ECLI:NL:RBDHA:2013:3610

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
09-758675-12
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van bedreiging en chantage met naaktfoto's

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, stond de verdachte terecht op verdenking van het plegen van bedreiging en chantage. De verdachte zou geprobeerd hebben om een geldbedrag van 1000 euro af te persen van de aangeefster, met wie hij een relatie had gehad, door te dreigen met de verspreiding van naaktfoto's en filmopnames. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 15 november 2012, 6 februari 2013 en 20 maart 2013. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak.

De rechtbank heeft de verklaringen van de aangevers en getuigen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank stelde vast dat, hoewel de verklaringen aanknopingspunten boden voor de verdenking, er geen bewijs was dat de bedreigingen gericht waren op het verkrijgen van het geldbedrag. Ook het dreigen met de verspreiding van naaktfoto's kon niet worden bewezen, aangezien de verdachte ontkende betrokken te zijn bij de verspreiding van deze beelden.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het wettig en overtuigend bewijs ontbrak om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte is dan ook integraal vrijgesproken van alle beschuldigingen. Dit vonnis is uitgesproken op 3 april 2013 door de meervoudige kamer van de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/758675-12
Datum uitspraak: 3 april 2013
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1986 te [plaats 1],
adres: [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 15 november 2012, 6 februari 2013 en 20 maart 2013.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. van der Zwan en van hetgeen door de raadsman van verdachte,
mr. H. Sytema, advocaat Den Haag, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijzigingen van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 31 januari 2012 te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp en/of te
[plaats 2], in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en / of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] te dwingen tot de afgifte van enig
geldbedrag (te weten een bedrag van 1000 euro en/of enig (ander) geldbedrag),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1A]
en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, tegen die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] heeft gezegd
"Ik ben de vriend van je dochter [slachtoffer 1C]. Ik ben geen goede man. Ik handel in
cocaïne. Ik maak jullie hele familie allemaal af. Ik laat het huis ontploffen.
Ik wil het geld terug van de cadeau's die ik voor [slachtoffer 1C] heb gekocht" en/of
"ik ken jouw hele familie. Je hebt twee dochters, die naar school gaan op het
[school] in [plaats 2]. Ik heb niets te verliezen. Maar jij wel",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 31 januari 2012 te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp en/of [plaats 2], althans
in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaarmaking van een geheim [slachtoffer 1A]
en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C], althans een of meer perso(o)n(en), te
dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (te weten 1.000 euro en/of enig
(ander) geldbedrag), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte,
- naaktfoto's van die[slachtoffer 1C] heeft gemaakt/laten maken en/of filmopnames
heeft gemaakt/laten maken waarop die[slachtoffer 1C] naakt te zien is en/of waarop te
zien is dat die[slachtoffer 1C] seksueel contact heeft en/of
- aan die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] heeft laten weten dat hij,
verdachte, (die) naaktfoto's en/of (die) filmopnames van die[slachtoffer 1C] (terwijl
zij naakt was en/of seksueel contact had), (voorhanden) had en/of dat die [slachtoffer 1A]
en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] aan hem, verdachte, (een) geldbedrag(en) (van
1.000 euro en/of enig (ander) geldbedrag) moe(s)t(en) betalen en/of dat hij,
verdachte, die naaktfoto's en/of filmopnames (via internet en/of via e-mail
en/of via ping/whats app) (aan/zichtbaar voor derden) zou verspreiden indien
die/dat geldbedrag(en) niet door die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] aan
hem, verdachte, zou worden betaald,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 januari 2012 te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp en/of te [plaats 2], in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om[slachtoffer 1C] en/of [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] door geweld en/of enige feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of bedreiging met enige feitelijkhe(i)d(en) gericht tegen die[slachtoffer 1C] en/of [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B], wederrechtelijk te dwingen iets te doen en/of te dulden en/of
door bedreiging met smaad of smaadschrift te dwingen iets te doen en/of niet te doen en/of te dulden:
  • naaktfoto's van die[slachtoffer 1C] heeft gemaakt en/of laten maken en/of filmopnames heeft gemaakt en/of laten maken waarop die[slachtoffer 1C] naakt te zien is en/of waarop te zien is dat die[slachtoffer 1C] seksueel contact heeft en/of
  • aan die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] te laten weten dat hij, verdachte, (die) naaktfoto's en/of (die) filmopnames van die[slachtoffer 1C] (terwijl zij naakt was en/of seksueel contact had), (voorhanden) had en/of
  • tegen die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] heeft gezegd de woorden "Ik ben de vriend van je dochter [slachtoffer 1C]. Ik ben geen goede man. Ik handel in cocaïne” en/of “Ik maak jullie hele familie allemaal af” en/of “Ik laat het huis ontploffen” en/of “Ik wil het geld terug van de cadeau's die ik voor [slachtoffer 1C] heb gekocht" en/of "ik ken jouw hele familie” en/of “Je hebt twee dochters, die naar school gaan op het [school] in [plaats 2]. Ik heb niets te verliezen. Maar jij wel", althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • tegen die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] heeft gezegd dat zij/hij aan hem, verdachte, een geldbedrag van 1000 euro, althans enig geldbedrag, moest(en) geven en/of
  • tegen die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C] heeft gezegd dat hij, verdachte, die naaktfoto's en/of filmopnames (via internet en/of via e-mail en/of via ping/whats app) (aan/zichtbaar voor derden) zou verspreiden indien die/dat geldbedrag(en) niet (door die [slachtoffer 1A] en/of [slachtoffer 1B] en/of[slachtoffer 1C]) aan hem, verdachte, zou worden betaald en/of
  • aan [slachtoffer 1D] drie, althans een of meer, foto’s heeft gestuurd waarop die[slachtoffer 1C] naakt was afgebeeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 284 Wetboek van Strafrecht

3.Vrijspraak

3.1
Inleiding
In deze zaak kan op grond van het dossier en de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte worden vastgesteld dat verdachte en [slachtoffer 1C] (hierna: [slachtoffer 1C]) elkaar begin oktober 2011 via internet hebben leren kennen en vervolgens een relatie met elkaar hebben gekregen die omstreeks 20 januari 2012 definitief is geëindigd. In de tussenliggende periode hebben zij elkaar een aantal keren ontmoet in [plaats 2] en is [slachtoffer 1C] ten minste tweemaal bij verdachte thuis geweest in [plaats 3]. Bij die ontmoetingen heeft verdachte geld en cadeaus aan [slachtoffer 1C] gegeven. Tussentijds communiceerden zij met elkaar via internet en telefoon.
Verdachte heeft bij de politie een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Zowel bij de rechter-commissaris als op de terechtzitting heeft verdachte het hem ten laste gelegde ontkend.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of op grond van de beschikbare bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte heeft geprobeerd[slachtoffer 1C]
en/of haar moeder en/of haar vader door middel van verbale bedreigingen zoals in de tenlastelegging omschreven een geldbedrag van 1000 euro af te persen (feit primair, eerste cumulatief/alternatief) en/of dat bedrag af te dreigen door te dreigen naaktfoto's en/of filmopnames van[slachtoffer 1C], waarop te zien is dat zij naakt was en/of seksueel contact had, te verspreiden en/of openbaar te maken (feit primair, tweede cumulatief/alternatief).
Indien de rechtbank van oordeel is dat dit niet bewezen kan worden verklaard, moet zij vervolgens de vraag beantwoorden of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte dusdoende heeft geprobeerd op[slachtoffer 1C] en/of haar ouders dwang uit te oefenen om hen iets te laten doen of te dulden (feit subsidiair).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder primair eerste en tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde bewezen zal worden verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
[slachtoffer 1C] heeft aangifte gedaan tegen verdachte wegens bedreiging, chantage en smaad. Volgens [slachtoffer 1C] heeft verdachte tijdens hun laatste afspraak in de tweede week van januari 2012 gedreigd haar iets aan te zullen doen als zij bij hem weg zou gaan.
Vervolgens zou hij haar 's nachts op 20 januari 2012 telefonisch hebben bedreigd en heeft hij later die dag haar vader gebeld, tegen wie hij heeft gezegd dat [slachtoffer 1C] hem, verdachte, 1000 euro schuldig was en dat hij haar vader beelden van [slachtoffer 1C] zou laten zien. Daarna zou hij ook haar moeder telefonisch hebben bedreigd. Voorts heeft [slachtoffer 1C] een e-mail van verdachte ontvangen met naaktfoto's van haar.
Behalve [slachtoffer 1C] heeft ook haar vader [slachtoffer 1B] aangifte gedaan tegen verdachte. Hij heeft in zijn aangifte onder meer verklaard dat verdachte hem vaak belde en dan bedreigde en beledigde door te zeggen dat hij [slachtoffer 1C] had ontmaagd en dat hij naaktfoto's van haar had, die hij overal in [plaats 2] zou verspreiden. Tijdens een telefoongesprek heeft verdachte hem toegevoegd: "Ik ken jouw hele familie. Je hebt twee dochters, die naar school gaan op het [school] in [plaats 2]. Ik heb niets te verliezen, maar jij wel". Aangever hoorde van [slachtoffer 1C] dat verdachte tegen haar had gezegd dat hij geld in haar had gestoken en dat hij dit geld terug wilde hebben. Het ging om 1000 euro.
De moeder van [slachtoffer 1C] is als getuige bij de politie gehoord. Zij heeft verklaard dat zij tijdens een telefoongesprek dat tussen 20 en 22 januari 2012 plaatsvond tussen haar ex-man en verdachte, zelf ook verdachte aan de lijn heeft gehad, waarbij verdachte haar toevoegde dat hij de vriend van haar dochter [slachtoffer 1C] was, dat hij geen goede man was en dat hij in cocaïne handelde. Vervolgens bedreigde hij haar met de woorden: "Ik maak jullie hele familie allemaal af. Ik laat het huis ontploffen." Ook vertelde verdachte haar dat hij het geld terug wilde hebben van de cadeaus die hij voor [slachtoffer 1C] had gekocht.
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij na 20 januari 2012 nog een aantal keren telefonisch of via internet contact had gezocht met [slachtoffer 1C], omdat hij hoopte dat het weer goed zou komen tussen hen.
De kern van het strafrechtelijk verwijt dat verdachte wordt gemaakt is dat hij handelingen heeft verricht of gedreigd te verrichten teneinde [slachtoffer 1C] en/of haar vader en/of haar moeder tot afgifte van een geldbedrag van 1000 euro te bewegen of tot betaling van dat geldbedrag te dwingen.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van aangevers[slachtoffer 1C] en [slachtoffer 1B] en de verklaring van getuige [slachtoffer 1A] op zich aanknopingspunten bevatten voor de verdenking dat verdachte bedreigingen heeft geuit zoals in de tenlastelegging is vermeld. Op grond van deze verklaringen kan echter niet worden vastgesteld dat die bedreigingen werden geuit met het oog op het verkrijgen van een geldbedrag van 1000 euro. De aangevers en de getuige hebben geen van drieën verklaard dat er is gezegd dat de dreiging kon worden afgewend door € 1000 te betalen.
Voor het gestelde dreigen met het openbaar maken van naaktfoto’s of films geldt dit evenzeer en geldt daarnaast nog het volgende. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie twee foto's waarop een naakte vrouw te zien is, overgelegd aan de rechtbank. Aan verdachte is het deel van de foto’s met daarop het gezicht van de vrouw getoond en hij heeft verklaard daarop [slachtoffer 1C] te herkennen. De rechtbank begrijpt dat het voor [slachtoffer 1C] en zeker ook voor haar ouders hoogst onaangenaam en schokkend is dat dergelijke foto’s kennelijk binnen de familiekring in omloop zijn gekomen en mogelijk – zoals zij hebben verklaard - ook enige tijd op Facebook hebben gestaan. Verdachte ontkent echter daar op enigerlei wijze de hand in te hebben gehad en uit het dossier valt niet op te maken dat hij de maker van de foto’s is en/of verantwoordelijk is voor de verspreiding ervan.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat verdachte zich aan het onder primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en subsidiair ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.

4.De beslissing

De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C.M. Bouman, voorzitter,
mrs J. Eisses en A.M.G. van de Kragt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Gest, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 april 2013.