ECLI:NL:RBDHA:2013:17608
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tewerkstellingsvergunning voor souschef Chinese keuken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2013 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning voor de functie van souschef in een Chinees restaurant. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had de aanvraag ingediend voor een werknemer in de functie van souschef Chinese keuken. De aanvraag werd afgewezen door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) op basis van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), omdat er volgens het UWV voldoende prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt beschikbaar zou zijn voor deze functie.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag niet voldoende was gemotiveerd. De rechtbank stelde vast dat het onderzoek van het UWV zich voornamelijk richtte op de functie van frituurkok en niet op de functie van souschef, wat een wezenlijk verschil is. De rechtbank merkte op dat er onvoldoende bewijs was dat een in Nederland opgeleide kok binnen een jaar kon worden opgeleid tot souschef, en dat de motivering van het UWV dat eiseres geen Chinees specialiteitenrestaurant was, gebrekkig was. De rechtbank concludeerde dat de overige afwijzingsgronden ook niet zonder nadere motivering konden standhouden.
Daarom verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het UWV op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de eiseres, in overeenstemming met de overwegingen van de rechtbank. Tevens werd het UWV veroordeeld in de proceskosten van de eiseres en moest het griffierecht vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij besluiten omtrent tewerkstellingsvergunningen en de noodzaak om de specifieke functie-eisen en de beschikbaarheid van personeel op de arbeidsmarkt goed in kaart te brengen.