Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het incident tot tussenkomst
2.De feiten
- De kwalitatieve gunningcriteria worden door het beoordelingsteam beoordeeld middels een cijfer:
- Het beoordelingsteam kent per gunningcriterium een waardering toe in de vorm van een cijfer van 1 t/m 10.
- Het beoordelingsteam komt in gezamenlijk overleg unaniem tot één definitief cijfer voor elk van de gehanteerde gunningcriteria.
- Het beoordelingsteam baseert haar cijfers op het totaalbeeld van de kwaliteit van de Inschrijving met betrekking tot de desbetreffende gunningcriteria.
- De beoordeling vindt afzonderlijk en op basis van onderling vergelijk van de Inschrijvingen plaats.
- In de beoordeling worden de onderstaande cijfers gebruikt om het verschil in de Inschrijving, naar het oordeel van het beoordelingsteam, tot uiting te laten komen.
4.Verificatievergadering met drie beste inschrijvers.
- StarKozijn Katwijk V.O.F.
- KBM Onderhoud en Renovatie B.V.
- Thunnissen Onderhoud Holding B.V.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
na een bevestigende positieve verificatiebesprekingworden gegund aan de inschrijvers met de hoogste scores. Die gang van zaken wordt bevestigd in punt 4 van de offerteaanvraag, waarin staat vermeld dat de drie hoogst scorende inschrijvers in aanmerking zullen komen voor de uiteindelijke gunning van een raamovereenkomst en dat het gunningsvoornemen dient te worden bekrachtigd door een verificatievergadering. De inhoud van deze bepalingen valt niet te rijmen met de stelling van Oegstgeest dat Dunavie pas op 20 februari 2012 voor het eerst kenbaar heeft gemaakt dat er sprake zou zijn van een voorlopige gunning. In het geschil waarover de rechtbank Utrecht heeft geoordeeld in een uitspraak van 4 januari 2013 (LJN BY7759), waarnaar Oegstgeest verwijst, was – anders dan in onderhavig geschil – een vormvereiste voor de aanvaarding van het aanbod nergens in de aanbestedingsstukken uitdrukkelijk opgenomen. Gelet op de bepalingen in de offerteaanvraag is op 10 januari 2013 niet definitief aan Oegstgeest gegund en had Oegstgeest er ook niet op mogen vertrouwen dat zonder meer definitief aan haar zou worden gegund. De felicitaties van de zijde van Dunavie maken dat niet anders, net zomin als de wijze waarop werknemers van Oegstgeest de gang van zaken hebben ervaren. Die felicitaties hadden immers betrekking op de voorlopige uitslag, die vooraf ging aan de vereiste verificatievergadering. Een en ander leidt ertoe dat de primaire vorderingen van Oegstgeest die het bestaan van een overeenkomst tot uitgangspunt nemen, zullen worden afgewezen. Het subsidiaire betoog van Oegstgeest stuit af op hetgeen hierna zal worden overwogen, waarbij opmerking verdient dat Oegstgeest mede zal profiteren van de gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van [eiseres] die evenwel deels een andere grondslag hebben.