ECLI:NL:RBDHA:2013:18617
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht verblijf in detentie en schadevergoeding bij vreemdelingenbewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw van Iraanse nationaliteit, en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder. Eiseres had op 21 november 2013 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Tegen het voortduren van deze bewaring heeft eiseres beroep ingesteld, waarbij zij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring onterecht langer heeft geduurd dan noodzakelijk, omdat de maatregel pas op 10 december 2013 had moeten worden opgeheven, terwijl verweerder had aangegeven dat dit op 7 december 2013 zou gebeuren. De rechtbank oordeelde dat de organisatorische keuzes van verweerder, die leidden tot het feit dat eiseres in het weekend niet kon worden vrijgelaten, niet als rechtvaardiging konden dienen voor het voortduren van de bewaring. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde de Staat der Nederlanden tot betaling van schadevergoeding aan eiseres van € 240,-, alsook de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 944,-. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.