ECLI:NL:RBDHA:2013:19455
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in bestuursrechtelijke belastingzaak
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter van de rechtbank Den Haag, die belast was met de behandeling van zijn beroep tegen een belastingaanslag. Het wrakingsverzoek is ingediend naar aanleiding van de gezamenlijke behandeling van vier zaken op dezelfde zitting, waarbij verzoeker en zijn medeverzoekers van mening waren dat dit zou leiden tot schijn van vooringenomenheid. De rechtbank had eerder medegedeeld dat de zitting op 30 oktober 2013 zou plaatsvinden, en verzoeker had samen met zijn medeverzoekers de rechter gewraakt. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de beslissing om de zaken gezamenlijk te agenderen van procesrechtelijke aard is en op zichzelf geen grond biedt voor de vrees dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen bijkomende feiten heeft aangedragen die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen en verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van andere aangevoerde bezwaren. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 december 2013.