tussen de ouders en de minderjarige probleemloos verloopt en dat uitbreiding van de bezoeken, zoals geadviseerd door de Stichting Jeugdformaat, geïndiceerd is. Echter, door praktische problemen bij de Opvoedpoli kon deze uitbreiding niet worden gerealiseerd. De kinderrechter oordeelt dat, gezien de jonge leeftijd van de minderjarige en de hechting met zijn ouders, ten minste zes contactmomenten per week noodzakelijk zijn. Indien begeleiding niet mogelijk is, dienen de contacten onbegeleid plaats te vinden, in het belang van de minderjarige.
De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van 6 februari 2013, die de ouders beperkte tot drie begeleide bezoeken per week, vervallen verklaard. In plaats daarvan is bepaald dat de ouders vijf dagen per week anderhalf uur per dag omgang met de minderjarige zullen hebben, met een extra bezoekmoment in het weekend. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de regeling onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De kinderrechter heeft benadrukt dat de veiligheid van de minderjarige voorop staat en dat de ouders, ondanks hun verzoek om meer en langer bezoek, zich moeten houden aan de nieuwe regeling die in het belang van de minderjarige is vastgesteld.