Uitspraak
(gemachtigde: [A]),
Rechtbank Den Haag
In deze belastingzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 september 2013 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2009, waarbij verweerder de alleenstaande-ouderkorting en de aanvullende alleenstaande-ouderkorting had geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting en de aanvullende alleenstaande-ouderkorting, en heeft de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.510. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.179. Eiseres had in haar aangifte een belastbaar inkomen van € 23.004 aangegeven, maar verweerder had dit gecorrigeerd. Tijdens de zitting is er een compromis bereikt over de aftrek van hypotheekrente, die is vastgesteld op € 8.494. Eiseres had ook een verzoek om schadevergoeding ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat de schade niet het gevolg was van het handelen van verweerder, aangezien de schade al was geleden voordat de aangifte werd behandeld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, maar het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.