ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2426
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Olland
- P. Lahman
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake ouderlijke verantwoordelijkheid minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2013 uitspraak gedaan in een verzoek van de Jeugdrechtbank te Turnhout, België, om op grond van artikel 15 van de Brussel II-bis verordening de bevoegdheid te aanvaarden in de zaak betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid over de minderjarige. De minderjarige, geboren in Nederland, verblijft momenteel in België bij pleegouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige een bijzondere band met Nederland heeft, aangezien beide ouders in Nederland wonen en de minderjarige regelmatig in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de Jeugdrechtbank te Turnhout verzocht om het dossier van de zaak aan haar toe te zenden, zodat zij een weloverwogen beslissing kan nemen over het verzoek tot terugplaatsing van de minderjarige bij de vader in Nederland.
De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de Jeugdrechtbank te Turnhout op grond van de Brussel II-bis verordening bevoegd is om te beslissen over de terugplaatsing van de minderjarige, maar dat de Nederlandse rechter beter in staat is om de zaak in het belang van het kind te behandelen. De rechtbank heeft daarom de bevoegdheid aanvaard en een zitting bepaald voor de behandeling van het verzoek van de vader. De beschikking heeft tevens de status van oproeping voor de betrokken partijen.
De rechtbank heeft de betrokken partijen, waaronder de vader, de moeder en de pleegouders, in de gelegenheid gesteld om zich te laten bijstaan door een advocaat tijdens de zitting. Bureau Jeugdzorg is ook uitgenodigd om zich uit te laten over het verzoek en de benodigde maatregelen te verzoeken in het kader van de terugplaatsing van de minderjarige. De rechtbank heeft verder besloten om iedere verdere beslissing aan te houden totdat zij over de benodigde informatie beschikt.