ECLI:NL:RBDHA:2013:17928
Rechtbank Den Haag
Aansprakelijkheid van de minister van Defensie voor gezondheidsschade door ongeval tijdens ME-rugbyspel
In deze zaak heeft eiser, een ambtenaar, de minister van Defensie aangeklaagd voor aansprakelijkheid wegens gezondheidsschade die hij heeft opgelopen tijdens een ME-rugbyspel op 27 november 2008. Eiser heeft een ernstig beenletsel opgelopen tijdens een oefening georganiseerd door de Koninklijke Marechaussee en de Politieacademie. Hij heeft de minister verzocht om aansprakelijkheid te aanvaarden, maar dit verzoek werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat ook ongegrond werd verklaard. Vervolgens heeft hij beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit van de minister in strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd. De rechtbank kon niet vaststellen of de minister alle mogelijke maatregelen heeft getroffen om het risico op een ongeval te beperken. Eiser heeft aangevoerd dat het ongeval had kunnen worden voorkomen met betere instructies en een veiligere ondergrond.
De rechtbank heeft overwogen dat de zorgplicht van de minister inhoudt dat hij moet aantonen dat hij de risico's van het ME-rugbyspel adequaat heeft ingeschat en dat hij de nodige voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister hierin tekort is geschoten, en heeft het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op € 944,-.