In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag accijns en omzetbelasting die aan eiser was opgelegd door de Belastingdienst/Douane. Eiser, hoofdbewoner van een pand in [Z], was niet op de hoogte van de aanwezigheid van tabak in zijn woning, die tijdens een doorzoeking op 13 juni 2012 in beslag was genomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had aangetoond dat eiser wist dat de tabak zich in het pand bevond, mede omdat hij ten tijde van de doorzoeking in het buitenland verbleef en niet de enige bewoner van het pand was. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag en de boetebeschikking onterecht waren opgelegd, en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 944. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.