ECLI:NL:RBDHA:2013:17964

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2013
Publicatiedatum
18 december 2013
Zaaknummer
C-09-438946 - FA RK 13-1975
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht en verbetering en doorhaling akte burgerlijke stand met betrekking tot consulaire huwelijken en erkenning van vaderschap

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 9 december 2013, hebben verzoekers, een vrouw en een man, een verklaring voor recht gevraagd met betrekking tot de rechtsgeldigheid van hun consulaire huwelijk dat op [datum huwelijk] op het Egyptische consulaat te Brussel is gesloten. De vrouw heeft zowel de Nederlandse als de Egyptische nationaliteit, terwijl de man uitsluitend de Egyptische nationaliteit heeft. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] heeft het consulaire huwelijk niet erkend, wat heeft geleid tot complicaties bij de geboorteakte van hun minderjarige kind, [de minderjarige]. De rechtbank Limburg had zich eerder onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de Rechtbank Den Haag.

De rechtbank heeft de verzoekers gehoord, evenals de ambtenaar van de burgerlijke stand. De verzoekers stellen dat het consulaire huwelijk rechtsgeldig is en dat de man als vader van [de minderjarige] moet worden erkend in de geboorteakte. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft betoogd dat het huwelijk niet rechtsgeldig was volgens Belgisch recht, omdat de vrouw op het moment van het huwelijk niet uitsluitend de Egyptische nationaliteit had. De rechtbank heeft besloten om het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) om advies te vragen over de rechtsgeldigheid van het huwelijk naar Belgisch internationaal privaatrecht.

De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden tot 1 april 2014, in afwachting van het rapport van het IJI. Indien de verklaring voor recht wordt toegewezen, zal de rechtbank zich vervolgens buigen over het verzoek tot aanpassing van de geboorteakte van [de minderjarige]. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 13-1975
Zaaknummer: C/09/438946
Datum beschikking: 9 december 2013

Verklaring voor recht en verbetering en doorhaling akte burgerlijke stand

Beschikkingop het op 14 februari 2013 bij de rechtbank Limburg ingekomen verzoekschrift van:

[de vrouw] en [de man],

verzoekers, dan wel de vrouw en de man,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. M.J.A. Bakker te Utrecht.
Als belanghebbende ten aanzien van de verzochte verklaring voor recht wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente],
zetelend te [gemeente],
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank Limburg heeft zich bij beschikking van 11 maart 2013 onbevoegd verklaard van het verzoek kennis te nemen en de zaak verwezen naar deze rechtbank.
Deze rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 23 april 2013, met bijlagen, van de ambtenaar;
- de brief d.d. 28 juni 2013, met bijlagen, van de zijde van verzoekers;
- de brief d.d. 30 juli 2013 van de ambtenaar.
Op 11 november 2013 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekers met mr. H.K. Jap-A-Joe namens hun advocaat, en de ambtenaar in de persoon van P. de Ruiter en Z.K. Kahveci.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt ertoe:
  • dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat het door verzoekers op [datum huwelijk] op het Egyptische consulaat te Brussel gesloten huwelijk, naar Nederlands internationaal privaatrecht rechtsgeldig is;
  • dat de verbetering wordt gelast van de geboorteakte nummer [nummer] van het jaar [jaar], ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente [gemeente] op [datum], relaterende de geboorte van de minderjarige [de minderjarige] (hierna: [de minderjarige]), op [geboortedatum] te [geboorteplaats], zodat daaruit kan blijken dat de minderjarige afstamt van de man, alsmede dat de doorhaling wordt gelast van de latere vermelding van de erkenning op die geboorteakte;
  • dat de doorhaling wordt gelast van document nummer [nummer], opgemaakt op [datum] door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente], betrekking hebbend op de erkenning door de man van de minderjarige.

Feiten

  • De vrouw en de minderjarige hebben de Nederlandse en de Egyptische nationaliteit.
  • De man heeft de Egyptische nationaliteit.
  • Verzoekers zijn gehuwd op [datum huwelijk] op het consulaat van Egypte te Brussel, België (hierna: het consulaire huwelijk). Op dat moment woonde de vrouw in België en de man in Egypte.
  • Het consulaire huwelijk is op [datum] in de gemeente [gemeente], België, ingeschreven.
  • Op [geboortedatum] werd te [geboorteplaats] [de minderjarige] geboren.
  • In de geboorteakte van [de minderjarige] is de man niet als vader opgenomen omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand te [gemeente] zich op het standpunt stelde dat het consulaire huwelijk niet kon worden erkend.
  • De man heeft [de minderjarige] op [datum] ten overstaan van de ambtenaar in [gemeente] erkend. Hiervan is een aantekening gemaakt op de geboorteakte van [de minderjarige].
  • Het consulaire huwelijk is na de geboorte van de minderjarige en de erkenning van de minderjarige door de man, in het register van de gemeente [gemeente] doorgehaald.
  • Op [datum huwelijk] verzoekers te [gemeente], België, (wederom) met elkaar gehuwd.

Beoordeling

De aanleiding voor deze procedure is als volgt. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] heeft zich bij de aangifte van de geboorte van [de minderjarige] op het standpunt gesteld dat het consulaire huwelijk, gelet op de nationaliteiten van verzoekers op het moment van huwelijkssluiting, naar Belgisch recht en dus ook naar Nederlands recht niet rechtsgeldig was. Daarom heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand in [gemeente] de man niet als vader in de geboorteakte van [de minderjarige] vermeld. De gemeente [gemeente], België, heeft vervolgens het standpunt van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] gevolgd en het consulaire huwelijk, dat eerst wél in de registers in België was ingeschreven, doorgehaald. Om die reden heeft de man [de minderjarige] op [datum] erkend en zijn verzoekers op [datum huwelijk] in de gemeente [gemeente], België, (opnieuw) met elkaar gehuwd.
Verzoekers stellen thans dat het consulaire huwelijk wél voor erkenning vatbaar is en dat [de minderjarige] derhalve staande (hun) huwelijk is geboren. Naar de mening van verzoekers heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] ten onrechte een geboorteakte van [de minderjarige] opgemaakt waarop alleen de moeder is vermeld. Volgens verzoekers waren zowel de erkenning van [de minderjarige] als het huwelijk op [datum huwelijk] nodeloze handelingen. Verzoekers wensen daarom een verklaring voor recht dat het consulaire huwelijk naar Nederlands internationaal privaatrecht rechtsgeldig is en verbetering van de geboorteakte van [de minderjarige], zodat de man daarin vanaf de geboorte van [de minderjarige] als vader wordt vermeld. Verzoekers hebben aangegeven hierbij belang te hebben omdat zij in Egypte – onder meer bij vertrek uit Egypte naar Nederland – problemen bij de autoriteiten ondervinden ten gevolge van de geboorteakte van de minderjarige, waarop de erkenning door de man is vermeld. De erkenning is volgens verzoekers voor de Egyptische autoriteiten onvoldoende om een paspoort voor de minderjarige te verkrijgen waarop de man als vader wordt vermeld.
Ten aanzien van de verbetering van de geboorteakte van [de minderjarige] en de doorhaling van de daarbij gaande latere vermelding heeft de ambtenaar zich op de onbevoegdheid van deze rechtbank beroepen en aangegeven dat de rechtbank Limburg bevoegd is.
De ambtenaar stelt dat voor de beantwoording van de vraag of het consulaire huwelijk in Nederland erkend kan worden, (onder meer) getoetst dient te worden of het consulaire huwelijk naar Belgisch recht was toegestaan. De ambtenaar stelt dat dit niet het geval was nu de man en de vrouw op het moment van dat huwelijk niet beiden uitsluitend de Egyptische nationaliteit hadden. De ambtenaar stelt dat deze voorwaarde volgt uit het Belgisch Staatsblad (3492) van 13 maart 1980, waarin een omzendbrief tot wijziging van de punten II en III van de omzendbrief van 27 juni 1978 betreffende sommige problemen inzake vreemdelingen is verzonden aan de Burgemeesters in België, aangevuld bij omzendbrief van 27 april 1994. Voorts heeft de ambtenaar verwezen naar een volgens hem gelijke casus en is in die zaak door de ambtenaar van de burgerlijke stand van Antwerpen bevestigd dat een consulair huwelijk voltrokken tussen mensen met een verschillende nationaliteit niet aanvaardbaar is. De ambtenaar geeft verder aan dat, ingeval het consulaire huwelijk wel in België geldig zou zijn geweest, verzoekers niet op [datum huwelijk] met elkaar hadden kunnen huwen, nu immers ook naar Belgisch recht het niet mogelijk is om tussen partijen een huwelijk te sluiten wanneer er nog een eerder huwelijk tussen partijen, of van een der partijen met een ander, bestaat. De ambtenaar merkt verder op dat het consulaire huwelijk niet in zijn register is ingeschreven en dat dat overigens met de thans voorliggende huwelijksakte, indien naar Nederlands internationaal privaatrecht het huwelijk zou worden erkend, ook niet mogelijk is, aangezien deze akte niet op de juiste wijze is gelegaliseerd. De ambtenaar heeft voorgesteld het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) te benaderen met het verzoek inzicht te verschaffen in de huidige stand van zaken in de Belgische rechtspraak ten aanzien van consulaire huwelijken als de onderhavige.
De rechtbank overweegt als volgt.
Relatieve bevoegdheid
Op grond van het bepaalde in artikel 1:270 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is deze rechtbank gebonden aan de verwijzing van beide verzoeken door de rechtbank Limburg en derhalve bevoegd om van beide verzoeken kennis te nemen en daarop te beslissen.
Ten aanzien van de verklaring voor recht
Artikel 10:31 van het Burgerlijk Wetboek luidt:
1.
Een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden, wordt als zodanig erkend.
2.
Een buiten Nederland ten overstaan van een diplomatieke of consulaire ambtenaar voltrokken huwelijk dat voldoet aan de vereisten van het recht van de staat die de ambtenaar vertegenwoordigt, wordt als rechtsgeldig erkend tenzij die voltrekking in de staat waar zij plaatsvond niet was toegestaan.
3.
Voor de toepassing van de leden 1 en 2 worden onder recht mede begrepen de regels van internationaal privaatrecht.
4.
Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit.
Niet ter discussie staat dat het consulaire huwelijk naar Egyptisch recht rechtsgeldig tot stand is gekomen. In zoverre is voldaan aan de in artikel 10:31 lid 2 BW genoemde voorwaarden voor erkenning. De in geschil zijnde vraag is of het huwelijk ook naar Belgisch recht rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, welke voorwaarde eveneens in lid 2 van voormeld artikel is gesteld. Meer in het bijzonder gaat het om de vraag of naar Belgisch recht het feit dat de vrouw, naast de Egyptische nationaliteit, nog de Nederlandse nationaliteit had, ertoe leidt dat er geen consulair huwelijk mogelijk was. De rechtbank acht zich thans onvoldoende voorgelicht met betrekking tot de inhoud van het Belgisch internationaal privaatrecht om deze vraag te kunnen beantwoorden. De rechtbank zal derhalve alvorens een beslissing te nemen het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) om advies vragen en de volgende vraag voorleggen:
- Is het op [datum huwelijk] op het Egyptische consulaat te Brussel gesloten huwelijk van verzoekers naar Belgisch internationaal privaatrecht geldig, nu alleen de man uitsluitend de Egyptische nationaliteit had en de vrouw, naast de Egyptische nationaliteit, ook de Nederlandse nationaliteit had?
Het IJI zal ten behoeve van zijn onderzoek deze beschikking, alsmede een afschrift van de gedingstukken toegezonden krijgen. Gelet op de verstrekkende gevolgen van deze procedure, verzoekt de rechtbank het IJI zo spoedig mogelijk verslag te doen van zijn bevindingen. Ten slotte verzoekt de rechtbank het IJI om in zijn rapportage beperkt gebruik te maken van het letterlijk citeren uit bronnen die niet in de Nederlandse taal zijn gesteld, dan wel deze te vertalen of te voorzien van een samenvatting in het Nederlands.
Zodra de rechtbank het rapport van het IJI heeft ontvangen, zullen partijen in de gelegenheid worden gesteld om zich hierover schriftelijk uit te laten. De rechtbank zal in afwachting van dit rapport de zaak pro forma aanhouden tot 1 april 2014. De zaak zal in beginsel worden afgedaan op de stukken.
Indien de verzochte verklaring voor recht wordt toegewezen, komt de rechtbank toe aan de beoordeling van het verzoek tot aanpassing van de geboorteakte van [de minderjarige]. Met betrekking tot dat verzoek is de ambtenaar van de burgerlijke stand te [gemeente] belanghebbende. Indien de rechtbank toekomt aan de beoordeling van dit verzoek, zal de rechtbank tezijnertijd de ambtenaar van de burgerlijke stand te [gemeente] om diens standpunt vragen.

Beslissing

De rechtbank:
houdt iedere verdere beslissing, in afwachting van het rapport van het IJI,
pro forma aan tot1 april 2014.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.M. Brakel, M.Th. Nijhuis en S.M. Westerhuis-Evers, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 december 2013.