ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7106

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 februari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C/09/418644 / HA ZA 12-561
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing in een procedure op tegenspraak inzake Europees Betalingsbevel

In deze rolbeslissing van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 februari 2013, wordt de procedure besproken die is ingeleid via een Europees Betalingsbevel. De eiseres, [A] B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. P.G. Broekman, heeft een zeer summiere conclusie van eis ingediend tegen de gedaagde, LOBACO HANDELS GMBH, die niet door een advocaat is vertegenwoordigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingediende stukken, waaronder het Europees Betalingsbevel en de conclusie van eis, niet voldoen aan de vereisten die aan een dagvaarding worden gesteld. De eiseres wordt verzocht om een akte in te dienen waarin zij haar eis en de gronden daarvan verder uiteenzet, inclusief de gevorderde rente en contractuele boetes. Tevens dient eiseres zich uit te laten over de rechtsmacht van de Haagse rechtbank, aangezien zij deze baseert op een forumkeuze zonder nadere toelichting. De rechtbank wijst op de relevante Europese verordeningen die van toepassing zijn op de procedure, waaronder de Verordening (EG) nr. 44/2001 en de Verordening (EG) nr. 1896/2006. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 27 maart 2013 voor het nemen van een akte door eiseres. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan totdat de akte is ingediend.

Uitspraak

rolbeslissing
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/418644 / HA ZA 12-561
Rolbeslissing van 27 februari 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
gevestigd te Huizen,
eiseres,
advocaat mr. P.G. Broekman te Laren (NH),
tegen
de rechtspersoon naar Duits recht
LOBACO HANDELS GMBH,
gevestigd te Gronau, Duitsland,
gedaagde,
niet vertegenwoordigd door een advocaat.
Partijen zullen hierna [adres] en Lobaco genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het Europees betalingsbevel (408886 / HA RK 2011.761) van 7 januari 2012 van de zijde van [adres];
- het verweerschrift van 21 februari 2012 van de zijde van Lobaco;
- de beschikking van 27 maart 2012 van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarbij is bevolen dat de procedure zich in de stand waarin zij zich bevindt wordt voortgezet volgens het gewone burgerlijk procesrecht en waarbij de zaak is verwezen naar de rolzitting van 9 mei 2012 van de rechtbank ’s-Gravenhage, sector civiel recht;
- de producties overgelegd op de rolzitting van 9 mei 2012 van de zijde van [adres];
- de rolbeslissing van 19 september 2012;
- de conclusie van eis van 19 december 2012 van de zijde van [adres].
1.2. Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. De onderhavige zaak betreft een Europees betalingsbevel waartegen verweer is gevoerd. Op basis van artikel 17 lid 1 van de Verordening (EG) nr. 1896/2006 van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure heeft de rechtbank ’s-Gravenhage (vanaf 1 januari 2013: rechtbank Den Haag) de procedure verwezen naar de sector civiel (vanaf 1 januari 2013: team handel) om als rolprocedure te worden voortgezet.
2.2. [adres] heeft na de rolbeslissing van 19 september 2012 conform de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken bij oproepingsexploot van 3 oktober 2012 (in het Duits) Lobaco opgeroepen om op 28 november 2012 te verschijnen voor de onderhavige rechtbank. Voor Lobaco heeft zich geen advocaat gesteld.
2.3. Vervolgens heeft [adres] een - zeer summiere - conclusie van eis ingediend. Het Europees betalingsbevel waarmee de procedure is ingeleid en de conclusie van eis behoeven aanvulling. [adres] wordt in de gelegenheid gesteld een akte te nemen waarin zij de eis en de gronden daarvan, ook met betrekking tot de door [adres] gevorderde rente en contractuele boetes, moet uiteenzetten in overeenstemming met het voorschrift van artikel 111 lid 2 onder d en artikel 111 lid 3 Rv.
2.4. Voorts dient zij zich uit te laten over de grondslag van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter, nu zij deze - zonder nadere toelichting - baseert op een forumkeuze (waarbij de rechtbank [adres] voor de volledigheid wijst op de vereisten die artikel 23 Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken stelt aan een geldige forumkeuze) en het op de vorderingen toepasselijke recht. De akte moet derhalve voldoen aan de eisen die aan de dagvaarding op deze punten worden gesteld. Voorzover [adres] haar vordering wenst te veranderen of te vermeerderen, wijst de rechtbank op het voorschrift van artikel 130 lid 3 Rv. Ondanks dat Lobaco in de procedure is verschenen, acht de rechtbank dit artikellid van overeenkomstige toepassing op de onderhavige situatie nu zich voor Lobaco geen advocaat heeft gesteld.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verwijst de zaak naar de rol van 27 maart 2013 voor het nemen van een akte door [adres] over hetgeen is vermeld in r.o. 2.3. en 2.4.
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.L.M. Luiten op 27 februari 2013.