ECLI:NL:RBDHA:2013:19706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. van Putten
- J.T.H. Zimmerman
- H.J. Schaberg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning voor medische behandeling van een Ghanese hiv-patiënt
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd door een Ghanese vrouw, die hiv-positief is en medische behandeling nodig heeft. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, omdat de vrouw niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De rechtbank heeft in eerdere uitspraken al geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag onterecht was, maar de staatssecretaris bleef de aanvraag afwijzen op basis van adviezen van het Bureau Medische Advisering (BMA). De rechtbank heeft de argumenten van de vrouw, dat de beschikbaarheid van haar medicatie en de noodzaak van resistentietesten niet adequaat waren beoordeeld, overwogen. De rechtbank oordeelde dat het BMA onvoldoende inzichtelijk had gemaakt waarom resistentietesten niet noodzakelijk waren en dat de staatssecretaris niet zonder nadere motivering het advies van het BMA had mogen volgen. De rechtbank heeft het beroep van de vrouw gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de vrouw.