ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ5807
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van persoonlijke problematiek van ouders
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. Het verzoek tot verlenging was ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, die betrokken was bij de zorg voor de minderjarige. De ouders van de minderjarige hebben ingestemd met het verzoek, maar de kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de opvoedingssituatie. De minderjarige verblijft feitelijk bij de moeder, maar er zijn problemen in de communicatie tussen de ouders, wat leidt tot een onveilige situatie voor het kind. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd van 27 februari 2013 tot 13 februari 2014, met behoud van de betrokkenheid van Bureau Jeugdzorg. De kinderrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren en dat dit een ernstige bedreiging vormt voor de belangen van de minderjarige. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de ouders de adviezen van de gezinsvoogd niet opvolgen, wat de situatie verder compliceert. De kinderrechter heeft besloten dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd om de belangen van de minderjarige te beschermen en om ervoor te zorgen dat de ouders de nodige hulp en begeleiding krijgen om hun onderlinge verstandhouding te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen.