ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ5794
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. Het verzoek tot verlenging is ingediend door Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, die de minderjarige in een perspectiefbiedend pleeggezin heeft geplaatst. De moeder van de minderjarige heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, maar de kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling nog aanwezig zijn. De minderjarige voelt zich veilig bij de pleegouders, en de kinderrechter heeft besloten dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling te verlengen.
De kinderrechter heeft ook de noodzaak van onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming benadrukt, om te bepalen of de moeder in staat is om de opvoeding van de minderjarige op zich te nemen met de benodigde hulpverlening. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van zes maanden verlengd, maar het verzoek tot verdere verlenging is aangehouden tot een nader te bepalen zitting. De kinderrechter heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om contact op te nemen met de betrokken hulpverleningsinstanties om de situatie van de minderjarige verder te onderzoeken.
De beslissing van de kinderrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing onmiddellijk van kracht zijn, ondanks mogelijke beroepsprocedures. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de betrokken partijen, waaronder de moeder en vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg en Reclassering Nederland, aanwezig waren. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en benadrukt dat de hechting aan de pleegouders een belangrijke factor is, maar dat ook de mogelijkheden voor de moeder om de opvoeding op zich te nemen onderzocht moeten worden.