ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2426

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C-09-434878 - FA RK 13-267
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake ouderlijke verantwoordelijkheid minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2013 uitspraak gedaan in een verzoek van de Jeugdrechtbank te Turnhout, België, om op grond van artikel 15 van de Brussel II-bis verordening de bevoegdheid te aanvaarden in de zaak betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid over de minderjarige. De minderjarige, geboren in Nederland, verblijft momenteel in België bij pleegouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige een bijzondere band met Nederland heeft, aangezien beide ouders in Nederland wonen en de minderjarige regelmatig in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de Jeugdrechtbank te Turnhout verzocht om het dossier van de zaak aan haar toe te zenden, zodat zij een weloverwogen beslissing kan nemen over het verzoek tot terugplaatsing van de minderjarige bij de vader in Nederland.

De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de Jeugdrechtbank te Turnhout op grond van de Brussel II-bis verordening bevoegd is om te beslissen over de terugplaatsing van de minderjarige, maar dat de Nederlandse rechter beter in staat is om de zaak in het belang van het kind te behandelen. De rechtbank heeft daarom de bevoegdheid aanvaard en een zitting bepaald voor de behandeling van het verzoek van de vader. De beschikking heeft tevens de status van oproeping voor de betrokken partijen.

De rechtbank heeft de betrokken partijen, waaronder de vader, de moeder en de pleegouders, in de gelegenheid gesteld om zich te laten bijstaan door een advocaat tijdens de zitting. Bureau Jeugdzorg is ook uitgenodigd om zich uit te laten over het verzoek en de benodigde maatregelen te verzoeken in het kader van de terugplaatsing van de minderjarige. De rechtbank heeft verder besloten om iedere verdere beslissing aan te houden totdat zij over de benodigde informatie beschikt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 13-267
Zaaknummer: C/09/434878
Datum beschikking: 1 februari 2013
Artikel 15 Brussel II-bis
Beschikking in de zaak van:
[de vader],
de vader,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. --.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de moeder],
de moeder,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. --,
en
[de pleegouders],
de pleegouders,
wonende te [woonplaats], België,
advocaat: mr.--.
Als informant wordt aangemerkt:
Bureau Jeugdzorg [plaats],
gevestigd te [plaats].
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder de brief d.d. 4 januari 2013 van het Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing, Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken, van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, hierna te noemen de Centrale Autoriteit waarin deze de rechtbank verzoekt het na te melden verzoek van de rechtbank te Turnhout, België, in behandeling te nemen.
Verzoek
Bij brief d.d. 24 oktober 2012 heeft de Jeugdrechtbank van eerste aanleg te Turnhout, België, via de Belgische en Nederlandse Centrale Autoriteiten, deze rechtbank verzocht
om op grond van artikel 15 van de Brussel II-bis verordening de bevoegdheid te aanvaarden in de zaak ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid over de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], welke zaak thans aanhangig is voor genoemde Jeugdrechtbank te Turnhout en strekt - samengevat - tot terugplaatsing van de minderjarige bij vader in Nederland.
Dit verzoek is ter griffie van deze rechtbank binnengekomen op 8 januari 2013.
Feiten
- De minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], is geboren uit de relatie van de vader en de moeder.
- In 2007 zijn de vader en de moeder uit elkaar gegaan.
- Na de scheiding verbleef de minderjarige aanvankelijk bij de moeder en later bij de vader. Thans is zij opgenomen in het gezin van de pleegouders te [woonplaats], België, alwaar zij gevolgd wordt door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg.
- Bij vonnis van de Jeugdrechtbank te Turnhout d.d. [datum] 2011 is de plaatsing van de minderjarige in het gezin van de pleegouders uitgesproken.
- Een bezoekregeling van de minderjarige aan de ouders in Nederland vindt plaats onder begeleiding van de pleeggezinnendienst.
- Tijdens de terechtzitting van [datum] 2012 bij de Jeugdrechtbank te Turnhout is behandeld het verzoek van de vader om de minderjarige thans bij hem in Nederland te laten terugkeren.
Beoordeling
Nu de minderjarige haar gewone verblijfplaats heeft in [woonplaats], België, is de Jeugdrechtbank te Turnhout op grond van de Brussel II-bis verordening bevoegd ten gronde te beslissen inzake het verzoek tot terugplaatsing van de minderjarige bij vader.
Ingevolge het bepaalde in artikel 15, lid 1, van de Brussel II-bis verordening kan de Jeugdrechtbank te Turnhout, bij wijze van uitzondering en in het belang van het kind, het gerecht van een andere lidstaat verzoeken zijn bevoegdheid overeenkomstig lid 5 uit te oefenen indien naar zijn inzicht een gerecht van een andere lidstaat waarmee het kind een bijzondere band heeft beter in staat is de zaak of een specifiek onderdeel daarvan te behandelen. Lid 2 van voornoemd artikel verklaart lid 1 onder meer van toepassing indien op initiatief van het gerecht daarom wordt verzocht.
De Jeugdrechtbank te Turnhout heeft op grond van genoemd artikel 15, lid 1 sub b, van de Brussel II-bis verordening het daartoe bevoegde gerecht in Nederland verzocht haar bevoegdheid overeenkomstig lid 5 uit te oefenen.
In het verzoek van de Jeugdrechtbank te Turnhout komt onder meer het volgende naar voren. De minderjarige is Nederlands onderdaan, is in Nederland geboren en had haar vorige verblijfplaats in Nederland. Beide ouders van de minderjarige zijn in [plaats] woonachtig en zij zijn met het ouderlijk gezag belast. Daarnaast bevindt zich in Nederland een uitgebreid netwerk (oudere halfzus, halfbroer, tante en grootouders). De minderjarige brengt thans alle schoolvakanties hoofdzakelijk door in Nederland. De pleegouders en de pleeggezinnendienst zijn van oordeel dat terugplaatsing bij de vader een goede oplossing is voor de minderjarige op voorwaarde dat er vanuit Nederland toezicht op de minderjarige zal zijn. Bureau Jeugdzorg [plaats] heeft zich bereid verklaard de uitvoering van de ondertoezichtstelling van de minderjarige over te nemen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank met de Jeugdrechtbank te Turnhout van oordeel dat
sprake is van een bijzondere band van het kind met Nederland waardoor de rechter alhier beter in staat is dan de rechter te Turnhout om de zaak in het belang van het kind te behandelen. Nu de vader zich op de terechtzitting van [datum] 2012 bij de Jeugdrechtbank te Turnhout akkoord heeft verklaard met de verwijzing van de zaak naar Nederland, zal de rechtbank haar bevoegdheid als bedoeld in lid 5 van artikel 15 van de Brussel II-bis verordening aanvaarden.
Alvorens op het verzoek tot terugplaatsing van de minderjarige bij vader te beslissen, heeft de rechtbank behoefte aan nadere informatie en toelichting. Zij dient te beschikken over (een kopie van) het dossier van de zaak die thans aanhangig is bij de Jeugdrechtbank te Turnhout en verzoekt daarom de Jeugdrechtbank te Turnhout dit (kopie)dossier - eventueel via de Belgische en Nederlandse Centrale Autoriteiten - aan haar te doen toekomen, uiterlijk twee weken vóór de na te noemen datum. Voorts zal de rechtbank een zitting bepalen ter gelegenheid waarvan het verzoek van vader zal worden behandeld. Vader en moeder kunnen zich eventueel laten bijstaan door een advocaat. Tot slot zal Bureau Jeugdzorg ter zitting in de gelegenheid worden gesteld zich uit te laten over het verzoek en datgene te verzoeken dat zij nodig acht in het kader van een eventuele terugplaatsing van de minderjarige bij vader.
Beslissing
De rechtbank:
- aanvaardt overeenkomstig artikel 15, lid 5, van de Brussel II-bis verordening ter zake van de ouderlijke verantwoordelijkheid over de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], de bevoegdheid;
- verzoekt de Jeugdrechtbank te Turnhout (een kopie van) het dossier - eventueel via de Belgische en Nederlandse Centrale Autoriteiten - aan haar te doen toekomen uiterlijk op 1 maart 2013;
- bepaalt dat het verzoek tot terugplaatsing van genoemde minderjarige bij vader met het doel als hierboven omschreven in de laatste alinea van de beoordeling zal worden behandeld op de terechtzitting van vrijdag 15 maart 2013 te 13.30 uur;
- bepaalt dat deze beschikking heeft te gelden als oproeping;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, tevens kinderrechter, bijgestaan door P. Lahman als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 februari 2013.