ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7291
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van vermoedelijke mishandeling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2012. De minderjarige was op 21 december 2012 onder toezicht gesteld en er was een verzoek ingediend voor een verlenging van deze ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing. De ouders van de minderjarige, mevrouw B. en de heer C., hebben zich niet verzet tegen de ondertoezichtstelling, maar wel tegen de uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid van de minderjarige, die mogelijk het slachtoffer is van mishandeling door de ouders. Er loopt een onderzoek naar de oorzaak van het letsel van de minderjarige, en zolang daarover geen duidelijkheid is, kan de minderjarige niet terugkeren naar de ouders.
De kinderrechter heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden gemachtigd om de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een AWBZ-voorziening van 21 maart 2013 tot 21 september 2013. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk uitgevoerd kan worden, ook al kan hiertegen hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 21 december 2013, om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen.
De ouders hebben aangevoerd dat er geen bewijs is dat de verwondingen van de minderjarige door mishandeling zijn ontstaan en dat de minderjarige weer bij hen thuis kan wonen. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat de veiligheid van de minderjarige voorop staat en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om toezicht te houden op de situatie van de minderjarige. De kinderrechter heeft de beschikking gegeven in aanwezigheid van de griffier, A.U. Hatuina, en heeft de ouders de mogelijkheid geboden om binnen drie maanden hoger beroep aan te tekenen.