In deze zaak vorderden eisers, [A] c.s., schadevergoeding van de Staat der Nederlanden wegens onrechtmatige daad. De zaak betreft de inbeslagname van geluidsbanden van The Beatles in 2003, die door de Staat na een Brits rechtshulpverzoek aan Apple Films Limited zijn afgegeven. Eisers stelden dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door de banden niet aan hen, maar aan een derde partij af te geven, wat een inbreuk op hun eigendomsrecht zou vormen. De rechtbank heeft de procedure en de feiten rondom de inbeslagname en de daaropvolgende afdracht aan Apple Films uitvoerig behandeld. De rechtbank oordeelde dat de Staat handelde op basis van een rechterlijke beslissing, waardoor de vordering van [A] c.s. niet ontvankelijk was. De rechtbank concludeerde dat [A] c.s. niet konden aantonen dat zij de eigendomsrechten op de banden hadden verworven, en dat zij onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun schade te onderbouwen. De vorderingen van [A] c.s. werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 17 juli 2013.