Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juli 2013;
- producties 1 tot en met 22 van Kettle Foods;
- producties 1 tot en met 67 van Intersnack;
- producties 23 tot en met 30 van Kettle Foods, waaronder een kostenopgave;
- producties 68 en 69 van Intersnack;
- de kostenopgave van Intersnack;
- de mondelinge behandeling met de daarbij door beide partijen overgelegde pleitnotities, waarin is doorgehaald hetgeen niet is gepleit.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
hand cookedchips markt, acht de voorzieningenrechter voorshands artificieel. Niet gesteld is dat de consument bij de aankoop van aardappelchips op voorhand een onderscheid maakt tussen de categorie
hand cookedchips en andersoortige aardappelchips en vervolgens enkel binnen die categorie zoekt naar een gewenst artikel. Dat Kettle Foods een marktaandeel van rond de 50% op de
hand cookedchipsmarkt in Nederland en België heeft, is daarom onvoldoende om aan te nemen dat ‘KETTLE’ een bekend merk is in de Benelux, laat staan in andere landen van Europa. Ten aanzien van de positie van Kettle Foods op de gewone chipsmarkt heeft Kettle Foods slechts gesteld dat haar merken in Europa behoren tot de beter verkopende merken, terwijl de genoemde percentages voor gestelde marktaandelen, zoals 1,9% van de Nederlandse chipsmarkt, de voorzieningenrechter er niet van overtuigen dat het merk bekend zal zijn. Het argument van Kettle Foods dat zij aanzienlijke aandacht heeft besteed aan reclame en marketing leidt evenmin tot een ander oordeel. Zulks is gebruikelijk om te doen voor een relatief nieuwe speler – zeker op een markt waar het gewoon is om relatief veel te adverteren – en zegt weinig over de bekendheid van het merk dat het daardoor beweerdelijk zou hebben verkregen. Hierbij speelt mee dat Intersnack er terecht op heeft gewezen dat Kettle Foods geen vergelijking heeft gemaakt met de reclameinspanning van andere chipsfabrikanten zodat een en ander niet in perspectief is te plaatsen. Bij gebrek aan enig marktonderzoek waar de bekendheid van het merk van Kettle Foods wel uit zou kunnen volgen, acht de voorzieningenrechter onaannemelijk dat het bekende merken betreft en wijst het beroep op artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE en 9 lid 1 sub c GMVo derhalve af.