ECLI:NL:RBDHA:2013:19732

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
09/852104-13
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen en bezit van kinderporno en dierenporno door verdachte

De rechtbank Den Haag heeft op 28 augustus 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het bezit van kinderporno en dierenporno. De verdachte, geboren op [geboortedatum] en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman mr. R.H. Dormeier. Tijdens de terechtzitting op 14 augustus 2013 werd de verdachte gehoord, evenals de benadeelde partij, [slachtoffer], die een schadevergoeding van € 830,83 vorderde. De officier van justitie, mr. B.J. Berton, eiste een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en een contactverbod met het slachtoffer.

De tenlastelegging omvatte onder andere het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer], die op het moment van de feiten nog geen 4 jaar oud was, en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat niet alle afbeeldingen voldoende feitelijk waren omschreven. Dit leidde tot een partiële nietigheid van de tenlastelegging.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele handelingen, maar achtte het bewezen dat hij ontuchtige handelingen had gepleegd door het naar beneden trekken van de maillot en het onderbroekje van het slachtoffer. Ook werd bewezen verklaard dat de verdachte in bezit was van kinderpornografisch materiaal en dierenporno. De rechtbank overwoog dat de verdachte door zijn handelen de lichamelijke integriteit van het slachtoffer had geschonden en dat dit ook grote maatschappelijke verontrusting teweegbracht.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 7 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 40 uur opgelegd en werd de verdachte verplicht tot reclasseringscontact en behandeling. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat niet was komen vast te staan dat het slachtoffer rechtstreeks schade had geleden door het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/852104-13
Datum uitspraak: 28 augustus 2013

(Verkort vonnis)

De rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
adres: [woonadres] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting "Alphen aan den Rijn" te Alphen aan den Rijn.

De terechtzitting.

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 14 augustus 2013.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.H. Dormeier, advocaat te Den Haag, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafgeding met een vordering tot schadevergoeding ad € 830,83.
De officier van justitie mr. B.J. Berton heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren en als bijzondere voorwaarden reclasseringscontact, waaronder ook valt behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling en eventueel andere voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte, alsmede dat aan verdachte een contactverbod wordt opgelegd met [slachtoffer] .
Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen laptop en computer heeft de officier van justitie gevorderd dat deze goederen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De tenlastelegging.Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 04 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk, met [slachtoffer]
, geboren op [geboortedatum slachtoffer] , die toen de leeftijd
van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het brengen van een hand in het
onderbroekje van die [slachtoffer] en/of het plaatsen van een hand op dan wel nabij
de vagina van die [slachtoffer] en/of het naar beneden trekken van de maillot en
onderbroekje van die [slachtoffer] .
2.
hij op of omstreeks 04 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk,, in elk geval
in Nederland, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager,
bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten
- negen, althans één of meer kinderpornografische filmfragmenten en/of
- 148, althans één of meer kinderpornografische afbeeldingen, te weten onder
meer:
- dit is een film met een duur van 44s14. Een meisje met een vermoedelijke
leeftijd tussen de 5 en de 10 jaar oud pijpt een volwassen man. De man heeft
een stijve penis en op zijn penis zit een beertje. Het meisje heeft de eikel
van de man in haar mond en pijpt hem. Met haar handen heeft zij de penis vast
( [bestandsnaam]
) en/of
- een afbeelding van een meisje met een vermoedelijke leeftijd tussen de 7 en
12 jaar oud. Meisje zit tussen de benen van een man en kijkt in de richting
van de man. Met haar rechterhand houdt zij de stijve penis van de man vast en
ze likt met haar tong aan de eikel van de penis ( [bestandsnaam] ) en/of
- een afbeelding bestaande uit 6 foto's. Op elke foto staat een meisje geheel
naakt met een vermoedelijke leeftijd tussen ongeveer 4 en de 7 jaar oud. Het
meisje zit/ligt op een bed in een slaapkamer. Op een foto ligt ze geheel
naakt. Op een andere foto ligt ze met haar benen opgetrokken en wijd uit
elkaar. Op een andere foto zit een man voor haar en zijn stijve penis zit
tegen of vermoedelijk in haar vagina. Op weer een andere foto zit de man op
het meisje en houdt zijn penis voor haar mond. Op weer een andere foto ligt
het meisje op haar buik en zit de man achter haar op zijn knieen en duwt zijn
stijve penis tegen haar anus ( [bestandsnaam] ) en/of
- een afbeeelding van alleen een naakt onderlichaam van een meisje met een
vemoedelijke leeftijd tussen ongeveer 3 en 8 jaar oud. Een stijve penis wordt
tegen haar anus geduwd [bestandsnaam] ),
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar
was betrokken, (telkens) in bezit heeft gehad;
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en
ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal
deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben
en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage
in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
3.
hij op of omstreeks 4 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk, in elk geval
in Nederland een of meer gegevensdrager(s), bevattende één of meer
afbeeldingen en/of filmfragmenten van seksuele gedragingen in bezit heeft
gehad, terwijl op die afbeelding(en) en/of filmfragmenten (een) ontuchtige
handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier
was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, welke voornoemde
seksuele gedragingen bestonden uit:
het door een dier oraal en/of vaginaal en/of anaal (met de penis en/of de
tong) penetreren van het lichaam van een persoon en/of
het door een dier likken en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
en/of de billen en/of de borsten van een persoon en/of
het door een persoon likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of
aanraken van de geslachtsdelen van een dier,
te weten (onder meer):
- Een afbeelding van een geheel naakte vrouw, die op haar knieen en handen
zit. Over haar rug heen zit een herdershond, die met zijn achterpoten staat
bij de benen van de vrouw. kennelijk wordt de vrouw geneukt. De kop van de
hond is naast het hoofd van de vrouw ( [bestandsnaam] ) en/of
- Een afbeelding van een geheel naakte vrouw met een vermoedelijke leeftijd
tussen de 16 en 22 jaar oud. Ze zit gehurkt onder een paard en ze likt aan de
half stijve penis van dit paard. Met haar linker hand knijpt ze in haar
linkerborst. ( [bestandsnaam] ) en/of
- Een filmfragment met een totale duur van 1m00s42. Een geheel naakte vrouw
met haar knieen op de grond en haar handen en bovenlijf op een soort bank.
Achter haar zit een zwarte hond, die zijn achterpoten naast de voeten van de
vrouw heeft en zijn voorpoten op de rug van de vrouw. de hond heeft een
stijve penis en deze penis gaat in de vagina van de vrouw. De hond maakt
neukende bewegingen.
( [bestandsnaam]
)
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en
ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal
deze collectie als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben
in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.

Partiële nietigheid van feit 2 van de tenlastelegging.

De officier van justitie heeft ten laste gelegd dat verdachte 9 filmfragmenten en/of 148 afbeeldingen, inhoudende kinderporno, in bezit heeft gehad. In de dagvaarding worden voorts 1 filmfragment en 3 afbeeldingen beschreven.
De rechtbank stelt voorop dat aan de term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ in de zin van artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt.
Dit brengt mee dat zonder een feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging een dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) gestelde eis van opgave van het feit voldoet. Oftewel, wil de dagvaarding voldoende feitelijk zijn en op dat punt voldoen aan de in artikel 261 Sv gestelde eis, dan dient de ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ nader omschreven te zijn.
Met inachtneming van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de in de onderhavige zaak uitgebrachte dagvaarding ten aanzien van het aantal afbeeldingen dat niet nader is benoemd en beschreven, niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261 Sv, nu daaraan onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard.
Partiële vrijspraak van handelingen beschreven in feit 1 van de tenlastelegging .
Ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde handelingen, bestaande uit het brengen van een hand in het onderbroekje van die [slachtoffer] en het plaatsen van een hand op dan wel nabij de vagina van die [slachtoffer] , is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte deze handelingen heeft begaan.
In het dossier bevindt zich de “de auditu” verklaring (verklaring van horen zeggen) van de moeder van [slachtoffer] , die kortweg inhoudt dat ze van [slachtoffer] heeft gehoord dat verdachte koude handen had op haar plasser. Een verklaring van horen zeggen levert op zich onvoldoende bewijs op, en kan slechts dienen ter ondersteuning van andere bewijsmiddelen.
Verdachte heeft een verklaring afgelegd over de door hem uitgevoerde handelingen. Uit die verklaring van verdachte kan niet worden afgeleid dat hij zijn hand in de onderbroek van [slachtoffer] heeft gebracht, noch dat hij zijn hand op dan wel nabij haar vagina heeft geplaatst. Hij heeft immers verklaard dat hij mogelijk en dan per ongeluk [slachtoffer] in de buurt van haar schaamstreek heeft aangeraakt, toen hij haar maillot en onderbroekje naar beneden trok, wat hij deed omdat hij naar haar “doosje” wilde kijken. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen van voormelde ten laste gelegde handelingen.
De rechtbank zal verdachte daarom van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.

Bewijsoverwegingen.

Ten aanzien van de overige onder feit 1 ten laste gelegde handelingen, te weten het naar beneden trekken van de maillot en onderbroekje van die [slachtoffer] , acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze handelingen heeft begaan, nu verdachte dit zelf ook heeft verklaard.
Duidelijk is geworden dat verdachte [slachtoffer] ten dele heeft ontkleed met de bedoeling om naar haar vagina te kijken.
Deze handelingen leveren ontuchtige handelingen op, nu het handelingen van seksuele aard betreffen die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Het slachtoffer was op dat moment immers nog geen 4 jaar oud. Voor een bewezenverklaring van ontucht is niet vereist dat verdachte [slachtoffer] ook fysiek heeft aangeraakt aan haar vagina. Zelfs indien geen fysieke aanraking heeft plaatsgevonden, is er in dit geval sprake van handelingen met een ontuchtig karakter.

De bewijsmiddelen.

De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.

De bewezenverklaring.

Door de inhoud van voormelde bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende typ- en taalfouten, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging, te weten dat verdachte:
1.
op 4 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk, met [slachtoffer]
, geboren op [geboortedatum slachtoffer] , die toen de leeftijd
van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het naar beneden trekken van de maillot en
het onderbroekje van die [slachtoffer] .
2.
op 4 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk, meermalen een afbeelding van seksuele gedragingen, te weten
- een kinderpornografische filmfragment en
- 3 kinderpornografische afbeeldingen, te weten:
- een film met een duur van 44s14. Een meisje met een vermoedelijke
leeftijd tussen de 5 en de 10 jaar oud pijpt een volwassen man. De man heeft
een stijve penis en op zijn penis zit een beertje. Het meisje heeft de eikel
van de man in haar mond en pijpt hem. Met haar handen heeft zij de penis vast
( [bestandsnaam] ) en
- een afbeelding van een meisje met een vermoedelijke leeftijd tussen de 7 en
12 jaar oud. Meisje zit tussen de benen van een man en kijkt in de richting
van de man. Met haar rechterhand houdt zij de stijve penis van de man vast en
ze likt met haar tong aan de eikel van de penis ( [bestandsnaam] ) en
- een afbeelding bestaande uit 6 foto's. Op elke foto staat een meisje geheel
naakt met een vermoedelijke leeftijd tussen ongeveer 4 en de 7 jaar oud. Het
meisje zit/ligt op een bed in een slaapkamer. Op een foto ligt ze geheel
naakt. Op een andere foto ligt ze met haar benen opgetrokken en wijd uit
elkaar. Op een andere foto zit een man voor haar en zijn stijve penis zit
tegen of vermoedelijk in haar vagina. Op weer een andere foto zit de man op
het meisje en houdt zijn penis voor haar mond. Op weer een andere foto ligt
het meisje op haar buik en zit de man achter haar op zijn knieën en duwt zijn
stijve penis tegen haar anus [bestandsnaam] ) en
- een afbeelding van alleen een naakt onderlichaam van een meisje met een
vermoedelijke leeftijd tussen ongeveer 3 en 8 jaar oud. Een stijve penis wordt
tegen haar anus geduwd ( [bestandsnaam] ),
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
(telkens) in bezit heeft gehad.
3.
op 4 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk,
afbeeldingen en filmfragmenten van seksuele gedragingen in bezit heeft
gehad, terwijl op die afbeeldingen en filmfragmenten ontuchtige
handelingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een mens en een dier
waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het door een dier vaginaal (met de penis) penetreren van het lichaam van een persoon en
het door een persoon likken van de geslachtsdelen van een dier,
te weten:
- Een afbeelding van een geheel naakte vrouw, die op haar knieën en handen
zit. Over haar rug heen zit een herdershond, die met zijn achterpoten staat
bij de benen van de vrouw. Kennelijk wordt de vrouw geneukt. De kop van de
hond is naast het hoofd van de vrouw ( [bestandsnaam] ) en
- Een afbeelding van een geheel naakte vrouw met een vermoedelijke leeftijd
tussen de 16 en 22 jaar oud. Ze zit gehurkt onder een paard en ze likt aan de
half stijve penis van dit paard. Met haar linker hand knijpt ze in haar
linkerborst. ( [bestandsnaam] ) en
- Een filmfragment met een totale duur van 1m00s42. Een geheel naakte vrouw
met haar knieën op de grond en haar handen en bovenlijf op een soort bank.
Achter haar zit een zwarte hond, die zijn achterpoten naast de voeten van de
vrouw heeft en zijn voorpoten op de rug van de vrouw. de hond heeft een
stijve penis en deze penis gaat in de vagina van de vrouw. De hond maakt
neukende bewegingen.
( [bestandsnaam]
)

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, aangezien er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De verdachte is deswege strafbaar, nu er evenmin feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

Strafmotivering.

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een buurmeisje van nog geen 4 jaar oud. Daarmee heeft hij fatsoensgrenzen overschreden en haar
lichamelijke integriteit geschonden. Wellicht meer nog heeft hij haar ouders in hoge mate geschokt met dit gedrag.
Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de ouders van het slachtoffer blijkt dat hun vertrouwen in verdachte, die tot dan toe een bevriende buurman was, in ernstige mate is geschonden en dat de gebeurtenis ook tot gevoelens van boosheid, onveiligheid en onzekerheid bij hen heeft geleid.
Niet alleen de direct betrokkenen bij het slachtoffer, maar ook de wijdere omgeving van het slachtoffer wordt door een feit als dit in hoge mate verontrust.
De maatschappelijke verontrusting geldt evenzeer voor het bezit van kinder- en dierenporno. De persoonlijke waardigheid en integriteit van kinderen alsook de integriteit van dieren en de goede zeden in het algemeen dienen te worden beschermd.
Kinderen worden bij de vervaardiging van kinderpornografische afbeeldingen altijd seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Het is een feit van algemene bekendheid, dat kinderen die ten behoeve van de kinderporno-industrie seksuele handelingen voor de camera moeten verrichten in veel gevallen psychische schade oplopen die vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Door de verspreiding van het beeldmateriaal via internet wordt de schade voor de afgebeelde jeugdigen bovendien nog vergroot, omdat de beelden niet meer van internet zijn te verwijderen. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het dan ook noodzakelijk om niet alleen de personen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar ook degenen die de afbeeldingen downloaden en opslaan, zoals verdachte. Verdachte moet dan ook mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij door kinderporno te verzamelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar.
Dit is de reden waarom dergelijke feiten tegenwoordig over het algemeen met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bestraft worden.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte tegenover de politie en tijdens het onderzoek ter terechtzitting open en eerlijk lijkt te hebben verklaard over zijn gevoelens en oprecht spijt lijkt te hebben van zijn gedrag.
Tevens laat de rechtbank meewegen dat er in deze zaak geen sprake is geweest van langdurig en stelselmatig misbruik, maar van een eenmalig en kort voorval. Ten aanzien van het bezit van kinderporno en bestialiteiten heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat het enerzijds relatief beperkte hoeveelheden betreft – waarbij de rechtbank voor de straftoemeting wel acht slaat op een groter aantal afbeeldingen (circa 150) dan bewezen verklaard, omdat verdachte ter zitting heeft bevestigd dat het om dat grotere aantal ging –, doch anderzijds dat wel sprake is van grove varianten van zowel de kinderporno als de dierenporno.
Uit een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 8 mei 2013 blijkt dat verdachte een blanco strafblad heeft.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van de reclassering d.d. 12 juli 2013, waaruit blijkt dat de reclassering het risico op recidive als laag gemiddeld inschat, nu verdachte intrinsiek gemotiveerd is om een behandeling te volgen. Tevens blijkt dat verdachte zich zelf reeds heeft aangemeld bij De Waag. De reclassering adviseert om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, onder de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact, met een meldplicht en een behandelverplichting en zonodig andere voorwaarden het gedrag van de verdachte betreffende.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het psychologisch rapport d.d. 29 juli 2013 van dr. [naam] , klinisch psycholoog. Uit dit rapport is gebleken dat bij verdachte sprake is van seksuele problematiek – waaronder parafilie NAO en hyperseksualiteit – en een slechte impulsbeheersing als gevolg van ADHD. Gelet hierop dient verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd. Indien verdachte behandeld wordt voor zijn seksuele problematiek kan het risico op recidive volgens psycholoog [naam] als laag worden ingeschat.
De rechtbank kan zich vinden in de bevindingen van de psycholoog en de reclassering en zal hier bij de strafoplegging rekening mee houden.
Alles overwegende acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf passend en geboden. Zij zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 7 maanden. Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw soortgelijke strafbare feiten te plegen, zal daarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk worden opgelegd met een proeftijd van 2 jaar. Aanleiding tot oplegging van een proeftijd van veel langere duur ziet de rechtbank in deze zaak niet. Gelet op het advies van psycholoog [naam] en de reclassering wordt aan deze voorwaardelijke straf verplichte reclasseringsbegeleiding met een meldplicht gekoppeld, en voortzetting van de behandeling bij De Waag. Ook wordt aan verdachte een contactverbod met [slachtoffer] opgelegd. De rechtbank zal daarnaast een taakstraf van 40 uur opleggen, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis.

Inbeslaggenomen voorwerpen.

De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen (computer en laptop) onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten zijn begaan. Verder zijn deze voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

De vordering van de benadeelde partij.

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van een vordering tot schadevergoeding, groot € 830,83, bestaande uit een bedrag van
€ 130,83 materiële schade en € 700,- immateriële schade.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu uit het dossier en op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet is komen vast te staan dat [slachtoffer] rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Daarbij geldt dat voor zover door de wettelijke vertegenwoordigers van [slachtoffer] ingediende schadevergoedingvordering eigen kosten betreft, die vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt, omdat naar vaste jurisprudentie deze kosten niet als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51a Sv kunnen worden aangemerkt.
Dit brengt mee, dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.

De toepasselijke wetsartikelen.

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b, 247 en 254a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Beslissing.

De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
ten aanzien van feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging , waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn
betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden;

bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot
3 maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, zulks onder de algemene voorwaarden:
1. dat de verdachte zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de verdachte ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden:
1. dat de verdachte zich tijdens de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de reclassering, ook als dit inhoudt een meldplicht en behandeling, dan wel andere voorwaarden het gedrag van de verdachte betreffende;
2. dat de verdachte gedurende voormelde proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt, zoekt of heeft met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] ,
en geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte verder tot:

een taakstraf van 40 uren;

beveelt dat, indien de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van
20 dagen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten:
  • STK Computer, Packard Bell midi tower;
  • 1.0 STK Laptop computer, Acer Aspire 5750G;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat zij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
mrs. H.N. Pabbruwe en M.F. Baaij, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.K. Paap, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 augustus 2013.