ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3756
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van besluiten tot korting op de bezoldiging van een ambtenaar wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, werkzaam als bijstandsconsulent bij de gemeente Rijswijk, en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eiseres was sinds 8 april 2010 arbeidsongeschikt en had in de periode daarna werkzaamheden verricht. De rechtbank beoordeelde de rechtsgeldigheid van besluiten van verweerder die de bezoldiging van eiseres kortten op basis van artikel 7:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR). De rechtbank oordeelde dat het besluit van 27 september 2010, waarbij de bezoldiging van eiseres met 10% werd gekort, in rechte vaststaat, omdat eiseres tegen dit besluit geen rechtsmiddelen heeft aangewend. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was en dat er geen sprake was van arbeidsongeschiktheid in of door de dienst. Hierdoor kwam de rechtbank niet toe aan de vraag of er abnormale of excessieve arbeidsomstandigheden waren.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat het verzoek van eiseres om schadevergoeding niet voor toewijzing in aanmerking kwam, omdat zij de gestelde schade onvoldoende had onderbouwd. De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op € 944,-. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard voor zover verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek om toelating tot haar functie en voor de weigering om het rapport van de vertrouwenspersoon te verstrekken. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.