Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
- Een “Asylum Seeker Temporary Permit” van de Republic of South Africa, Department of
Home Affairs. Afgiftedatum is 20 december 2011 en geldig tot 20 juni 2012;
- “Acknowledgement of receipt” van de Republic of South Africa, Deparment of Home
Affairs. Afgiftedatum is 25 oktober 2012 te Kaapstad;
- Verklaring door eiseres afgelegd tegenover de Zuid-Afrikaanse politie, dagtekening 26
oktober 2012, waarin zij verklaart dat zij voor twee weken naar Nederland reist en daarna
zal terugkeren naar Zuid-Afrika om haar werkzaamheden te vervolgen.
Voorwaarden voor afwijzingEen asielaanvraag kan op grond van deze bepaling (rechtbank: 31, tweede lid, aanhef en onder i, Vw) worden afgewezen, indien:- de asielzoeker niet rechtstreeks naar Nederland is gekomen en voor zijn komst in een ander land genoegzame bescherming genoot of had kunnen genieten tegen refoulement; en- hij naar het oordeel van de Minister in dat land verbleef of had kunnen verblijven onder ter plaatse niet als abnormaal aan te merken omstandigheden; en-gebleken is dat dit land hem zal toelaten totdat hij elders duurzame bescherming zal hebben gevonden.
Vaststelling van eerder verblijf.Als de volgende situaties cumulatief van toepassing zijn, is er sprake van een land van eerder verblijf.a. De vreemdeling is vanuit zijn land van herkomst niet rechtstreeks naar Nederland gekomen;b. Uit objectieve feiten of omstandigheden is gebleken dat de vreemdeling in het land van herkomst niet de intentie had om naar Nederland te reizen;c. De vreemdeling verbleef in het derde land of had aldaar kunnen verblijven onder omstandigheden die ter plaatse niet als abnormaal moeten worden aangemerkt.Paragraaf C4/3.9.4 Vc vermeldde ten tijde van het bestreden besluit het volgende.
Duurzame bescherming in het land van eerder verblijf
Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat uit het feit dat eiseres in Zuid-Afrika een asielaanvraag heeft ingediend en dat zij de behandeling daarvan mag afwachten niet reeds blijkt dat eiseres een verblijfstitel zal verkrijgen die duurzame bescherming tegen refoulement biedt. Uit het feit eiseres de beschikking had over een tijdelijk verblijfsrecht (Asylum Seeker Temporary Permit), dat blijkens het document twee keer verlengd kan worden, blijkt evenmin afdoende dat eiseres in het bezit zal worden gesteld van een verblijfstitel die naar zijn aard bescherming tegen refoulement biedt. Uit de door eiseres overgelegde verklaring van 26 oktober 2012 kan de rechtbank evenmin afleiden dat eiseres in Zuid-Afrika vooruitzicht heeft op een verblijfstitel die haar duurzaam beschermt tegen refoulement.
Verweerders standpunt dat voor de conclusie dat sprake is van duurzame bescherming tegen refoulement niet vereist is dat sprake
zalzijn van het verlenen van een geldige verblijfstitel die naar zijn aard daartegen duurzame bescherming biedt, maar dat de vaststelling dat een dergelijk verblijfsrecht mogelijk verleend wordt (verleend
kanworden) daartoe voldoende is, volgt de rechtbank niet. Ingevolge het beleid moet immers vastgesteld worden, alvorens artikel 31, tweede lid, en onder i, Vw kan worden tegengeworpen, dat sprake is van duurzame bescherming tegen refoulement. Met de vaststelling dat duurzame bescherming mogelijk verkregen wordt, kan zulks niet worden vastgesteld en kan niet worden uitgesloten dat de vreemdeling geen duurzame bescherming tegen refoulement geniet. Een dergelijke interpretatie zou in strijd zijn met de ratio van de voorwaarde, die zijn grondslag vindt in het Vluchtelingenverdrag.
In de in paragraaf C4/3.9.4 Vc geformuleerde uitzondering ziet de rechtbank geen aanleiding anders te oordelen.
Gelet op het voorgaande, volgt de rechtbank niet verweerders standpunt, zoals toegelicht ter zitting, dat eiseres duurzame bescherming tegen refoulement geniet, omdat zij een asielaanvraag heeft ingediend waarop nog niet beslist is en dat zij in afwachting daarvan in bezit is gesteld van een tijdelijk verblijfsrecht (Asylum Seeker Temporary Permit) dat weliswaar is verlopen maar dat mogelijk verlengd kan worden.
De rechtbank volgt eiseres dan ook in haar betoog dat verweerder zich niet zonder nadere motivering op het standpunt kon stellen dat Zuid-Afrika eiseres duurzame bescherming biedt tegen refoulement, zoals neergelegd in paragraaf C4/3.9.4 Vc.
Dat geen aanleiding bestond onderzoek te doen naar de verblijfsrechtelijke positie van eiseres in het land van eerder verblijf, zoals verweerder ter zitting heeft aangegeven, volgt de rechtbank, gelet op het voorgaande, evenmin.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de aanwijzingen van de rechtbank;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 944,- te betalen aan eiseres in verband met het beroep.