ECLI:NL:RBDHA:2013:19647

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2013
Publicatiedatum
3 december 2014
Zaaknummer
C/09/378675 / HA ZA 10-3797
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadeloosstelling bij onteigening van Kwekerij [X] B.V. door de gemeente Westland

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag werd behandeld, ging het om een onteigeningsprocedure waarbij de gemeente Westland als eiseres optrad tegen Kwekerij [X] B.V. en de Rabobank c.s. als interveniënten. De rechtbank heeft op 10 juli 2013 een eindvonnis gewezen, dat een vervolg was op een eerder tussenvonnis van 20 februari 2013. De zaak betrof de schadeloosstelling voor Kwekerij [X] B.V. als gevolg van de onteigening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van het onteigende € 2.619.097,-- bedraagt, en daarnaast de overige vermogensschade op € 505.000,-- en de inkomensschade op € 1.324.990,--. Dit leidde tot een totale schadeloosstelling van € 4.449.087,-- voor Kwekerij [X].

De rechtbank heeft ook de kosten van deskundige bijstand en de reeds betaalde griffierechten in de beslissing opgenomen. De gemeente werd veroordeeld tot betaling van de schadeloosstelling, de kosten van de deskundigen, en de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van Kwekerij [X]. Tevens werd de gemeente verplicht om de belasting schade te vergoeden, die als gevolg van de onteigening voor Kwekerij [X] zou ontstaan. De rechtbank heeft de publicatie van het vonnis opgedragen aan de nieuws- en advertentiebladen "Algemeen Dagblad/Haagse Courant" en "Het Hele Westland".

De uitspraak is openbaar gemaakt en ondertekend door de rechters, waarbij mr. I. Brand de handtekening heeft gezet in afwezigheid van de voorzitter. Dit vonnis is een belangrijk precedent in onteigeningszaken, vooral met betrekking tot de berekening van schadeloosstelling en de rol van deskundigen in dergelijke procedures.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/378675 / HA ZA 10-3797
Vonnis van 10 juli 2013
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE WESTLAND,
zetelende te Naaldwijk,
eiseres,
advocaat: mr. W.J.E. van der Werf te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWEKERIJ [X] B.V.,
gevestigd te Kwintsheul,
gedaagde,
procesadvocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam,
behandelend advocaat: mr. E.W.J. de Groot te Breda,
en
1. de coöperatie
COOPERATIEVE RABOBANK WESTLAND U.A.,
gevestigd te Westland,
2. de naamloze vennootschap
RABOHYPOTHEEKBANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
interveniënten,
advocaat: mr. L.Ph.J. Baron van Utenhove te Den Haag.
Partijen zullen hierna “de gemeente”, “Kwekerij [X]” en “Rabobank c.s.” worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 februari 2013 en de daarin genoemde processtukken;
  • de akte van de zijde van Kwekerij [X];
  • de brief van de deskundigen van 2 april 2013 aan de rechtbank;
  • het e-mailbericht van de rechtbank van 9 april 2013 aan partijen en de deskundigen;
  • de antwoordakte van de zijde van de gemeente;
  • de brief van de deskundigen van 25 april 2013 aan de rechtbank;
  • het e-mailbericht van de rechtbank van 26 april 2013 aan partijen en de deskundigen;
  • de brief van mr. Van der Werf van 4 juni 2013;
  • de brief van de deskundigen van 5 juli 2013 aan de rechtbank;
  • de e-mailberichten van mr. Van der Werf van 8 en 9 juli 2013.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank neemt hier over hetgeen zij in de tussenvonnissen van 7 maart 2012 en 20 februari 2013 heeft overwogen en beslist.
2.2.
In het tussenvonnis van 20 februari 2013 zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich (nader) uit te laten over de door Kwekerij [X] gevraagde vergoeding van de kosten van de deskundigen Abma van Santen & Gasille, Flynth en Vijverberg Advies. Partijen hebben dat gedaan in hun akten van 20 maart 2013 respectievelijk 17 april 2013. De rechtbank heeft voorts de door haar benoemde deskundigen gevraagd nader advies te geven over de personeelskosten die met de verhuizing van de planten zijn gemoeid.
2.3.
Bij brief van 4 juni 2013 heeft mr. Van der Werf de rechtbank bericht dat partijen intussen minnelijke overeenstemming hebben bereikt over de hoogte van de (personeels)kosten verband houdende met de verhuizing van de planten en de hoogte van de aan Kwekerij [X] te vergoeden kosten van deskundige bijstand. Partijen hebben de rechtbank verzocht om eindvonnis te wijzen met inachtneming van deze overeenstemming. Over de kosten van deskundige bijstand zullen zij een vaststellingsovereenkomst sluiten.
Schadeloosstelling Kwekerij [X]: slotsom
2.4.
Op grond van hetgeen is overwogen in r.o. 2.11.4. tot en met r.o. 2.11.7. van het tussenvonnis van 20 februari 2013 bepaalt de rechtbank de waarde van het onteigende op
€ 2.619.097,--.
2.5.
Gelet op hetgeen is overwogen in r.o. 2.24. en 2.25. van het tussenvonnis van 7 maart 2012, r.o. 2.37. van het tussenvonnis van 20 februari 2013 en op de minnelijke overeenstemming tussen partijen over de kosten die met de verhuizing van de planten zijn gemoeid, stelt de rechtbank de vergoeding van de overige vermogensschade vast op
€ 505.000,--(€ 75.000,-- + € 125.000,-- + € 15.000,-- + € 72.500,-- + € 20.000,-- +
€ 187.500,-- + € 10.000,--).
2.6.
De inkomensschade wordt op grond van hetgeen is overwogen in r.o. 2.38.-2.40. van het tussenvonnis van 7 maart 2012 en r.o. 2.22., 2.24. en r.o. 2.37. van het tussenvonnis van 20 februari 2013 bepaald op
€ 1.324.990,--(€ 35.000,-- + € 220.000,-- + € 1.069.990,-- (de meerinvestering bedraagt door de post elektrische installatie namelijk € 2.333.526,-- en daarmee de jaarlijkse financieringslast € 140.012,--)).
2.7.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank de totale schadeloosstelling voor Kwekerij [X] bepaalt op € 4.449.087,-- (€ 2.619.097,-- + € 505.000,-- +
€ 1.324.990,--).
Schadeloosstelling Rabobank c.s.
2.8.
Nu Kwekerij [X] en de Rabobank c.s. na het tussenvonnis van 26 januari 2011 minnelijke overeenstemming hebben bereikt over (het restant van) de aan de Rabobank c.s. toekomende schadeloosstelling, is een beslissing van de rechtbank omtrent (dit deel van) de gevraagde vergoeding niet meer nodig.
Derde belanghebbenden
2.9.
Van andere derde belanghebbenden die ter zake het onteigende enig recht op schadeloosstelling zouden hebben is niet gebleken.
Rente
2.10.
De deskundigen hebben geadviseerd de te vergoeden rente over het verschil tussen het voorschot en de definitief vast te stellen schadeloosstelling te bepalen op 3 % per jaar. De rechtbank zal de deskundigen hierin volgen.
2.11.
De gemeente zal voorts op de voet van artikel 55 lid 3 Ow aan Kwekerij [X] over het verschil tussen het voorschot en de definitief vast te stellen schadeloosstelling vermeerderd met de vergoeding van de renteschade, de wettelijke rente dienen te vergoeden vanaf heden tot de dag der algehele voldoening.
Kosten
2.12.
De aanvullende kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen – vanaf het pleidooi van 11 december 2012 tot en met heden – bedragen volgens hun opgave € 12.851,52 exclusief BTW. Tegen de hoogte van deze kosten heeft de gemeente geen bezwaar gemaakt, zodat het als onteigende partij tot betaling van deze kosten zal worden veroordeeld. Het totaalbedrag van de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen komt daarmee op € 235.354,83 exclusief BTW (€ 222.503,31 exclusief BTW (€ 265.921,82 inclusief BTW) + € 12.851,52 exclusief BTW).
Griffierecht
2.13.
De gemeente zal als onteigende partij tevens worden veroordeeld in het door Kwekerij [X] reeds betaalde griffierecht ten bedrage van € 4.954,-- alsook het door de Rabobank c.s. reeds betaalde griffierecht ten bedrage van € 4.954,--.
Publicatie
2.14.
Ten slotte zal een nieuws- en advertentieblad worden aangewezen ter publicatie van dit vonnis.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de schadeloosstelling voor Kwekerij [X] vast op € 4.449.087,--, waarin begrepen het reeds betaalde voorschot van € 4.015.450,--, alsmede op een samengestelde rente van 3 % per jaar over € 433.637,-- vanaf 24 maart 2011 tot heden;
3.2.
veroordeelt de gemeente tot betaling aan Kwekerij [X] van een bedrag van € 433.637,--, vermeerderd met de hiervoor onder 3.1. genoemde rente, de som daarvan te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt de gemeente tot vergoeding van eventuele zich als gevolg van de onteigening voor Kwekerij [X] voordoende belastingschade, vast te stellen door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken in Rotterdam;
3.4.
veroordeelt de gemeente in de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen ten bedrage van € 235.354,83 exclusief BTW;
3.5.
veroordeelt de gemeente in de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van Kwekerij [X] tot een bedrag van € 151.123,56 exclusief BTW;
3.6.
veroordeelt de gemeente tot betaling aan Kwekerij [X] van het door haar reeds betaalde griffierecht van € 4.954,--;
3.7.
veroordeelt de gemeente tot betaling aan Rabobank c.s. van het door hen reeds betaalde griffierecht van € 4.954,-- in het incident;
3.8.
wijst “Algemeen Dagblad/Haagse Courant” en “Het Hele Westland” aan als nieuws- en advertentieblad waarin de griffier van deze rechtbank dit vonnis bij uittreksel zal plaatsen.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.H.I.J. Hage, I. Brand en J. Berkvens en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2013, in tegenwoordigheid van de griffier. [1]
Bij afwezigheid van de voorzitter is dit vonnis getekend door mr. I. Brand.

Voetnoten

1.type: 1693