ECLI:NL:RBDHA:2013:17811
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Kleijn
- H.W. Vogels
- S. van Groningen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de minister van Defensie inzake bedrijfsongeval van een militair
In deze zaak gaat het om een beroep van eiser, een militair, tegen een besluit van de minister van Defensie. Eiser had op 29 september 2011 een ongeval gehad tijdens een sportles, waarbij hij een klap op zijn onderkaak kreeg, wat leidde tot schade aan zijn tanden. De minister had dit ongeval aangemerkt als een bedrijfsongeval en niet als een dienstongeval. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de minister verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser ging hiertegen in beroep.
De rechtbank behandelde de zaak op 14 november 2013. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank moest beoordelen of het ongeval van eiser onder de definitie van een dienstongeval viel, zoals omschreven in het Besluit Aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen (Besluit AO/IV).
De rechtbank overwoog dat voor de kwalificatie van een ongeval als dienstongeval, het van belang is of het ongeval plaatsvond onder buitengewone omstandigheden en of gebruikelijke veiligheidsmaatregelen niet konden worden gehandhaafd. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen niet waren nageleefd tijdens het afleggen van de militaire zelfverdedigingsbaan (MZV). Eiser's argumenten dat er sprake was van verhoogd risico werden niet gevolgd door de rechtbank.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de minister terecht het ongeval als een bedrijfsongeval had aangemerkt en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 18 december 2013, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.