Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de door de provincie aan [gedaagde] uitgebrachte dagvaarding van 1 maart 2013, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de akte overlegging productie van de zijde van de provincie;
- de akte overlegging productie van de zijde van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling in de hoofdzaak
Toetsing onteigeningsbesluit
gehelehem in eigendom toebehorende perceel ten behoeve van met name de bestemming ‘Recreatiebos’, terwijl de thans gevorderde, tot een oppervlakte van 00.58.37 hectare beperkte, onteigening nagenoeg uitsluitend geschiedt voor de bestemming ‘Verkeersdoeleinden’. Hiermee is door de Kroon geen rekening gehouden. In de visie van [gedaagde] is sprake van de situatie dat de onteigening geschiedt voor een ander doel of plan dan in de voorafgaande procedure aan de orde is geweest en geschiedt de onteigening niet ter uitvoering van het thans vigerende bestemmingsplan. Gezien het voorgaande en nu geen sprake is van een wijziging van ondergeschikte betekenis, is een volledige en inhoudelijke toetsing van de vraag of ook in de huidige omstandigheden en bij de gewijzigde inzichten de noodzaak tot onteigening is gegeven op zijn plaats, aldus [gedaagde].