Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- een (ingekort) geweer (kaliber .22 LR), zijnde dat vuurwapen zodanig gewijzigd dat het dragen ervan niet of minder zichtbaar is (p. 34) en/of
- een automatisch vuurwapen (merk Zoraki, kaliber 9 mm) (p. 42) en/of
- zes, althans meerdere handgranaten en/of een hoeveelheid springstof, (telkens) voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (p. 145)
- een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38 Special) (p. 36) en/of
- een semi automatisch pistool (merk: Povazske, kaliber 9x19 mm) (p. 39) en/of
- een semi automatisch pistool (merk: FEG, kaliber: 7.65 mm) (p. 45) en/of
- een hagelgeweer (merk Baikal, kaliber 12) (p. 149) en/of
- een geweer (merk Browning, kaliber .22 lr) (p. 151) en/of
- een (percussie)revolver (merk Uberti, kaliber .36) (p. 155) en/of
3.Bewijsoverwegingen
bewerkenvan harddrugs, zoals bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet, verricht?
bewerken voor eigen gebruikniet valt onder het
bewerkenin de zin van artikel 10a van de Opiumwet en dat dit bestanddeel aldus niet bewezen kan worden verklaard, zodat de verdachte van het onder 3 ten laste gelegde feit behoort te worden vrijgesproken.
welgezien heeft. In het licht daarvan acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de verdachte de springstof niet heeft gezien. Daarbij komt dat, nu verdachte wist dat er een grote hoeveelheid wapens en munitie aanwezig was, hij deze naar zijn zeggen ter terechtzitting zelf naar de zolder heeft gebracht en hij tevens voorwerpen heeft gezien die hij vond lijken op handgranaten, hij minst genomen de aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard dat er nog andere - zeer gevaarlijke - voorwerpen op zolder lagen.
eenstrafbaar feit als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet (Kamerstukken II, 1989-1984, 17 975, nr. 5, p. 10). Onder een dergelijk strafbaar feit valt het opzettelijk handelen in strijd met artikel 2, onder B, waarin ‘bewerken’ van harddrugs wordt genoemd. Hoewel uit de geschiedenis van de totstandkoming van de wet volgt dat de bepaling primair gericht was op de ‘grote jongens’ achter de drugshandel, blijkt hieruit niet dat de wetgever de bedoeling heeft gehad om bij overtreding van dit artikel de vervolgbaarheid van de ‘kleine(re) jongens’ uit te sluiten. Uit de tekst van de wet valt dat evenmin af te leiden. Niet valt in te zien dat aan de term ‘bewerken’ in de zin van artikel 10a van de Opiumwet een andere betekenis toe zou komen.
- een (ingekort) geweer (kaliber .22 LR), zijnde dat vuurwapen zodanig gewijzigd dat het dragen ervan niet of minder zichtbaar is en
- een automatisch vuurwapen (merk Zoraki, kaliber 9 mm) en
- een hoeveelheid springstof, bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing
- een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38 Special) en
- een semi automatisch pistool (merk: Povazske, kaliber 9x19 mm) en
- een semi automatisch pistool (merk: FEG, kaliber: 7.65 mm) en
- een hagelgeweer (merk Baikal, kaliber 12) en
- een geweer (merk Browning, kaliber .22 lr) en
- een (percussie)revolver (merk Uberti, kaliber .36)
4.De strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid (vuur)wapens, munitie passend bij deze wapens en springstof. Het voorhanden hebben daarvan is een ernstig delict, gezien het onaanvaardbare risico voor de veiligheid van personen en de dreiging die daarvan in het algemeen uitgaat. Hiertegen dient dan ook streng te worden opgetreden.
7.De inbeslaggenomen goederen
bijlage Aaan dit vonnis is gehecht) onder 1, 2, 3 en 4 genummerde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
8.De toepasselijke wetsartikelen
- b, 36c, 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- van de Wet wapens en munitie;
- a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
9.De beslissing
24 (vierentwintig) MAANDEN;