ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ5830
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanhouding verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 maart 2013 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming Haaglanden. De minderjarige verblijft feitelijk bij de moeder en de stiefvader, waarbij de vader heeft ingestemd met het verzoek. De advocaat van de moeder heeft verweer gevoerd, stellende dat een ondertoezichtstelling overbodig is, gezien de betrokkenheid van de moeder en stiefvader bij de opvoeding en de veilige omgeving waarin de minderjarige opgroeit. De kinderrechter heeft de moeder verzocht om informatie van de logopedist en over de opvoedingsondersteuning te overleggen.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en het rapport van de Raad. Tijdens de zitting zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de Raad, Bureau Jeugdzorg, de moeder, de vader en de stiefvader. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is gedaan vanwege zorgen over de opvoedingsomgeving en de ontwikkeling van de minderjarige. Ondanks verbeteringen in de opvoedingsvaardigheden van de moeder en stiefvader, zijn er nog zorgen over hun pedagogische vaardigheden en het inzetten van hulpverlening.
De kinderrechter heeft besloten de behandeling van het verzoek aan te houden tot 15 juni 2013, om de moeder en stiefvader de gelegenheid te geven de besproken hulpverlening te regelen. De kinderrechter zal op dat moment opnieuw beoordelen of een ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De beschikking is gegeven door mr. J.A. van Steen, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.