ECLI:NL:RBDHA:2013:17810
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verstrekking zaakoverzicht en dwangsombesluit in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.P. Olthof, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Veiligheid en Justitie. Dit besluit, genomen op 24 december 2012, verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond. Eiser had eerder, op 2 augustus 2012, verzocht om het zaakoverzicht van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) in verband met een specifieke zaak. Het CJIB had op 8 augustus 2012 een zaakoverzicht verstrekt, maar dit was niet aan de gemachtigde van eiser gestuurd, wat volgens eiser in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser stelde dat hij hierdoor benadeeld was, omdat hij niet in staat was om de informatie zelf adequaat te verwerken.
De rechtbank heeft de zaak op 15 mei 2013 behandeld. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de gemachtigde van eiser niet op de juiste wijze was geïnformeerd over het besluit van 8 augustus 2012. De rechtbank oordeelde dat de bekendmaking van het besluit niet op de voorgeschreven wijze had plaatsgevonden, wat gevolgen had voor de ontvankelijkheid van het bezwaar. De rechtbank concludeerde echter dat eiser, nadat hij het zaakoverzicht had ontvangen, geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Dit leidde tot de beslissing dat het beroep niet-ontvankelijk was voor zover het gericht was tegen de weigering het zaakoverzicht te verstrekken.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de minister tijdig had beslist op het verzoek van eiser en dat er geen dwangsom verschuldigd was, omdat het verzoek op 8 augustus 2012 was ingewilligd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond voor zover het gericht was tegen de weigering een dwangsombesluit te nemen. De uitspraak werd gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van griffier Y.E. de Loos.