ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2423

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C-09-426857 - FA RK 12-6825
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige door twee verzoekers met gezamenlijk gezag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2013 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van twee verzoekers, die beiden de Nederlandse nationaliteit hebben en de minderjarige, geboren in de Verenigde Staten, in hun gezin hebben opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige ontheven is van het ouderlijk gezag en dat de biologische vader onbekend is. De adoptie is op 29 november 2011 in New Jersey uitgesproken, waardoor de verzoekers als adoptiefouders worden erkend en gezamenlijk gezag over de minderjarige verkrijgen volgens het Nederlandse recht.

De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) in overweging genomen, met name de artikelen 1:227 tot en met 1:230, die de voorwaarden voor adoptie en gezag regelen. De rechtbank concludeert dat de adoptie door de verzoekers in het belang van de minderjarige is en dat er geen bezwaren zijn tegen de definitieve adoptie. De rechtbank wijst het verzoek om een verklaring voor recht dat de verzoekers gezamenlijk met het gezag over de minderjarige zijn belast, toe, en wijst het meer of anders verzochte af.

De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige zich goed ontwikkelt bij de verzoekers en dat zij aan de wettelijke vereisten voor adoptie voldoen. De rechtbank heeft ook de inschrijving van de geboorteakte van de minderjarige gelast, en de adoptie is officieel uitgesproken, waarbij de namen van de minderjarige zijn erkend volgens de Judgement of Adoption.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 12-6825
Zaaknummer: C/09/426857
Datum beschikking: 1 februari 2013
Adoptie
Beschikking op het op 7 september 2012 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2],
verzoekers, dan wel verzoeker sub 1 en verzoeker sub 2,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. M. Koomen te Alkmaar.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats],
zetelend te [plaats],
hierna: de ambtenaar.
Procedure
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 23 oktober 2012 van de ambtenaar;
- de brief d.d. 7 november 2012 van de zijde van verzoekers;
- de brief d.d. 5 december 2012, met bijlagen, van de zijde van verzoekers, waarmee
verzoekers hun inleidende verzoek hebben aangevuld.
Verzoek
Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank:
- de adoptie door verzoekers uitspreekt van de minderjarige [de minderjarige ], oorspronkelijk genaamd [oorspronkelijk naam minderjarige], geboren op
[geboortedatum] te [geboorteplaats], Verenigde Staten van Amerika;
- bepaalt dat verzoekers beiden met het gezamenlijk gezag over de minderjarige worden belast;
- verstaat dat de volledige namen van de minderjarige zullen blijven luiden:
[de minderjarige].
Feiten
- De minderjarige is Amerikaans burger en verzoekers hebben beiden de Nederlandse nationaliteit.
- Blijkens overgelegde uittreksels uit de basisadministratie persoonsgegevens van de
gemeente [plaats] wonen verzoekers sinds [datum] 1999 tezamen op hun
huidige adres. Verzoekers zijn niet met elkaar gehuwd.
- Bij besluit van [datum] 2009 is door de Minister van Justitie aan verzoeker sub 1 toestemming verleend tot opneming van een eerste buitenlands kind ter adoptie.
- De minderjarige woont sinds [datum] 2011 bij verzoekers in Nederland.
Beoordeling
Adoptie
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen. Toepasselijk is het Nederlandse recht, met dien verstande dat de vraag welke betekenis toekomt aan de toestemming van de biologische ouders van de minderjarige, in beginsel wordt beantwoord naar de regels die het nationale recht van de minderjarige daarover bevat.
Blijkens de 'Order Fixing Date of Preliminary and Final Hearing' d.d. 1 april 2011 van [naam]., Judge of the Superior Court of New Jersey, Chancery Division/Family Part (Verenigde Staten van Amerika) is de moeder van de minderjarige ontheven van het ouderlijk gezag over de minderjarige.
Blijkens de Judgement of Adoption d.d. 29 november 2011 van voornoemde [naam]. is volgens het recht van de staat van New Jersey op die datum de adoptie van de minderjarige ten gunste van beide verzoekers tot stand gekomen. Verzoekers kunnen worden geacht te zijn bekleed met een vorm van gezag over de minderjarige, die overeenkomt met het gezag over minderjarigen volgens Nederlands recht.
Verzoeker sub 1, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], en verzoeker sub 2, geboren op
[geboortedatum] te [geboorteplaats], hebben tenminste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het adoptieverzoek met elkaar samengeleefd.
Zij hebben de minderjarige op [datum] 2011 in hun gezin opgenomen en hebben hem sindsdien derhalve gedurende meer dan een jaar verzorgd en opgevoed.
De moeder van de minderjarige ([naam moeder]) is niet opgeroepen, daar de minderjarige in [plaats], Verenigde Staten van Amerika, reeds door verzoekers is geadopteerd. De biologische vader van de minderjarige is onbekend.
Vaststaat dat de moeder niet langer het gezag heeft over de minderjarige.
Verzoekers hebben overgelegd een op verzoek van de Centrale autoriteit interlandelijke adoptie uitgebracht rapport van de Raad voor de Kinderbescherming over de ontwikkeling van de minderjarige ([documentnummer]). De conclusie van de raad is dat de minderjarige zich voorspoedig ontwikkelt bij beide verzoekers en dat er geen bezwaren zijn tegen de definitieve adoptie van de minderjarige door de aspirant-adoptiefouders.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) - voor zover in deze zaak van toepassing - is voldaan, waarbij mede in aanmerking is genomen dat voor de adoptie door verzoeker sub 1 Beginseltoestemming van het Ministerie van Justitie is gegeven, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie als in het belang van de minderjarige toewijzen.
Namen
De namen van de minderjarige luiden volgens de Judgement of Adoption: [de minderjarige], welke naamsvaststelling volgens artikel 10:19 BW dient te worden erkend in Nederland. Nu geen wijziging van de geslachtsnaam is verzocht, komt aan artikel 1:5, derde lid, juncto 1:5, achtste lid BW geen betekenis toe en behoudt de minderjarige de geslachtsnaam: [geslachtsnaam minderjarige].
Gezag
Verzoekers hebben verzocht te bepalen dat zij beiden met het gezag over de minderjarige zullen zijn belast. Ter adstructie van hun verzoek hebben verzoekers erop gewezen dat uit de tekst van artikel 1:229 BW niet blijkt dat de adoptiefouder als gevolg van de adoptie wordt belast met het gezag over de geadopteerde. Nu verzoekers niet met elkaar zijn gehuwd en artikel 1:251 BW om die reden toepassing mist, maar zij niettemin gezamenlijk het gezag over de minderjarige willen uitoefenen, wensen zij een beslissing van de rechtbank ten aanzien van het gezag.
Uit de systematiek van de artikelen 1:227 tot en met 1:230 BW en de memorie van toelichting bij de daaraan voorafgaande Adoptiewet 1956 blijkt dat de adoptiefouders als gevolg van de adoptie op grond van voornoemde bepalingen van rechtswege worden belast met het gezag over de geadopteerde. Dit geldt ook voor de niet gehuwde adoptiefouders, die immers door de adoptie van de minderjarige beiden adoptiefouder worden in de zin van artikel 1:229 BW en daarmee ook gezamenlijk het gezag verkrijgen over de geadopteerde. In verband met het laatste verwijst de rechtbank naar de toelichting op het thans aanhangige voorstel tot wijziging van artikel 1:229 BW. Slechts wanneer sprake is van een eenouderadoptie door een niet gehuwde adoptant, brengen de artikelen 1:229 BW en 1:251 BW met zich dat de partner van de adoptiefouder niet van rechtswege wordt belast met het gezag over de geadopteerde. Deze situatie doet zich in dit geval evenwel niet voor.
Nu de adoptie door beide verzoekers zal worden uitgesproken en zij om die reden van rechtswege gezamenlijk worden belast met het gezag over de minderjarige, zal de rechtbank het verzoek te voorzien in het gezag over de minderjarige bij gebrek aan belang afwijzen. De rechtbank begrijpt evenwel het bij brief van 5 december 2012 gewijzigde verzoek aldus, dat verzoekers tevens verzoeken om een verklaring voor recht dat zij ingevolge de adoptie van rechtswege zullen zijn belast met het gezamenlijk gezag over de minderjarige. Dit verzoek zal als op de wet gegrond en in het belang van de minderjarige worden toegewezen.
Geboorteakte
Bij afzonderlijke beslissing van heden zal de rechtbank tevens de inschrijving van de geboorteakte van de minderjarige gelasten.
Beslissing
De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
[de minderjarige ], oorspronkelijk genaamd [oorspronkelijk naam minderjarige],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Verenigde Staten van Amerika,
door [verzoeker sub 1], en [verzoeker sub 2];
verstaat dat verzoekers ingevolge de adoptie van rechtswege zijn belast met het gezamenlijk gezag over de minderjarige;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Brandt, kinderrechter, bijgestaan door
mr. K.M. Heins als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 februari 2013.