ECLI:NL:RBDHA:2013:8872
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.G. van Roest
- B. Meijer
- B. Dedden
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een militair wegens wangedrag tijdens de aanhouding van een arrestant
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2013 uitspraak gedaan in een beroep tegen het ontslag van eiser, een militair werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee. Eiser was sinds 27 november 2000 in dienst en had de rang van wachtmeester 1e klasse. Het ontslag was verleend op basis van wangedrag, dat bestond uit het toepassen van offensief geweld jegens een geboeide arrestant tijdens een aanhouding op 21 november 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, na beledigingen van de arrestant, zijn zelfbeheersing verloor en geweld toepaste, wat op camerabeelden was vastgelegd. Eiser voerde aan dat zijn handelen niet als wangedrag kon worden gekwalificeerd, maar de rechtbank oordeelde dat de beelden voldoende bewijs boden voor het wangedrag. De rechtbank concludeerde dat het ontslag terecht was verleend, omdat het gedrag van eiser niet in overeenstemming was met de hoge eisen die aan KMar-militairen worden gesteld. De rechtbank weegt het organisatiebelang zwaarder dan het belang van eiser bij behoud van zijn aanstelling, en oordeelt dat het ontslag niet onevenredig was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.