Uitspraak
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG
1.De voorgeschiedenis en het procesverloop
2.De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek
3.Het standpunt van verzoekers
4.Het standpunt van de rechter
advocaatvan verzoekers haar wenste te wraken, zonder dat verzoekers daartoe zelf de wens te kennen hadden gegeven. Verder had zij de indruk dat verzoekers de zitting met behulp van haar vertaling genoegzaam konden volgen. Nadat de advocaat bij herhaling blijk gaf de strekking van het verzoekschrift van Bureau Jeugdzorg niet te begrijpen, bij herhaling de vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg en de rechter niet liet uitspreken en ten slotte verzoekers belette de gestelde vragen te beantwoorden, heeft zij gezegd, althans zo herinnert zij zich het, dat als de advocaat zo zou doorgaan, zij de zitting zou stilleggen om na te gaan of het raadzaam was dat er een andere advocaat voor verzoekers zou gaan optreden. De schijn van vooringenomenheid is daarmee volgens de rechter niet gewekt.