Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 15 februari 2013, met producties 1 t/m 15;
- de beslissing van de rechtbank van 1 maart 2013, waarin aan partijen wordt medegedeeld dat deze zaak is geselecteerd voor het project civiele procesinnovatie;
- de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 1], met productie 1;
- de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 2], met productie 1;
- het tussenvonnis van 10 april 2013, waarin de reeds bepaalde comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 24 mei 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
5.De beslissing
€ 93,50 voor kosten inleidende dagvaarding inclusief BTW;
€ 3,26 voor informatiekosten;
€ 96,76 in totaal derhalve, te voldoen door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.580 ten name van Ministerie van Veiligheid en Justitie Arrondissement Den Haag 537, onder vermelding van “proceskostenveroordeling” en het zaak- en rolnummer;
€ 75,- aan griffierecht;
€ 1.158,- aan salaris advocaat;
€ 1.233,- in totaal derhalve,