Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
SUNTRAP C.V,
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 januari 2013 met productie 1 t/m 5;
- het vonnis in incident van 22 mei 2013, met de daarin vermelde stukken;
- de conclusie van antwoord met productie 1 t/m 6;
- het tussenvonnis van 7 augustus 2013, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de akte indiening productie 7 van Suntrap c.s;
- de akte overlegging producties 6 t/m 14 met toelichting, van [A] c.s;
- de akte overlegging producties 8 t/m 13 van Suntrap c.s;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 oktober 2013;
- de akte na comparitie van Suntrap c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[A] c.s. achten [C] aansprakelijk voor de wijze waarop hij leiding heeft gegeven aan de ondernemingsactiviteiten van Suntrap, een commanditaire vennootschap, als gevolg waarvan [A] c.s., naar zij stellen, schade hebben geleden. Dat [C] feitelijk de scepter zwaaide in Suntrap staat vast; in welke relatie [C] tot de beherend vennoot Bucketfield Ltd. stond is de rechtbank niet duidelijk geworden. Ter beantwoording van de vraag of [C] wegens de wijze waarop hij de onderneming van Suntrap gevoerd heeft, aansprakelijk is jegens [A] c.s, zal de rechtbank de zojuist genoemde Ontvanger/Roelofsen-norm van de Hoge Raad hanteren.