ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2423
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een minderjarige door twee verzoekers met gezamenlijk gezag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2013 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van twee verzoekers, die beiden de Nederlandse nationaliteit hebben en de minderjarige, geboren in de Verenigde Staten, in hun gezin hebben opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige ontheven is van het ouderlijk gezag en dat de biologische vader onbekend is. De adoptie is op 29 november 2011 in New Jersey uitgesproken, waardoor de verzoekers als adoptiefouders worden erkend en gezamenlijk gezag over de minderjarige verkrijgen volgens het Nederlandse recht.
De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) in overweging genomen, met name de artikelen 1:227 tot en met 1:230, die de voorwaarden voor adoptie en gezag regelen. De rechtbank concludeert dat de adoptie door de verzoekers in het belang van de minderjarige is en dat er geen bezwaren zijn tegen de definitieve adoptie. De rechtbank wijst het verzoek om een verklaring voor recht dat de verzoekers gezamenlijk met het gezag over de minderjarige zijn belast, toe, en wijst het meer of anders verzochte af.
De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige zich goed ontwikkelt bij de verzoekers en dat zij aan de wettelijke vereisten voor adoptie voldoen. De rechtbank heeft ook de inschrijving van de geboorteakte van de minderjarige gelast, en de adoptie is officieel uitgesproken, waarbij de namen van de minderjarige zijn erkend volgens de Judgement of Adoption.