ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7304

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
JE RK 13-493 C/09/437780
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing en bepaling van omgang tussen ouders en minderjarige onder begeleiding

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing. Het verzoekschrift was ingediend door de moeder van de minderjarige, die alleen belast is met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de bezoekregeling tussen de ouders en de minderjarige probleemloos verloopt en dat uitbreiding van de bezoeken, zoals geadviseerd door de Stichting Jeugdformaat, geïndiceerd is. Echter, door praktische problemen bij de Opvoedpoli kon deze uitbreiding niet worden gerealiseerd. De kinderrechter oordeelt dat, gezien de jonge leeftijd van de minderjarige en de hechting met zijn ouders, ten minste zes contactmomenten per week noodzakelijk zijn. Indien begeleiding niet mogelijk is, dienen de contacten onbegeleid plaats te vinden, in het belang van de minderjarige.

De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van 6 februari 2013, die de ouders beperkte tot drie begeleide bezoeken per week, vervallen verklaard. In plaats daarvan is bepaald dat de ouders vijf dagen per week anderhalf uur per dag omgang met de minderjarige zullen hebben, met een extra bezoekmoment in het weekend. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de regeling onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De kinderrechter heeft benadrukt dat de veiligheid van de minderjarige voorop staat en dat de ouders, ondanks hun verzoek om meer en langer bezoek, zich moeten houden aan de nieuwe regeling die in het belang van de minderjarige is vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Kinderrechter
Rekestnummer: JE RK 13-493
Zaaknummer: C/09/437780
Datum beschikking: 19 maart 2013
Verzoek tot vervallen verklaring schriftelijke aanwijzing
Beschikking op het op 21 februari 2013 ingekomen verzoekschrift van:
[mevrouw A],
de moeder,
wonende te [plaats A],
advocaat: mr. S. van der Eijk te 's-Gravenhage,
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige 1], geboren op [datum] 2012 te [plaats C].
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
1. de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden,
(verder: Bureau Jeugdzorg),
2. [de heer D]
de vader,
wonende te ’s-Gravenhage.
Procedure
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met als bijlage een kopie van de schriftelijke aanwijzing;
- de brief, met bijlagen, d.d. 15 maart 2013 van de advocaat van de moeder.
Op 19 maart 2013 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank met gesloten deuren behandeld. Hierbij zijn verschenen:
- de moeder met haar advocaat;
- mevrouw [mevrouw E], namens Bureau Jeugdzorg;
- de vader;
- mevrouw [mevrouw F] en mevrouw [mevrouw G], namens de Raad voor de
Kinderbescherming (gehoord als informant).
Feiten
- De moeder is alleen belast met het ouderlijk gezag.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 4 januari 2013 de
minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van 6 januari 2013 tot 21 maart 2013, met
benoeming van Bureau Jeugdzorg als de stichting die de ondertoezichtstelling uitvoert.
- Voorts heeft de kinderrechter in deze rechtbank bij voormelde beschikking aan Bureau
Jeugdzorg machtiging verleend de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen
in een ziekenhuis en aansluitend in een crisispleeggezin van 6 januari 2013 tot
21 maart 2013.
- De minderjarige verblijft feitelijk in [instelling], een AWBZ-voorziening.
- Bureau Jeugdzorg heeft de moeder een schriftelijke aanwijzing gegeven op
6 februari 2013, ertoe strekkende dat de ouders drie keer per week een begeleid bezoek
hebben van anderhalf uur met de minderjarige. Deze bezoeken worden gepland in overleg
tussen ouders en begeleiders van de Opvoedpoli. De bezoeken vinden plaats tussen
maandag en donderdag.
Verzoek en verweer
Het verzoek strekt er toe de na te melden schriftelijke aanwijzing geheel dan wel gedeeltelijk vervallen te verklaren.
Bureau Jeugdzorg heeft verweer gevoerd.
Beoordeling
Nu het verzoek binnen twee weken na toezending of uitreiking van genoemde beslissing aan de verzoekster ter griffie van deze rechtbank is ingediend, is verzoekster ontvankelijk in haar verzoek.
De kinderrechter overweegt als volgt.
Met het oog op het doel van de uithuisplaatsing is een contactregeling vastgesteld tussen de minderjarige en de ouders. De ouders kunnen bij de minderjarige op bezoek komen onder begeleiding van een medewerker van Bureau Jeugdzorg of een zorgaanbieder. Met de inzet van ambulante hulpverlening van de Stichting Jeugdformaat was het mogelijk om op werkdagen dagelijks een bezoek van anderhalf uur te realiseren. Echter, omdat deze ambulante hulpverlening slechts voor vier weken kon worden ingezet, heeft Bureau Jeugdzorg voor een vervolg hiervan de Opvoedpoli benaderd die een frequent bezoek kan begeleiden en observeren. Daarbij heeft Bureau Jeugdzorg de bezoekfrequentie teruggebracht naar het voor de Opvoedpoli maximaal haalbare, te weten drie maal per week een bezoekmoment van anderhalf uur.
De ouders willen meer en langer bezoek, doch vanwege de praktische haalbaarheid en in combinatie met de zorgen over de veiligheid van de minderjarige heeft Bureau Jeugdzorg het besluit gehandhaafd tot beperking van de bezoekregeling.
De kinderrechter is ter zitting gebleken dat de bezoekregeling probleemloos verloopt en dat een uitbreiding van de bezoeken, zoals ook door de Stichting Jeugdformaat is geadviseerd, geïndiceerd is. Vanwege praktische problemen van de Opvoedpoli kan hieraan geen invulling worden gegeven, doch dat neemt niet weg dat uitbreiding van de bezoekregeling, in het belang van de minderjarige is. Er staat nog niet vast of het letsel bij de minderjarige door de ouders is veroorzaakt. Gelet op de zeer jonge leeftijd van de minderjarige en de hechting met zijn ouders is de kinderrechter van oordeel dat tenminste zes contactmomenten per week noodzakelijk zijn. De kinderrechter overweegt voorts dat in het geval het contact niet begeleid kan worden door de Opvoedpoli of door een persoon uit het netwerk van de ouders, deze contacten dan maar onbegeleid dienen plaats te vinden, zulks in het belang van de minderjarige.
Derhalve zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
verklaart genoemde schriftelijke aanwijzing d.d. 6 februari 2013 vervallen en bepaalt dat de ouders onder begeleiding omgang met de minderjarige zullen hebben:
- vijf dagen in de week 1,5 uur per dag;
- in het weekend, op zaterdag of op zondag, 1,5 uur,
en verklaart deze bezoekregeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A. van Steen, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 maart 2013, in tegenwoordigheid van A.U. Hatuina als griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Den Haag.