ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7300
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten jeugdzorg accommodatie
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 maart 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De minderjarige, geboren in 1997 in Eritrea, verblijft feitelijk in een gesloten setting vanwege aanhoudende gedragsproblemen. De kinderrechter heeft eerder op 12 februari 2013 en 13 februari 2013 voorlopige machtigingen verleend voor opname in gesloten jeugdzorg, waarbij de behandeling van het verzoek telkens werd aangehouden. Tijdens de zitting op 11 maart 2013 werd het verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland om de machtiging voor een periode van zes maanden te verlengen, besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, die zijn ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter oordeelde dat plaatsing in een meer open setting momenteel niet mogelijk is, omdat daar niet de noodzakelijke hulp kan worden geboden. De minderjarige heeft ook problemen met het accepteren van gezag en vertoont grensoverschrijdend gedrag. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot 12 september 2013, en heeft Bureau Jeugdzorg opgedragen om een persoonlijkheidsonderzoek te laten uitvoeren. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er mogelijkheden onderzocht moeten worden voor een plaatsing dichter bij de moeder van de minderjarige. De beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Den Haag.