ECLI:NL:RBDHA:2013:19756
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Sassenburg
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak inzake ongewenstverklaring van een vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2013 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de ongewenstverklaring van eiser, een vreemdeling van Surinaamse nationaliteit. Eiser was ongewenst verklaard op basis van artikel 67, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had bezwaar aangetekend tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft op 17 mei 2013 een tussenuitspraak gedaan waarin verweerder in de gelegenheid werd gesteld om een motiveringsgebrek in het besluit te herstellen. Verweerder heeft echter aangegeven geen gebruik te maken van deze gelegenheid, waardoor de rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit in strijd was met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In de einduitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het betaalde griffierecht en de proceskosten van eiser, die in totaal € 944,- bedragen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.