ECLI:NL:RBDHA:2013:8587

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2013
Publicatiedatum
16 juli 2013
Zaaknummer
2054024/13-12875
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwangsombeschikking wegens te late beslissing op aanvraag artikel 4:17 AWB

In deze zaak heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door een gemachtigde, een vordering ingediend tegen de Staat der Nederlanden, meer specifiek het Ministerie van Veiligheid en Justitie, en de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. De eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan het vonnis is gehecht. De gedaagde partij is niet verschenen en heeft ook op andere manieren niet gereageerd, waardoor de kantonrechter heeft besloten om verstek te verlenen. De procedure heeft plaatsgevonden in de Rechtbank Den Haag, Team kanton, en de zaak is geregistreerd onder nummer 2054024/13-12875.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat deze niet onrechtmatig of ongegrond was. Daarom werd de vordering bij verstek toegewezen. De gedaagde partij werd veroordeeld om aan de eisende partij een bedrag van € 1.488,69 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rente is berekend vanaf 18 december 2012 over een bedrag van € 1.260,00 en vanaf de dag van dagvaarding over € 228,69. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van het geding, die tot dat moment zijn vastgesteld op € 455,82, inclusief een vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij van € 150,00.

Het vonnis is uitgesproken op 19 juni 2013 in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier. De kantonrechter heeft tevens verklaard dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team kanton Den Haag
W
Zaaknummer: 2054024/13-12875

Vonnis in de zaak van:

[eiser]
eisende partij
tegen
De Staat der Nederlanden (Het Ministerie van Veiligheid en Justitie; meer in het bijzonder: Centrale Verwerking Openbaar Ministerie)
gedaagde partij

Verloop van de procedure

Eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht en waarnaar wordt verwezen voor wat betreft de namen en woonplaatsen van partijen en de namen van gemachtigde(n). Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.

Beoordeling van het geschil

De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden.

Beslissing

De kantonrechter,
1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de som van € 1.488,69 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 december 2012 over € 1.260,00 ex artikel 4:98Awb en vanaf de dag der dagvaarding over € 228,69 ex 6:119BW tot de dag der voldoening;
2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op € 455,82, waaronder € 150,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.W.D. Bom en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2013 in bijzijn van de griffier.
de griffier, de kantonrechter,