Uitspraak
de Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder
Overwegingen
schriftelijketoestemming hadden en deze op een later moment konden overleggen, staat hier los van.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een ambtenaar, verzoeker, tegen de Minister van Veiligheid en Justitie. Verzoeker, die werkzaam was als senior beleidsmedewerker, had bezwaar gemaakt tegen de verlenging van zijn schorsing en het besluit tot onvoorwaardelijk disciplinair ontslag, dat was opgelegd vanwege het ongeoorloofd proberen mee te nemen van een printer zonder toestemming van een leidinggevende. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker op cruciale momenten verkeerde keuzes heeft gemaakt en niet de ernst van de situatie heeft ingezien. Ondanks zijn lange staat van dienst en ervaring, heeft hij niet gehandeld zoals van een ambtenaar verwacht mag worden. De rechter oordeelde dat de disciplinaire straf van ontslag gerechtvaardigd was, gezien de ernst van het plichtsverzuim en de vertrouwensrelatie die door zijn handelen was beschadigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de rechter benadrukte dat de beslissing niet bindend was voor de bodemprocedure. De uitspraak is openbaar gedaan en er kan geen hoger beroep tegen worden ingesteld.